Argumenten tegen hoofddeksel
Ds. E. Gouda | Geen reacties | 18-02-2006| 00:00
Vraag
De vragen over hoedjes voor de vrouwen gaan alleen over de vraag waarom je wel een hoedje op moet. De argumenten zijn duidelijk. Er zijn echter ook heel veel kerken en landen waar men géén hoed op heeft. Wat zijn de argumenten van deze mensen? Ook zij lezen 1 Kor. 11. Dus: wat zijn de argumenten om geen hoofddeksel te dragen?
Antwoord
Geachte vragensteller,
Tegenwoordig geldt de zogenaamde ‘omgekeerde bewijslast’. In de voorgelegde vraag zou dit betekenen dat de andere partij zich moet verantwoorden voor het niet-bijbelse standpunt namelijk, het niet dragen van een hoofddeksel. Ik zou je ook de vraag kunnen stellen, want “wie kaatst kan de bal verwachten”: Heb je aan die ander die vraag al eens voorgelegd? Als de argumenten je duidelijk zijn, dan lijkt het me zinvol om die argumenten voor te houden aan de mensen die zich aan Gods Woord onttrekken. Het is niet wenselijk om ons te laten verleiden (!) of te laten verzoeken om de argumenten van de ander in ons program in te passen.
En dat laatste doen vandaag veel mensen. Waarom? Omdat er weinig mensen zijn die nog ruggengraat hebben. Er ontstaat o zo makkelijk aanpassing aan de andere kant, in plaats van gewoon te luisteren naar wat God van ons vraagt. Maar daar zit kennelijk het echte probleem. Want ons hart is o zo arglistig. Wij willen zo graag onze eigen zin doen en we zijn o zo vindingrijk om het Woord van God te laten zeggen (= buikspreken) wat wij wensen. Als we op die manier met de Heilige Schrift omgaan, en dat zijn er vandaag heel wat, ook in onze eigen (reformatorische) kring, dan staat de uitkomst bij voorbaat al vast. Want hier geldt: de wens is de vader van de gedachte. Wij passen God en Zijn Woord in ons denkkader en zie de uitkomst... Een verrassing?! Nee, geen verrassing. Want wie zich laat ‘verrassen’, laat God werkelijk aan het Woord en zegt met Samuël: “Spreek, HEERE, want Uw knecht hoort!” Dat is het geheim. Het geheim van Gods kinderen, die eerbiedig knielen voor de heilige ontzaglijke God en Zijn onfeilbaar Woord. Met Abraham zeggen ze: “Zie toch, ik heb mij onderwonden te spreken tot den Heere hoewel ik stof en as ben!” Dat vraagt dus om een bekeerlijk hart waarin blijkt dat we ook in het minste getrouw zijn. Waarom? Uit liefde tot God. Dan ga ik niet discussiëren en argumenteren, maar aanvaard eenvoudigweg Gods Woord, dus ook 1 Korinthe 11. Wie dat niet doet verheft zich boven de Schrift en uiteindelijk boven God en wil wijzer zijn dan Hem. Op dit punt dwaalt menigeen.
Wie de geschiedenis en de cultuur kent, en dat schrijft Paulus zelf ook, “dat leert de natuur”, die weet ook dat dit fenomeen (het dragen van een hoofddeksel - hoofddoek) lange tijd voor vrouwen een normaal geaccepteerd verschijnsel was en is. Kennelijk geldt dit niet langer meer daar waar mensen zogenaamd ´verlicht´ zijn (o.a. West-Europa), maar ondertussen de fundamenten van de kerk door de secularisatie weggeslagen worden en het betonrot meer en meer zichtbaar openlegt wat in het hart van de mens is. We gaan onszelf niet verheffen, want wie God leert kennen in Jezus Christus, is tegelijk mild naar de ander. Dit neemt echter niet weg dat de zonde altijd benoemd moet worden, want we sluiten geen compromis met de zonde noch met de zondaar. Of niet dan?! We roepen land en volk terug om zich te scharen onder Gods banier. Dat geeft vrede en vreugde. Maar hier geldt ook: “Die getrouw is in het minste, die is ook in het grote getrouw. En die in het minste onrechtvaardig is, die is ook in het grote onrechtvaardig.” En als laatste besluit ik met Paulus´ woorden: “Doch indien iemand schijnt twistgierig te zijn, wij hebben zulke gewoonten niet, noch de Gemeenten Gods”, 1 Kor. 11:16. Een woord, Gods Woord, dat vandaag onverminderd op ons allemaal van toepassing is.
Een hartelijke groet,
Ds. E. Gouda
Dit artikel is beantwoord door
Ds. E. Gouda
- Geboortedatum:25-12-1968
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Nieuw-Lekkerland
- Status:Actief