Aanbod van genade hoort bij genadeverbond
Ds. C. Harinck | Geen reacties | 21-02-2023| 15:57
Vraag
Aan ds. Harinck: U schreef onlangs over de leeruitspraken van de Gereformeerde Gemeenten uit 1931. In één van de uitspraken wordt gezegd dat God van de gevallen mens Zijn beeld terugeist. Wat is daarvoor de Bijbelse grond? Was het behouden van Gods beeld voor Adam een verplichting van het werkverbond?
Vraag 2: Voor ds. C. Harinck, naar aanleiding van zijn reactie op dr. G. A. van den Brink. Van den Brink stelt dat het aanbod van genade volgens de Gereformeerde Gemeenten niet bij het evangelie hoort, maar bij de wet. Het aanbod van genade hoort volgens hem bij het werkverbond. In uw reactie hierop schrijft u dat dit juist opgemerkt is. Maar wat betekent dit precies?
In uw boek over het aanbod van genade stelt u dat de Gereformeerde Gemeenten in Nederland artikel 6 voorwaardelijk wilde verstaan, waardoor “de verantwoordelijkheid van de hoorder in verband gebracht wordt met de eis van het werkverbond. God eist uit kracht van schepping en werkverbond geloof en bekering. Deze eis gaat aan het genadeverbond vooraf.” In deze, door de Ger. Gem. verworpen, interpretatie van 1931 verdwijnt het aanbod van genade inderdaad. Maar naar mijns inzien is dit in de leer van de Ger. Gem. niet het geval. De Generale Synode van 1977 heeft bijvoorbeeld uitgesproken dat “de dienaar des Woords predike niet de wet aan de onbekeerden en het Evangelie aan de overtuigden, doch hij predike wet en Evangelie aan de gehele gemeente.” Is het dan niet beter om te stellen dat het aanbod van genade in de Ger. Gem. valt in de bediening van het genadeverbond?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Laat ik eerst stellen dat Van den Brink niet zegt dat het aanbod van genade en de eis tot geloof bij het werkverbond hoort, maar dat 1931 dit zegt. Van den Brink bestreed dit en daarin moest ik hem gelijk geven. In andere stellingen van hem had ik mijn bezwaren.
De aanbieding van de genade hoort bij de bediening van het Genadeverbond. De bekendmaking van het Genadeverbond geschiedt voornamelijk door de prediking. In Jezus’ optreden en de arbeid van de apostelen kun je leren dat dit geschiedt door middel van oproepen tot bekering en geloof, waarschuwingen, zelfs met dreiging van verdoemd te worden bij ongeloof, maar vooral door de aanbieding van Gods genade aan rebellen en opstandelingen met de bede: Laat u met God verzoenen. Het hoort allemaal bij de bediening van het Verbond der Genade of de prediking.
Het werkverbond eist nog steeds volmaakte gehoorzaamheid van ons. En die eis heeft een functie. Zij moet ons naar het Genadeverbond doen vluchten dat redding en verzoening belooft voor ieder die komt en gelooft.
Wat 1977 betreft, die Synode heb ik zelf meegemaakt. We zaten altijd nog met de uitspraak uit 1948 dat de wet tot de onbekeerden moet worden gepreekt en het Evangelie tot de verbrokenen van hart. Dat heeft men toen recht willen zetten.
Je hebt met je laatste zin gelijk. Het aanbod van genade hoort bij het Genadeverbond. Dat is ook logisch. Maar dat zeggen de artikelen van 1931 helaas niet. De wet van het werkverbond kent maar één eis: doe dat en gij zult leven; doe het niet en je sterft.
Ik hoop dat het u nu duidelijk is,
Ds. C. Harinck
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook: