Gods verwerping daad van rechtvaardigheid (2)
Ds. G.A. van den Brink | Geen reacties | 29-06-2023| 10:10
Vraag
Een vervolgvraag aan ds. G. A. van den Brink op het antwoord van de vraag “Gods verwerping daad van rechtvaardigheid.” Hoe kan de verwerping van eeuwigheid rechtvaardig zijn, aangezien de verworpenen in de eeuwigheid nog niet bestonden en nog geen zonden gedaan hadden? Het klinkt logischer voor mij dat Hij van eeuwigheid heeft besloten hen in de tijd in de zonde te laten, waardoor ze rechtvaardig verworpen kunnen worden. Maar dat is toch geen verwerping van eeuwigheid?
Een vraag van iemand die het even niet meer begrijpt wat nu klopt.
Antwoord
Beste vragensteller,
De vragen over de verwerping moeten we met terughoudendheid en voorzichtigheid bespreken. De remonstranten wilden het over de verwerping hebben, maar de Dordtse synode wilde de nadruk leggen op de verkiezing.
We mogen niettemin zeker nadenken over de verwerping. Theologen gebruiken het woord verwerping (reprobatio) voor Gods besluit van eeuwigheid en het woord veroordeling of verdoemenis (condemnatio) voor het vonnis aan het einde van de wereldgeschiedenis; “wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden” (Markus 16:16).
Gods verwerping van eeuwigheid omvat twee zaken. Allereerst een ontkennende kant (in het Latijn de reprobatio negativa), anderzijds een bevestigende kant (in het Latijn de reprobatio positiva). De ontkennende kant is het besluit van God om sommige mensen voorbij te gaan, niet te verkiezen, het besluit om mensen niet te brengen tot geloof. Het is ontkennend, omdat God hierin besluit iets niet te zullen doen. Vervolgens is er de bevestigende kant van de verwerping; hier gaat het om het besluit van eeuwigheid om de mensen die in ongeloof sterven, rechtvaardig te veroordelen vanwege hun eigen zonden. Dus de (bevestigende) verwerping is Gods besluit van eeuwigheid om in de tijd te veroordelen.
De wijze waarop Christus omging met Judas kan dit verhelderen. Toen Judas opstond om Jezus bij het Sanhedrin te verraden, heeft Christus hem niet tegengehouden. Christus had dit kunnen doen, maar Hij besloot dit niet te doen. Dit is het ontkennende deel van Zijn besluit. Vervolgens heeft Judas zijn Meester verraden en is Hij om dit verraad terecht veroordeeld. Het besluit om Judas vanwege zijn verraad te veroordelen, is het bevestigende deel van Zijn besluit.
Bij dit tweede deel zien we duidelijk dat het hier een zaak van rechtvaardigheid is. Het is geen willekeurig besluit om ongelovigen te veroordelen, maar een zaak van het volste recht.
In wat jij schrijft zou ik kortom slechts één woord willen wijzigen, en het zo zeggen: “Het klinkt logischer voor mij dat Hij van eeuwigheid heeft besloten hen in de tijd in de zonde te laten, waardoor ze rechtvaardig veroordeeld kunnen worden.” Mogelijk dat je het zo ook bedoelde en dan heb ik naar ik hoop je verwarring kunnen wegnemen.
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook: