Geen vrees voor goedwillige God
Ds. S.T. Lagendijk | Geen reacties | 07-07-2023| 14:15
Vraag
Als we 1 Johannes 4:18 lezen dan staat er dat als je God mag kennen, je geen vrees meer hebt (in geestelijk opzicht). Betekent dit dat je als kind van God ook nooit twijfelt, of je het geloof jezelf aanpraat? Als je bijvoorbeeld een bang karakter hebt, dan ben je altijd bang dat je jezelf vergist. Als ik dan de tekst zo lees, staat er dus eigenlijk dat een kind van God niet twijfelt aan zijn zaligheid. Of hoe moet je dit lezen?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Misschien is het goed om eerst even te kijken naar wat 1 Johannes 4:18 wil zeggen. Johannes zegt daar dat liefde en angst niet samengaan. Als je iemand echt liefhebt, ben je niet bang voor hem, maar vertrouw je hem. Als je bang bent voor God, als je bang bent voor Zijn straf, zo zegt Johannes, dan heb je Hem niet helemaal lief. Dan vertrouw je Hem niet helemaal.
Het is belangrijk om te letten op hoe Johannes dat zegt. Hij zegt niet: Als je bang bent voor God of bang bent voor Gods straf, dan heb je God helemaal niet lief. Maar hij zegt: Dan ben je niet volmaakt in de liefde tot God. Kortom, Johannes laat de mogelijkheid open dat mensen die in de Heere Jezus geloven soms terugvallen in ongeloof en weer bang worden voor God en voor Gods straf. Maar dat dat kan gebeuren, is niet iets goeds, laat staan dat het een kenmerk is van een waar geloof. Voor Johannes is bang zijn voor God en bang zijn voor Gods straf iets wat niet hoort. Iets waar je tegen moet strijden. Het is voor hem ongeloof, in plaats van geloof. Wanneer een gelovige op zijn plek is, is hij niet bang voor God en niet bang voor Gods straf, maar vertrouwt hij God volkomen.
Als je dat moeilijk vindt, kan het helpen om na te denken over wie God voor je is. Geloof je dat God (om een term van Calvijn te gebruiken) ‘goedwillig’ is? Geloof je dat Hij het goede met je voorheeft? Dat Hij je graag wil redden? Dat Hij je graag al je zonden vergeven wil en je ontvangen wil als Zijn kind? Dat Hij graag je hemelse Vader is en als een Vader voor je zorgen wil?
Ongeloof, zo zegt Calvijn, verwacht het slechte van God. Dat wantrouwt God. Dat denkt dat God helemaal niet het goede met je voorheeft, maar het verkeerde. Dat ziet God als een lelijke tiran, die ons graag straft, en niets liever doet dan ons naar de ondergang sturen.
Maar geloof ziet Hem zoals Hij is. Een God, die deze verloren wereld en ons, verloren mensen, zo liefgehad heeft, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat iedereen die Hem vertrouwt het eeuwige leven heeft. Die ziet Hem, zoals de Vader uit de gelijkenis van de verloren zoon, op de uitkijk staan, met Zijn armen uitgestrekt om elke weggelopen zondaar die tot Hem komt in Zijn armen te sluiten. Die ziet Hem als een vrijgevige Vader, die al Zijn rijkdom graag aan je weggeeft, als je je handen ophoudt bij Hem. Die ziet Hem als een Vader, die je graag als Zijn kind bij je heeft. Iets wat een enorm wonder is, als je beseft wat je Hem hebt aangedaan, en dat jij dat helemaal niet waard bent.
Als je het moeilijk vindt om niet bang te zijn voor God, denk dan na over Gods goedwilligheid. En denk dan na over dat God zegt dat Hij een Vader is.
De angst om je te vergissen is iets wat veel mensen hebben die opgegroeid zijn in een context, waarin niet de nadruk ligt op Gods goedheid en dat je mag geloven, maar op dat geloven niet zomaar gaat, en dat je op moet passen dat je jezelf niet bedriegt. Het is opvallend dat de Bijbel die nadruk niet legt, maar juist aanspoort om te geloven.
En ja, het is mogelijk om jezelf te bedriegen. Arglistig is ons hart, meer dan wat dan ook, zegt de HEERE in Jeremia. Maar wat is de manier om daarmee om te gaan? De Bijbel zegt niet dat we daarom maar moeten twijfelen of het bij ons wel écht is, of dat we op zoek moeten naar kenmerken in ons hart, waaraan je zou kunnen opmaken dat je geloof echt is. Nee, de Bijbel wijst ons op de HEERE. Met onze twijfel moeten naar Hem gaan, in het vertrouwen dat Hij ons zal helpen. Zoals David in Psalm 139: “Zie, of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op den eeuwigen weg.” Hij zegt tegen de HEERE: Het zou zomaar kunnen dat ik op de verkeerde weg zit. Daarom kom ik tot U, in het vaste vertrouwen dat U mij van de verkeerde weg af zult halen, en mij op de goede weg zult zetten, als ik U dat vraag. In het vertrouwen dat de HEERE zulke gebeden, die Hij ons Zelf leert in de Bijbel, verhoort, mag je elke keer als je twijfelt dit gebed bidden, en na je amen weten, dat áls je verkeerd zit, dat de HEERE je op de goede weg zal brengen. Want zo is Hij. Hij is een God die je niet beschaamd laat uitkomen, als je het verwacht van Hem!
Ds. S. T. Lagendijk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. S.T. Lagendijk
Bijzonderheden:
Bekijk ook: