Gij moet geloven
Ds. G.A. van den Brink | Geen reacties | 30-03-2023| 12:37
Vraag
Beste ds. Van den Brink. Dank u wel voor al de moeite met het geven van uw lezingen, het beantwoorden van vragen en nog zo veel meer! Dit heeft mij en vele anderen erg geholpen. Zelf kom ik oorspronkelijk uit de Gereformeerde Gemeenten. Afgelopen week zag ik ook een antwoord van een dominee in de Saambinder. Hij heeft het onder meer over “vlotte babbelaars die zichzelf sieren met de naam van theoloog of predikant.” De dominee heeft het onder meer over een uitspraak van Luther.
“Wanneer jullie nu horen dat je moet geloven, dan zeg je spoedig: ik zal mijn uiterste best doen en beginnen om gelovig te worden. Maar nee, het gaat niet gebeuren. Daar is nog wat meer voor nodig dan je eigen wil en kracht. Zó doen we ook als men predikt dat je voor je zonde moet betalen; dan beginnen we gauw met onze eigen goede werken, om zó voor de zonde te voldoen. Dat alles verbiedt Christus en Hij wil niet dat je dit zult doen. Jij begint niet, maar Hij begint! Wil je de man zijn die heer en meester is over zijn eigen hart? Leer dan eerst dat het geloof een gave van God is, en niet alléén een gave, maar ook een Goddelijke kracht die ons bewaart tot de zaligheid (Efeze 2:8, 1 Petrus 1:5). Je zult dan niet uit jezelf kunnen geloven. Wil je de duivel trotseren en hem overwinnen, waar wil je dan beginnen, dwaas die je bent?! Dit is voor jou te hoog en te moeilijk. Pas op dat je niet in de vermetelheid valt dat je denkt: als ik de woorden hoor, dan kan ik ze gelijk geloven” (Wochen-predigten über Joh. 6-8).
De dominee heeft het vervolgens over “eerlijk zalig worden” en daarbij haalt hij ds. Kersten aan die onder meer zegt:
“Eén zaak kan ik u zeggen. Men zegt ons dat wij u zeggen moeten: Gij móét geloven! Wij brengen de waarheid u niet goed; wij doen het helemaal verkeerd; want wij zeggen tegen u dat gij niet kunt geloven. En nu zegt men dat wij u zeggen moeten: Gij moét geloven. Mijn medereizigers naar de eeuwigheid, ik hoop het nooit, nooit te zeggen. Ik ben geleerd door onze gereformeerde vaderen en het eeuwige Woord van God, dat wij geen recht hebben om Jezus toe te eigenen, geen recht hebben om te geloven dat wij allen naar de hemel gaan?”
De dominee erkent dat Dordt het anders zegt, maar vervolgens mag er volgens hem toch niet op aangedrongen worden dat je moet geloven en is het ook niet ons recht om te gaan geloven. Is dit waar? Is dit ons recht echt niet? Soms ga ik dan ook zo aan mezelf twijfelen, mag ik het wel zo maar geloven? Is de angst om Jezus ‘zomaar’ aan te nemen zonder eerst veranderd te zijn, misschien dan toch gegrond?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vragensteller,
Het antwoord op de achterkant van de Saambinder heb ik ook gelezen. Meerdere mensen stuurden het aan me toe. Eerst haalt de dominee een bekend citaat aan van Luther: “Geloof en je hebt het!” Dat is inderdaad een bekende uitspraak van Luther die je vaak in zijn werken tegenkomt. Maar vervolgens stelt de dominee er een ander citaat tegenover. Dat citaat noem jij in je vraag.
Er zijn echter een paar problemen. Allereerst is het citaat niet goed vertaald. Ik heb daar al eerder op gewezen op Refoweb in het antwoord 'Luther misverstaan'. Luther zegt dus niet wat mensen hem in de mond leggen. Aansluitend is er nog een zwakte. Wie wil kan zich abonneren op een bepaalde mail-service, zodat je elke dag een citaat van Luther in je mailbox krijgt. Blijkbaar is deze dominee daar ook op geabonneerd. Maar hij doet net alsof hij het zelf gevonden heeft, want hij vermeldt in het Duits de vindplaats. Dat is niet zo correct: hij pronkt met de belezenheid van iemand anders. En ten derde: de vraag is niet hoe het tweede citaat zich tot het eerste citaat van Luther verhoudt. De vraag is wel hoe de prediking in de Gereformeerde Gemeenten zich tot het eerste citaat van Luther verhoudt. Mag een dominee in de Ger. Gem. Luther naspreken en zeggen tegen de gemeente: “Geloof en je hebt het!”, of is dat verboden? Daarover had het antwoord in de Saambinder moeten gaan.
Aansluitend iets over het citaat van ds. Kersten. Het komt uit een preek die in 1950 is gepubliceerd, dus toen Kersten al oud was. Aan het einde van zijn leven kwam ds. Kersten steeds meer onder invloed van ds. C. Steenblok en hij werd daardoor steeds negatiever over het aanbod van genade. Die afkeer klinkt wel heel duidelijk door in zijn uitspraak! Kersten ontkent in zijn citaat (evenals de GGiN dat nu nog steeds doet) dat wij een recht van toegang hebben. Zie hierover de vraag 'Komen als een rechthebbende' op Refoweb.
Aan het einde van je vraag verwoord je jouw twijfel en angst. Het gaat me aan het hart dat je dit zo sterk ervaart. De dominee had in zijn antwoord in de Saambinder moeten zeggen: “Ja, er is een bevel om te geloven, lees 1 Johannes 3:23! Niemand heeft het recht om niet te geloven. De Zaligmaker werpt niemand uit die tot Hem komt (Johannes 6:47)!”, enzovoorts. Natuurlijk had hij mogen wijzen op eenzijdigheden, maar hij had het bevel moeten laten staan. Nu is hij in een dogmatische kramp geschoten, waardoor hij lezers zoals jij opzadelt met angst en twijfel en verwarring. Hij lijkt tevreden te zijn met kritiek op “vlotte babbelaars” en vergeet zijn roeping om zijn hoorders te dwingen in te gaan (Lukas 14:23).
Beste vragensteller, in jouw verwarring en angst zit een geestelijke dimensie. Ga mét deze angst en twijfel naar de Zaligmaker. Wees als de vrouw die ondanks alle verboden van de mensen naar Jezus ging (Markus 5:27-28).
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook: