De 13 stammen van Israël
prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 07-08-2023| 11:38
Vraag
Ik heb een vraag betreffend de stammen van Israël. Ik vind het lastig om uit teksten op te maken hoe de verdeling nou precies is nadat het koninkrijk uiteen valt. Als referentie neem ik 1 Koningen 12 waarin er hier over geschreven staat. Ik vraag me af hoe het precies zit in het kader van de stam van Simeon. Ik las in externe bronnen dat deze uiteindelijk is opgenomen in de stam Juda, terwijl ik dit niet in de Bijbel kan terugvinden. Zijn de tien stammen dan alle stammen, inclusief Levi? Of zijn de tien stammen dan alle stammen inclusief Simeon? Dit lijkt mij logischer, aangezien Levi geen grondgebied kreeg. Hoe zit dit precies?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Jakob gaf zijn kleinzoons Manasse en Efraïm niet slechts een speciale zegen, maar adopteerde hen ook als zijn zoons. Hij zei tegen Jozef: "Nu dan, jouw twee zonen, die bij jou in het land Egypte geboren zijn voordat ik bij je in Egypte kwam, zijn van mij; Efraïm en Manasse zijn van mij, net als Ruben en Simeon" (Genesis 48:5). Omdat deze twee zoons de plaats van hun vader Jozef innemen, betekent dit dat er dertien stammen van Israël ontstaan (Jozua 14:4). Dit hangt samen met het eerstgeboorterecht dat van Ruben op Jozef is overgegaan (1 Kronieken 5:1-2). Toch is meestal sprake van ‘twaalf stammen’, onder meer omdat de stam Levi geen eigen grondgebied ontving, maar verdeeld werd over het grondgebied van de anderen, zowel in het noorden als in het zuiden (zie Jozua 13-21).
Lees ook: 'Geen stam van Jozef, wel Manasse en Efraim'
Kaart: newtestamentchristians.com
Salomo krijgt te horen dat het koninkrijk zal scheuren. Zijn zoon zal slechts één stam krijgen (1 Koningen 10:12). De profeet Ahia vertelt Jerobeam dat hij tien stammen zal ontvangen, terwijl er slechts één stam voor Rehabeam is (1 Koningen 10:30-32). Het is opmerkelijk dat er maar elf stammen verdeeld worden, terwijl er twaalf stammen en ook twaalf stukken van de mantel zijn. Waarschijnlijk werd Simeon bij Juda gerekend. Het grondgebied van Simeon werd namelijk geheel omsloten door Juda. De Griekse vertaling (Septuaginta) wilde de rekensom kloppend maken en geeft de zoon van Salomo twee stammen.
In het volgende hoofdstuk staat dat alleen de stam van Juda Rehabeam volgde (1 Koningen 12:20). Toch kreeg deze koning ook de stam van Benjamin mee voor een burgeroorlog (vers 21) die uiteindelijk niet doorging (vers 22-24). De stam Benjamin lag in tussen Juda en de noordelijke stammen en kon zich bij beide rijken aansluiten.
Het gebied van Simeon lag in dat van Juda (Jozua 19: 1-9). Op den duur kwamen er steden onder Filistijnse heerschappij. In 1 Kronieken 4:31 staat over de steden van Simeon: "Dit waren hun steden, totdat David koning werd." Dat is een aanwijzing voor de afnemende zelfstandigheid van Simeon.
De exacte indeling van de stammen is ons niet altijd duidelijk. Zo ontbreekt de stam Dan in Openbaring 7, waarschijnlijk om aan het getal twaalf te komen.
Meestal ligt de nadruk op het noordelijke en het zuidelijke rijk, aangeduid met Israël en Juda, zonder dat alle stammen genoemd worden. Zo klinkt bijvoorbeeld de belofte: "Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten" (Jeremia 31:31).
Voor de relatie tussen de stammen na de wegvoering van de tien stammen in de Assyrische ballingschap verwijs ik naar het artikel "De verdwenen tien stammen van Israël" in StudieBijbel Oude Testament, deel 5.
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook: