Situatie in Christelijke Gereformeerde Kerken
Ds. P.D.J. Buijs | Geen reacties | 14-09-2023| 13:24
Vraag
Ik kom uit de Christelijke Gereformeerde Kerken en zoals bekend zijn er heel wat zorgwekkende dingen gaande binnen dit kerkverband. Op onze jeugdvereniging is er ook nagenoeg geen behoudende jeugd meer en wordt er door veel mensen geroepen om verandering. Waarom verschuiven de meeste kerkverbanden toch zo en houdt elk kerkverband niet vast aan waar ze voor staan? Ik ben bezorgd over de toekomst van onze kerken en zou me graag willen aansluiten bij bijvoorbeeld een Gereformeerde Gemeente waar ik ook al op de jeugdvereniging zit.
Ik voelde me overigens ook thuis in de Christelijke Gereformeerde Kerken zoals die was, maar waarom altijd de veranderingen waar mensen om roepen? En vooral: waarom wordt daar aan toegegeven? Het gaat toch om Gods roepstem en niet om het opleuken van de diensten? Ik begrijp bijvoorbeeld niet dat mensen in plaats van de prachtige bijbelgetrouwe psalmen, allerlei opgewekte liederen willen zingen. Wordt dan niet het eigen goede gevoel bij een dienst boven Gods wil en misschien wel de waarheid gesteld? Ook in de prediking mis je de drieslag ellende, verlossing en dankbaarheid steeds vaker.
Antwoord
Beste lezer(es),
Graag ga ik in op de vragen die je stelt over de situatie in de Christelijke Gereformeerde Kerken. Ik kan me je bezorgdheid over de situatie in ons kerkverband voorstellen. Er is inderdaad veel aan de hand en we weten niet waar het op uit loopt. Ik deel dus die bezorgdheid.
Nu is het belangrijk om wel onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken. Liturgische verschillen (dat gaat dus over de invulling van de eredienst) zijn er binnen onze kerken altijd geweest. En binnen de bandbreedte van de kerkorde mogen die er ook zijn. Zo wordt niet overal dezelfde vertaling gelezen (al is de NBV nadrukkelijk niet door de synode vrijgegeven) en worden er ook ten aanzien van de gemeentezang verschillende keuzes gemaakt. Ook daarvoor heeft de synode trouwens ook wel duidelijke richtlijnen gegeven: de hoofdlijn is het zingen van de Psalmen, en als men toch een lied wil laten zingen, moet dat aan bepaalde maatstaven voldoen die onze kerkorde aanreikt. Het is dus bepaald niet zo dat ieder maar kan doen waar hij zelf zin in heeft.
Als alle kerken zich ook liturgisch aan de gegeven richtlijnen zouden houden, zou er niet zoveel aan de hand zijn – een bepaalde veelkleurigheid binnen de genoemde bandbreedte kan geaccepteerd worden. Helaas houdt lang niet iedereen zich eraan...
Nu is niet elke verandering verkeerd. Wel zullen we altijd de vraag moeten stellen: dient een bepaalde verandering de Heere en het heil van Zijn gemeente, of doen we het omdat we wel eens iets anders willen? Bij het laatste denk ik altijd: zo’n snoepje is gauw opgezogen; dan moet je weer een nieuwe prikkel hebben. Veranderen om het veranderen is heilloos.
Maar we moeten ook niet verstarren, alsof alles in beton gegoten is en er nooit iets kan veranderen. Zo ben ik persoonlijk blij met de Herziene Statenvertaling. Die is niet volmaakt, maar helpt zeker jongeren om de Bijbel beter te begrijpen qua Nederlands. Ik weet ook heel goed dat de Heilige Geest nodig is om de woorden toe te passen aan ons hart. Maar we mogen als kerk geen onnodige taalbarrière opwerpen naar onze jongeren (en ouderen!) toe. Een voorbeeld van een andere goede verandering in de gemeente waar ik ben: voorheen moest ik tussen enerzijds stil gebed en anderzijds votum en groet de mededelingen doen. Tussen die twee plechtige momenten in moest ik dan bijvoorbeeld iets meedelen over een oliebollenactie of iets dergelijks. Dat vond ik echt ongepast. Daarom is het nu anders: een ouderling doet voor de dienst de mededelingen en daarna begint de dienst met stil gebed, enzovoorts.
Kijk, dat vind ik nu een voorbeeld van een verandering die een verbetering is: stijlvoller met het oog op de heilige dienst van de Heere.
Veel moeilijker wordt het als:
a. de prediking in het geding komt. Terecht merk je op dat de inhoud van de catechismus (ellende, verlossing en dankbaarheid) de inslag van de prediking behoort te zijn (al verschillen de accenten uiteraard per tekst). Ik deel de bezorgdheid dat de prediking vervlakt. Als bijvoorbeeld ervan uit wordt gegaan dat elke hoorder wel een gelovige is, dat er niet meer gewaarschuwd wordt voor het voor eeuwig verloren gaan, dan missen we wezenlijke elementen in de prediking. En helaas is dat meer dan eens het geval. Dat baseer ik op preken die ik soms in de kerken hoor of lees.
b. het gezag van de Bijbel in het gedrang komt. Dat speelt bij zaken als ‘vrouw en ambt’ en homoseksuele relaties. Nu weet ik best dat daar discussie over is: gaat het alleen maar om een verschillende manier van Bijbellezen, of is het meer? Naar mijn gedachte het laatste, al zullen anderen dat zelf misschien zo niet zeggen.
c. kerkenraden zich niet meer houden aan afspraken die door de synode zijn gemaakt. Als ieder gaat doen wat goed is in eigen ogen, zijn we terug in de tijd van de Richters. Dan wordt het moeilijk, zo niet onmogelijk om elkaar als kerken nog vast te houden.
In deze dingen gaat het om wezenlijke zaken, hoofdzaken dus. Die zijn onopgeefbaar. Het is een heilige kunst om onderscheid te maken tussen de hoofdzaken en de zaken die op zijn minst van (iets) minder belang zijn.
Laten we bidden dat de Heere de CKG bewaart bij Zijn Woord en dat de Heilige Geest zó de liefde van Christus in onze harten werkt, dat we elkaar op die basis zoeken en vinden.
Met een hartelijke groet,
Ds. P. D. J. Buijs
Lees ook:
Ds. Buijs sprak in Pastorie online over het 'bijna onmogelijke dilemma' m.b.t. de vrouw in het ambt
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P.D.J. Buijs
- Geboortedatum:02-11-1961
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Nunspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: