Onuitgesproken gelofte aan God
Ds. K. van den Geest | Geen reacties | 07-06-2023| 07:59
Vraag
Ik heb een vraag over geloften aan God. Er zijn al een groot aantal vragen beantwoord over dit onderwerp, maar deze kon ik nog niet vinden. Als je in gebed in gedachten, dus niet hardop uitgesproken, onbedacht/onbewust een belofte doet, ben je dan ook verplicht om die te houden? In de Bijbel worden we vermaand om onze geloften te betalen, maar er wordt eigenlijk altijd bij vermeld dat die belofte met de mond/lippen gedaan moet worden. Zoals in Numeri 30:2, Deuteronomium 23:23 en Prediker 5:5. Kun je deze Bijbelteksten zien als vrijspraak van het houden van onuitgesproken, onbedachte/onbewuste beloften of niet? Of heb ik nog teksten over het hoofd gezien?
Antwoord
In het algemeen geldt: spreek nooit lichtvaardig of onnodig geloften uit (vergelijk wat Jezus hierover zegt in Mattheüs 5: 33 als het gaat over een eed zweren en beloften inlossen). Het gaat om iets ernstigs: de Naam van God wordt erbij aangeroepen. Juist daarom zijn geloften in de Bijbel altijd omgeven met een vorm van ‘juridische voorwaarden’, zo zou je het kunnen noemen. Een gelofte gebeurt onder getuigen, wordt dus hardop uitgesproken, men kan je er aan houden.
De Bijbelplaatsen die u noemt, veronderstellen (soms wat meer impliciet) dat geloften gehoord worden door anderen en dat men deze aflegt onder ede, etc. In Deuteronomium 23 wordt gesproken van een gelofte als iets tussen God en de individuele mens. Maar er wordt aan toegevoegd, dat niemand van je eíst dat je die gelofte aflegt, het is een eigen vrijwillige keus. Dat sluit dus aan bij wat Jezus erover zegt. Ook Prediker 5 bevestigt dit: spreek niet onnodig en lichtvaardig geloften uit.
Al met al lijkt me de conclusie gerechtvaardigd dat het te allen tijde gaat om hardop uitgesproken geloften, die worden vastgelegd door de priester of onder getuigen worden uitgesproken. Dus: het is óf op deze wijze, óf niet.
Over onuitgesproken, gedachte geloften horen we in de Bijbel niets, onze gedachten zijn soms niet goed te sturen, ook als we in gedachten bidden, is dat nog niet gelijk aan hardop uitgesproken geloften. Uiteraard kent God onze gedachten en moeten we ook in onze gedachten niet lichtvaardig dingen aan God toezeggen, helemaal omdat we ze vaak niet waar kunnen maken (bijv. als we beloven bepaalde zonden niet meer te doen). Onze beloften en geloften zijn loos en zwak, alleen Gods Woorden zijn ja en amen. Maar onuitgesproken of slechts ‘gedacht’, God is genadig en lankmoedig, Hij zal ons in zulke situaties niet streng en liefdeloos benaderen, maar met vergeving en genade.
Ds. K. van den Geest
Dit artikel is beantwoord door
Ds. K. van den Geest
- Geboortedatum:12-10-1957
- Kerkelijke gezindte:Nederlandse Gereformeerde Kerken
- Woon/standplaats:Deventer
- Status:Actief