Alleen de uitverkoren delen in het verbond
Ds. G.A. van den Brink | Geen reacties | 06-10-2023| 12:37
Vraag
Ds. G. A. van den Brink, uw standpunt over de doop/verbond is me nog niet helemaal duidelijk en waarschijnlijk moeten we concluderen dat we een verschil van inzicht hebben wat past binnen de bandbreedte van de gereformeerde belijdenis, zoals u dat uitgelegd hebt en zoals dat ook binnen de Dordtse Leerregels het geval was. Mijn vervolgvraag gaat hierover: u stelt in 'Het verbond is bezit van genade' dat de breedte van de gereformeerde traditie de tweede visie (alleen de uitverkoren delen in het verbond) heeft aangehangen. Mijn vraag is dan, is dat nu juist niet het probleem dat u aan de kaak wil stellen met uw lezing met "Het Evangelie zonder kleine lettertjes"?
U noemt het verbond complex theologisch, maar het is juist zo theologisch eenvoudig. Calvijn zegt: "Nu dan de Heere Jezus op aarde neergedaald is, niet om de genade van God Zijn Vader te verminderen, maar het verbond des heils over heel de wereld uit te breiden, hetwelk voordien besloten was binnen het joodse volk, is er geen twijfel aan of onze kinderen zijn erfgenamen van het leven, dat Hij ons beloofd heeft." Dus de lijn van het Oude Testament, het verbond met Israël, gaat door in het Nieuwe Testament, de gemeente. Deze lijn zien we juist ook in onze belijdenisgeschriften, waar ze spreken over gelovige ouders die niet moeten twijfelen aan de zaligheid van hun kinderen als ze in hun kinderjaren uit het leven worden weggenomen daar ze mogen geloven dat ze tot het genadeverbond behoren, dit om maar een voorbeeld te noemen. Er wordt nogal eens aangehaald in de prediking de uitspraak van Luther, in z’n strijd en aanvechting: "HEERE, ik ben toch gedoopt." Hierin zie je toch hoeveel waarde Luther hechtte aan het verbond. Hij had houvast aan de belovende God.
Kortom uw visie op het verbond verbaast mij, daar ik uw strijd tegen lijdelijkheid zo goed begrijp. Hiertegen geeft het verbond nu toch juist het Bijbelse evenwicht?
Antwoord
Beste vragensteller,
Laat ik beginnen met Luther en Calvijn. Zij kenden veel waarde toe aan de doop. De betekenis van de doop fundeerden zij echter niet in het verbond maar in het werk van Christus.
Daarbij komt dat volgens Luther de wedergeboorte plaats vindt op het moment van de doop. Ik vind het altijd merkwaardig dat wij de genoemde uitspraak van Luther over de doop graag citeren, terwijl zijn visie op de doop nog veel verder ging dan die van Abraham Kuyper.
Het citaat van Calvijn gaat duidelijk over gelovigen en zegt niets over de vraag of ongelovigen bij het verbond behoren. Het pleit dus niet voor de drieverbondenleer.
Bevordert mijn visie de lijdelijkheid? Ik denk van niet. De lijdelijkheid wordt weersproken en ontkracht door de prediking van het Evangelie, niet door het verbond en ook niet door de doop. We bestrijden de lijdelijkheid niet door het avondmaal open te stellen voor ongelovigen; evenmin moeten we de doop daarvoor gebruiken.
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook: