Jezus Christus aangeboden of toegestopt

Ds. G.A. van den Brink | Geen reacties | 29-09-2023| 16:05

Vraag

Geachte dominee G. A. van den Brink. De vraag die mij gedurig bezig houdt is: wat is nu een waar geloof. In een boek van ds. A. van Brummelen, getiteld "Een goed fundament" kom ik het volgende tegen (blz. 59/60):

"Er kan dus in het geloof zelf niets gevonden worden wat enige verdienste over ons brengen zou; kan slechts de ledige hand zijn waarin God de gave zijner genade neerlegt. Maar alvorens de hand de gave tot zich nemen kan, moet deze er in gelegd zijn. En nu loopt de kwestie hier juist over de vraag: hoe komt die gave er in. Men kan slechts nemen wat gegeven is. Nu is de gedachte van vele mensen deze, dat het Evangelie de boodschap bevat dat God rechtens erfgenamen maakt van het in Christus geworden heil, zodat wij om er bezitters van te worden het enkel maar hebben aan te nemen, zoals iemand een erfenis aanvaardt. God zou ons, om zo maar te zeggen, de genade overhandigen. Hij reikt ze ons toe, en het geloof bestaat wezenlijk hierin dat wij de ons geschonken genade aannemen. Hier wordt dus de samenhang tussen belofte en vervulling, Evangelie en zaligheid gesteld in de werkzaamheid van het geloof. Het geloof is op dit standpunt voor alles een daad. Hoe aanlokkelijk intussen deze opvatting lijkt, zij is toch onjuist. Dat blijkt dan met name wanneer wij in het oog houden, dat het Evangelie geenszins zonder meer ons de verzekering toebrengt, dat het heil in Christus ons rechtens toekomt. Deze verzekering geeft het uitsluitend aan het geloof. Het geloof kan dus nooit bestaan in een gewisheid, dat het heil mij rechtens toebehoort, die er mij toebrengt om het feitelijk in bezit te nemen".

Is dit een juiste omschrijving van het geloof naar uw mening? Als u het eens bent met deze beschrijving, kunt u misschien bovenstaande eenvoudiger weergeven? Wat staat hier nu precies?


Antwoord

Beste vragensteller,

Twee dingen kwellen je: “Wat staat hier nu precies?” en “Is het juist wat er staat?” Die eerste vraag gaat me aan het hart. Je verlangt naar helderheid, maar je raakt verward. Ds. Van Brummelen, destijds een gerespecteerde predikant in de Gereformeerde Bond, blijkt helaas zijn visie zo te verwoorden dat het jou alleen maar meer in verwarring brengt. Helaas komt dit probleem vaker voor. Ondanks alle goede bedoelingen zijn geestelijke leiders soms niet in staat om begrijpelijk en eenvoudig te zeggen wat ze willen overdragen.

De kwestie is deze. Als een bedelaar een geschenk krijgt van een rijke, hoe ontvangt hij dat dan? Er zijn twee visies. De eerste zegt: de rijke biedt het geschenk aan, houdt het aan de bedelaar voor, laat het hem zien, en zegt: "Hier, dit is voor jou!" De bedelaar, op zijn beurt, strekt zijn hand uit en neemt het aan, ontvangt het geschenk, eigent het zich toe.
 
Maar de tweede visie zegt: de rijke man gééft het geschenk door het in de hand van de bedelaar te stoppen, of (nog radicaler) het in diens jaszak te stoppen. Pas dan is het hem echt gegeven. De bedelaar doet daarbij helemaal niets. Hij gebruikt zijn hand slechts om te ontdekken dat hij het geschenk alreeds gekregen heeft. Hij neemt het geschenk niet aan maar vindt het in zijn jaszak.

Van Brummelen verdedigt de tweede visie, maar ten onrechte. Ik zou erg veel oude schrijvers kunnen noemen die het beeld van de bedelaar gebruiken, maar geen van hen (Comrie uitgezonderd) gebruikt het op de manier van Van Brummelen. 

Waarom is de duiding van Van Brummelen onjuist? Als een rijke op die manier zijn geschenk zou geven, kunnen we dat onmogelijk ‘aanbieden’ noemen en we kunnen het ontvangen van de bedelaar dan onmogelijk ‘aannemen’ noemen (contra Johannes 1:12; Dordtse leerregels II.6 en III/IV.9). Volgens Van Brummelen betekent ‘geven’ in feite ‘toestoppen'. Maar die interpretatie is gewrongen en ook niet nodig.
 
Thomas Boston hangt de eerste visie aan. Hij verwijst naar Johannes 6, waar Jezus zegt: "Mijn Vader geeft u het ware Brood uit de hemel" (Johannes 6:32). Het hemelse Brood (Christus) wordt op dezelfde manier gegeven als dat het manna in de woestijn werd gegeven. Maar het manna werd de mensen niet toegestopt, het werd hun aangeboden. Het was beschikbaar, verkrijgbaar – waarna hun daad van inzamelen, toe-eigenen, ontvangen nog volgde. Hier in Johannes 6 heeft ‘geven’ dus duidelijk de betekenis van ‘aanbieden', en het geloven wordt er omschreven als ‘aannemen'.
 
Het verschil voor de praktijk tussen beide visies is aanzienlijk. Als we geven opvattend als ‘toestoppen', moet jij voortdurend nagaan en onderzoeken of het geschenk je alreeds gegeven is; of je het alreeds bezit; of je het reeds gekregen hebt. Dat is een heel moeizame zoektocht. Je zoekt eindeloos en weet het nooit zeker. Precies jouw situatie, vrees ik. Bovendien maakt het de functie van geloven feitelijk overbodig. 

Maar in de andere visie (de gebruikelijke, de gereformeerde!) ligt het heel anders. Daar wordt Christus ons in de prediking aangeboden, gegeven, voorgehouden als het grote geschenk van God, als het Brood des levens. En je hoeft nergens anders te zoeken dan in dit Evangelie. Het ware geloof is het aannemen, aanvaarden, toe-eigenen van dit geschenk. Je mág dit aannemen, juist omdat het in het Evangelie gegeven is. Een mens kan geen ding aannemen als het Hem uit de hemel niet gegeven is (Johannes 3:27). Blijkbaar (aldus Boston) ís Hij ons gegeven en aangeboden in het Evangelie, en daarom mag je Hem aannemen. Het evangelie verschaft ons het recht van toegang, het geloof geeft het recht van bezit. Van Brummelen ontkent helaas het recht van toegang.

Ik merkte aan het begin op dat helderheid belangrijk is. Die helderheid bereiken we als we de woorden nemen in hun gewone betekenis. God biedt ons Christus aan, het geloof neemt Hem aan. God geeft het Brood des Levens, het geloof raapt dit hemelse manna op. Wij moeten nergens anders naar Gods geschenk zoeken dan in de verkondiging van het Evangelie. Als jij gelooft en aanneemt wat jou daarin wordt aangeboden, is Christus jou gegeven, is Hij jouw bezit en eigendom, heb je Zijn rijkdom ontvangen én heb je antwoord op jouw vraag naar het ware geloof.

Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink

Lees meer artikelen over:

Jezus aannementoe-eigening van het heil
Dit artikel is beantwoord door

Ds. G.A. van den Brink

  • Geboortedatum:
    05-01-1974
  • Kerkelijke gezindte:
    Hersteld Hervormd
  • Woon/standplaats:
    Apeldoorn
  • Status:
    Actief
248 artikelen
Ds. G.A. van den Brink

Bijzonderheden:


-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.

-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.

-Bekijk ook:

 

 

 

 

 

 


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Regels voor hoofdlettergebruik

Wat zijn de regels voor het hoofdlettergebruik als het om het om de naam van God gaat? Regelmatig in berijmde psalmen, (H)SV en geschriften lees ik "zijn naam", "uw werken" met een kleine letter. Zijn...
1 reactie
27-09-2012

Cusjitische vrouw voor Mozes

In Numeri 12:1 is er sprake van dat Mozes een Cusjitische vrouw genomen heeft en Aäron en Mirjam lijken het daar niet mee eens te zijn. Wordt met deze Cusjitische vrouw Zippora bedoeld of betreft het ...
3 reacties
27-09-2022

Om een nieuw hart bidden

Als je niet zeker weet of je bekeerd bent is het dan goed om een nieuw hart te bidden? Geloof is niet op gevoel. Maar moet je dan gewoon geloven dat je bekeerd bent, als je van God houdt?
3 reacties
27-09-2012
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering