Afsnijdingservaring
Ds. G.A. van den Brink | Geen reacties | 16-10-2023| 13:20
Vraag
Aan ds. G. A. van den Brink. N.a.v. uw antwoord op de vraag over "Het evangelie als gevaar" heb ik nog wat vragen. Ik ben zelf lid van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en ik ben best wel geschrokken van uw antwoord. Ik heb de brochure gelezen, maar ik begrijp het eigenlijk niet. Kunt u wat meer zeggen over wat er bedoeld wordt als er staat: "Als er ergens geleerd of gepredikt wordt dat een wedergeboren zondaar direct Christus in het Evangelie kent en Hem van harte belijdt, dan wordt u bedrogen?" En kunt u iets zeggen over waar die ‘afsnijdingservaringstheologie’ vandaan komt?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vragensteller,
Ik kan niet goed inschatten waarvan je precies bent geschrokken. Misschien bedoel je dat het antwoord je (tot je schrik) deed beseffen wat je in de GGiN voor prediking hoort. Misschien bedoel je daarentegen dat je ervan schrikt dat ik kritiek durf te geven op wat als de bijbelse waarheid wordt gebracht. Hoe het ook zij, op je vervolgvragen wil ik graag ingaan.
De geciteerde uitspraak van ds. J. Roos houdt in dat als God iemand bekeert, deze persoon niet vanaf dat moment in Christus gaat geloven. Eerst gaat hij de wet geloven, zijn schuld voor God, zijn onbekeerdheid, zijn verlorenheid. Je gelooft dan wel, maar niet het Evangelie. Je gelooft aanvankelijk alleen de wet. Pas later ga je in Christus geloven.
Dat ‘later’ vindt pas plaats als je het ogenblik hebt meegemaakt dat je God toevalt in Zijn recht, bereid bent verloren te gaan, Gods eer liever hebt dan je eigen zaligheid, instemt met het verdoemende recht. Christus wordt pas geopenbaard ‘vanachter het recht’, zoals men dat noemt. Hierop doelde ik toen ik schreef over de afsnijdingservaring. Ds. Roos verdedigt die opvatting. Hij zegt daarom dat je bedrogen wordt als er gepreekt wordt dat het geloof zich vanaf het allereerste ogenblik richt op Christus.
Welnu, hiermee neemt hij radicaal afstand van de Schrift en van de gereformeerde belijdenis. Ik geef een voorbeeld. Er is een preek van Rippertus Sixtus uit 1628, over de rechtvaardiging, Heidelbergse Catechismus vraag 60. Deze predikant was een felle tegenstander van het remonstrantisme, door en door gereformeerd. Wat zegt hij over het geloof? Meteen op bladzijde 1 van zijn boek schrijft hij: "Wij lezen doorgaans in de Heilige Schrift dat alle oprechte gelovigen, zodra zij door Gods Geest de gave van het ware zaligmakende geloof ontvangen hebben, ook terstond en dadelijk meteen in hun harten gevoelen een heerlijke en onuitsprekelijke blijdschap." Doorgaans, zodra, terstond, dadelijk, meteen – nadrukkelijker kan het niet.
Ds. Roos zal moeten zeggen dat Sixtus met deze openingszin zijn lezers en hoorders bedriegt. Ikzelf houd het er echter op dat ds. Roos ernaast zit. De Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt immers "dat de Heilige Geest in onze harten ontsteekt een oprecht geloof, dat Jezus Christus met al Zijn verdiensten omhelst, Hem eigen maakt, en niets anders meer buiten Hem zoekt" (Nederlandse Geloofsbelijdenis artikel 22). De catechismus zegt dat het geloof niet alleen in kennis bestaat maar ook in het vertrouwen "dat niet alleen anderen, maar ook mij vergeving der zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God geschonken is, uit louter genade, alleen om der verdienste van Christus wil" (Heidelbergse Catechismus zondag 7 vraag 20). Volgens ds. Roos word je bedrogen door dit antwoord van de catechismus.
Ontken ik hiermee de noodzaak van zondekennis, of sla ik het stuk van de ellende over? Natuurlijk niet. Maar ik benadruk dat het geloof zaligmakend is in zoverre ik daarmee Christus en al Zijn weldaden aanneem (Heidelbergse Catechismus zondag 23 vraag 60 en 61). Het geloof maakt niet zalig in zoverre ik daarmee de wet geloof, maar het Evangelie.
Het tragische in de visie van de GGiN is dat men het hart van het Evangelie, Christus Zelf, uit het oog is verloren. Er wordt niet genodigd tot Christus maar gewaarschuwd voor het geloof in Hem; niet bewogen tot geloof maar tot ongeloof. In plaats dat men de hoorders dwingt om in te komen, worden zij gedwongen buiten te blijven staan. Je krijgt te horen dat je bedrogen wordt als je op de Waarheid gewezen wordt.
Wat kun je doen? Houd je vast aan Gods eigen Woord. Lees de gereformeerde belijdenisgeschriften. Daar vind je dat "ieder die in de gekruiste Christus gelooft (in Hem! niet in de wet!) niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft" aldus Dordse leerregels artikel II.5. Daar lees je: "die dit Evangelie (!) niet geloven, op diegenen blijft de toorn Gods. Maar die het Evangelie (!) aannemen en de Zaligmaker Jezus met een waarachtig en levend geloof omhelzen, die worden door Hem van de toorn Gods en van het verderf verlost, en met het eeuwige leven begiftigd (Johannes 3:36; Markus 16:16)", aldus Dordse leerregels artikel I.4.
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook: