Nu wil ik voor de Heere leven
J.W.N. van Dooijeweert | 21 reacties | 15-08-2023| 15:05
Vraag
Hoewel er in ons kerkverband (Ger. Gem. in Ned.) niet gesproken wordt over je leven aan Jezus geven, heb ik toch wel het gevoel dat ik dat moet doen. Ik ken God in mijn leven, maar ik durf eigenlijk niet te bidden en zeggen tegen God: "Nu wil ik voor U leven." Kan iemand mij uitleggen hoe ik dit moet doen?
Ik denk dat ik bang ben dat ik dan niet meer terug kan naar de 'normale' wereld en dat ik dan altijd moet rouwen over mijn zonden en niet vrolijk kan zijn.
Het is misschien een warrig verhaal, ik hoop dat u het snapt en er antwoord op kan geven!
Een jonge vrouw die het even niet weet...
Antwoord
Beste vraagsteller,
Ik vind het heel mooi zoals je je vraag beëindigt: "Een jonge vrouw die het even niet weet..." Weet je dat er zeer veel zijn die het, net als jij, even niet meer weten? Zowel jonge vrouwen als jonge mannen. We zijn in een warboel terecht gekomen. Een situatie waar we niet uitkomen zonder de Heere God. Hij alleen kan ons bij de hand vatten en de weg wijzen! Houdt dat vast. Met beide handen.
Je gevoel is juist: je moet je leven aan Jezus geven! Uit de Bijbel blijkt dat ook duidelijk: 2 Kronieken 30:8, "Verhardt nu uw nek niet, gelijk uw vaderen; geeft de HEERE de hand, en komt tot Zijn heiligdom"; Spreuken 23:26: "Mijn zoon! geef mij uw hart, en laat uw ogen mijn wegen bewaren"; Mattheüs 11:28: "Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven"; Johannes 3:16: "Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat iedereen die in Hem gelooft, niet verderft, maar het eeuwige leven heeft"; Johannes 1:12: "Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden"; Lukas 19:5-6: "En als Jezus aan die plaats kwam, opwaarts ziende, zag Hij hem, en zei tot hem: Zacheus! haast u, en kom af; want Ik moet heden in uw huis blijven. En hij haastte zich en kwam af, en ontving Hem met blijdschap." Markus 1:15: "De eerste preek van de Heiland: De tijd is vervuld, en het Koninkrijk Gods nabij gekomen; bekeert u, en gelooft het Evangelie."
Ik stop met teksten noemen. Er zijn er nog veel meer. Alle teksten over bekering gaan over datzelfde: een actie die van jou wordt verwacht. Wij zijn van God weggegaan. In het Zuid-Afrikaans staat dit er zo heel mooi: "Wij hebben onze nek naar God toe gedraai en nie ons oog nie." Het is duidelijk dat dat we terug moeten, ons omdraaien. Dit kun je allemaal weg gaan stoppen met mooie regeltjes zoals “dat kan ik zelf niet”, “dan moet je uitverkoren zijn”, “mocht dat nog eens gebeuren in mijn leven.” Dogmatisch klinkt het misschien allemaal prachtig. Maar in de praktijk van het christelijke, kerkelijk, leven zijn dit allemaal uitvluchten die niet werken. Voor God kun je niet wegkruipen. God zal tegen je zeggen: “Ik heb je toch geroepen om terug te komen naar Mij. Waarom kwam je toen niet?”
Het lijkt heel echt en heel vroom als je met een benauwd gezicht zegt: “Ik wil wel, maar ik weet niet hoe het moet. Ik kan het niet.” Juist daarom is de Heere Jezus naar de aarde gekomen. Om die mensen, verloren mensen die niets meer kunnen, te roepen en Zijn armen om hen heen te slaan. Ze aan Zijn borst te drukken, zodat ze Zijn hart van liefde horen kloppen. Daarvoor is Jezus naar de aarde gekomen. En Hij zegt: “Keer je om, kom naar Mij.”
Ik begrijp het dat je vraag nu nog brandender wordt: “Hoe moet ik dat dan doen? Ik weet niet hoe dat moet.” Al is die vraag nog zo heftig bij je, er is maar één antwoord: doen! Jezelf geven aan de Heere Jezus. Overgeven aan Hem. Toegeven dat je een zondaar bent. Toegeven dat je de Heere Jezus nodig hebt. Klem je aan Hem vast. Echt met het gevoel: ik laat u nooit meer los.
Hoe ga je dat nu doen in jouw leven? Heel gewoon: zoek een stil plekje, met de Bijbel bij je. Waar niemand je het komende uur kan storen. Ga op je knieën, sluit je ogen, vouw je handen. Of kies een andere houding waarin je langere tijd diep kunt nadenken en ook hardop kunt praten. Vertel dan aan de Heere Jezus waarom je zo tot Hem komt. Vertel Hem alles wat in je brandt over dat “jezelf geven aan de Heere Jezus.” En geef jezelf over aan Hem.
Weet je wat daar bij hoort? Lezen in de Bijbel, naar de kerk gaan, praten met anderen die diezelfde verlangens hebben. Doen wat de Heere van je vraagt in Zijn Woord. Luister (in de Bijbel lezend) naar de prediking van Jezus Zelf en van de apostelen.
Laat je niet afleiden door anderen die tegen je zeggen dat je het zelf niet kunt en allerlei dingen meer. Je moet naar de Heere Jezus toe. Er is geen andere weg om zalig te worden.
Dan heb je nog dat andere probleem, denk je: nooit meer vrolijk zijn. Lieve vraagsteller, zolang je de Heere Jezus nog niet kent ben je nog nooit echt vrolijk geweest. Dan heb je wel lol gehad, maar dat gaat voorbij en heeft vaak een kater als slot. Als je de Heere Jezus mag kennen en volgen, dan leer je de blijdschap in de Heere kennen. Luister maar mee.
Jesaja 61:10: "Ik ben zeer vrolijk in den HEERE, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, den mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan; gelijk een bruidegom zich met priesterlijk sieraad versiert, en als een bruid zich versiert met haar gereedschap." Zoek in de Bijbel eens teksten op over blijdschap. Je wordt er stil van.
Maar er zijn van die vreemde gedachten onder ons gangbaar! In het zwart gaan... dan ben je pas heel echt bekeerd. Mijn opa zei: "Jezus heeft nooit gelachen, dus wij ook niet." Foei! We hadden een kleindochtertje hier bij ons. Ze was vier en zit al een poosje op school. Ze tekende een engel in de lucht, een kribbetje met het Kindje erin. Een poes zat naast het kribbetje. In de lucht waren wolken... en onder aan de wolken hingen ballonnen, rode, gele roze, blauwe. Kijk, opa, zei ze, ballonnen aan de wolken, want de engelen waren zo blij, Jezus was geboren. Ze had er iets van begrepen. Grote blijdschap. Er is een Zaligmaker. Het ontroerde me. Worden als een kind. Waar je leest in het Woord: grote blijdschap. In het Oude Testament en in het Nieuw Testament.
In de wereld is geen blijdschap, in de dienst van de Heere is de ware blijdschap, vermengt met grote vreugde. Voor altijd. Als de Zoon je heeft vrijgemaakt, ben je werkelijk vrijgemaakt. Dan zijn al je zonden weg... aan het kruis gespijkerd en God komt er nooit meer op terug.
Ik hoop dat ik je iets geholpen heb. Heb je nog vragen dan mag je ze gerust stellen. Ik wens je Gods zegen, Zijn licht en Zijn vrede toe. Juist nu je nog jong bent. Verknoei je leven niet door het aan de wereld te geven. Geniet van je jonge leven, maar geef het aan de Heere.
Hartelijke groet,
Jan van Dooijeweert
Dit artikel is beantwoord door
J.W.N. van Dooijeweert
- Geboortedatum:23-01-1938
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Waddinxveen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Bedoel je dit?
Galaten 2
4 En dat om der ingekropen valse broederen wil, die van bezijden ingekomen waren, om te verspieden onze vrijheid, die wij in Christus Jezus hebben, opdat zij ons zouden tot dienstbaarheid brengen.
- 1
- 2