Delier beïnvloedt geloofsleven
J. Boeijenga | Geen reacties | 09-05-2023| 15:04
Vraag
Hoe komt het dat je niet kunt bidden als je een delier (deze is zeer angstig) hebt en hebt niet het besef hebt om naar God te vluchten? Hoe kan dit?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Vanuit mijn werk heb ik een paar keer meegemaakt dat iemand een delier had. Een vreselijke ervaring als toeschouwer, helemaal ingrijpend om dat zelf te moeten ervaren. Iemand is op dat moment met die ‘vertrekking van zinnen’, niet in staat is tot een adequate communicatie met de mensen om haar of hem heen en dat onvermogen is er dan ook tot het communiceren met God.
Wat is een delier? Een delier is een periode van verwardheid, vaak gepaard met angst en/of onzekerheid, veelal bij wat oudere mensen.
Meestal is de oorzaak een plotselinge verandering in leefomstandigheden. Dit kan zijn ziekte -m.n. blaasontsteking en diabetes zijn berucht-, verhuizing, ziekenhuisopname, operatie, overlijden van een dierbare, medicatie. Ook kan er een delier optreden door gebruik van alcohol of drugs of het abrupt stoppen hiervan, maar dat laat ik even buiten beschouwing.
Kenmerken van een delier: concentratiestoornissen, onduidelijke spraak, zintuiglijke waarneming van niet-bestaande zaken, desoriëntatie, apathie, verwardheid/onrust (plukken aan lakens, trekken aan catheter), wantrouwen, verstoord dag/nachtritme. Hier vind je meer medische info over delier.
Duidelijk mag zijn dat een delier voor die betreffende persoon zorgt voor een niet-bestaande, ongewilde, vaak beangstigende werkelijkheid die op dat moment het normale functioneren ernstig belemmert. Juist het verlies van realiteitszin maakt dat de -voor een christen- meest voor de hand liggende toevlucht, namelijk via het gebed tot God, niet mogelijk is. Een vergelijkbare situatie doet zich voor wanneer iemand erg veel morfine-achtige pijnstillers nodig heeft, of wanneer de stervensfase is ingetreden.
Het is van levensbelang om de relatie met God op te bouwen en te onderhouden in de levensfase waarin er niet of nauwelijks sprake is van invloeden die het bewustzijn kunnen vervormen of verminderen. In dit geval dus bij voorkeur voor, of eventueel na de periode van delier (een delier duurt een paar uur tot een paar dagen).
Bekende teksten die hiertoe oproepen zijn: Prediker 12:1: “En gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen, en de jaren naderen, van dewelke gij zeggen zult: Ik heb geen lust in dezelve.” Jesaja 55:6: “Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is.” Maar ook Petrus kreeg door de Heere Jezus al een soortgelijk toekomstbeeld geschetst in Johannes 21:18: “Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen gij jonger waart, gorddet gij uzelven, en wandeldet, alwaar gij wildet; maar wanneer gij zult oud geworden zijn, zo zult gij uw handen uitstrekken, en een ander zal u gorden, en brengen, waar gij niet wilt.”
Ik bedoel dit niet goedkoop, want het lijkt nogal makkelijk om overal even een tekst bij te zoeken. Maar wanneer wij in een hechte geloofsverhouding met God mogen verkeren, mag er ook het geloofsvertrouwen zijn dat God van ons afweet, ook al kunnen zich situaties voordoen waarin wij op dat moment niet van Hem afweten. Overigens weet God altijd van ons af, gelukkig maar.
Daarnaast is het belangrijk dat gelovige medestanders de delirante persoon kunnen opdragen in het gebed, zoals de vier vrienden hun verlamde makker door het gat in het dak letterlijk aan de voeten van de Heere Jezus neerlieten (Markus 2). Er staat zo treffend: “En Jezus, hun geloof ziende...” Dat wil zeggen het geloof van de vrienden!
Tenslotte enige woorden van de apostel Jakobus (hoofdstuk 5), waarin ook zo pastoraal wordt aangegeven dat het niet alleen om het gebed van de betroffene gaat, maar ook de dragende kracht van het gebed van anderen hoog gewaardeerd wordt: “Is iemand krank onder u? Dat hij tot zich roepe de ouderlingen der Gemeente, en dat zij over hem bidden, hem zalvende met olie in den Naam des Heeren. En het gebed des geloofs zal den zieke behouden, en de Heere zal hem oprichten, en zo hij zonden gedaan zal hebben, het zal hem vergeven worden. Belijdt elkander de misdaden, en bidt voor elkander, opdat gij gezond wordt; een krachtig gebed des rechtvaardigen vermag veel.”
Ik hoop dat het antwoord mag bemoedigen en dat de Heere tot Toevlucht mag zijn.
Johan Boeijenga
Dit artikel is beantwoord door
J. Boeijenga
- Geboortedatum:26-05-1958
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Nunspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Sedationist in ziekenhuis St. Jansdal
Bekijk ook: