Liefdeloosheid van Gods kinderen
Ds. T.A. Bakker | Geen reacties | 31-01-2023| 15:39
Vraag
Ik heb een vraag die mij toch flink dwars zit. Ik ken diverse christenen uit de rechterflank, die binnen hun kerkverband als één van de zeer weinigen deelnemen aan het Heilig Avondmaal. Ik observeer één probleem: ze zijn zo kil en koud naar hun omgeving, zo zelfzuchtig, zo wettisch, zo liefdeloos, zo afstotelijk naar hen die niet in hun straatje passen. En dat gebeurt met zo’n mentaal geweld dat zelfs hun gezinnen ontsporen, dat ik merk dat ik gestopt ben met geloven dat zij kinderen van God zijn.
Ik worstel met de volgende teksten: Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt. (Mattheüs 7:1); En al ware het dat ik de gave der profetie had, en wist al de verborgenheden en al de wetenschap; en al ware het, dat ik al het geloof had, zodat ik bergen verzette, en de liefde niet had, zo ware ik niets (1 Korinthe 13:2); Het is bekend wat onze eigen wil allemaal teweegbrengt: ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, afgoderij en toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede, gekonkel, geruzie en rivaliteit, afgunst, bras- en slemppartijen, en nog meer van dat soort dingen. Wie zich aan zulke dingen overgeven, zullen geen deel hebben aan het koninkrijk van God (Galaten 5:19-21); En hij zegt dat als je je door de Geest laat leiden, je anders gaat leven. Je leert om naar andere dingen te verlangen. En vanuit die goede verlangens komen dan ook goede vruchten voort: de vrucht van de Geest (Galaten 5:21); Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing (Galaten 5:22); Ieder die gelooft dat Jezus de Christus is, is uit God geboren, en ieder die de Vader liefheeft, heeft ook lief wie uit Hem geboren zijn. Dat wij Gods kinderen liefhebben weten we doordat we God liefhebben en zijn geboden naleven (1 Johannes 5: 1-2). Ik ben maar gestopt met Bijbelteksten te verzamelen. Ik denk dat het spanningsveld wel duidelijk is.
Mijn vragen centreren zich rondom: Hoe duidt u de spanning in de teksten tussen het geloof en het “uit God geboren zijn” enerzijds, en de (afwezigheid van) vruchten anderzijds? Mag je op basis van iemands gedrag -ook al gebeurt de kruistocht uit de naam van de waarheid- stelling innemen over iemands geloof?
Ik anticipeer vast op uw mogelijke eerste reactie:
- ik ken de harten van de mensen niet;
- ik ken de exacte toedracht van de situatie die je beschrijft niet;
- ik kan daarom niet oordelen.
Ik begrijp het als u dit schrijft, maar het spanningsveld wat ik observeer gaat op het scherpst van de snede: mensen leven zo duidelijk in liefdeloosheid dat hun gezinnen erdoor verscheurd worden; tegelijk claimen ze gezag met hun gang naar het Heilig Avondmaal.
Antwoord
Beste vragensteller,
Ik proef een enorme worsteling achter de vraag. Je bent diep teleurgesteld in mensen die -blijkens hun Avondmaalsgang- op Jezus zouden moeten lijken. Ze lijken in de verste verte niet op Hem. De liefde ontbreekt. Wat is het erg dat je die ervaring hebt opgedaan. De teksten die je aanhaalt, zijn helder genoeg: liefdeloosheid past niet bij het leven van een kind van God! Dat moeten we dus op geen enkele manier goedpraten. Wat is het een gevaar als mensen op een voetstuk worden gezet, bijvoorbeeld omdat ze deelnemen aan het Heilig Avondmaal. Wij mensen kunnen daar niet tegen. Daar zijn we veel te hoogmoedig voor, en veel te verzot op macht. Als we niet oppassen gaan we anderen de maat nemen. En dat is gewoon fout.
Toch betekent dat niet dat je zo iemand geestelijk ‘afschrijft’. Dan doe je namelijk precies waar je zoveel moeite mee hebt...! Ik vind het altijd weer leerzaam om te zien hoe Paulus zijn brieven vormgeeft. Grofweg de eerste helft gaat over de positie van de christenen aan wie hij schrijft “in Christus.” Vervolgens maakt Paulus zijn onderwijs concreet en pent hij allerlei vermaningen neer. Dat is in het algemeen de tweede helft van zo’n brief van Paulus. Hij spreekt de christenen daarin aan op hun positie in Christus en zegt: daar past dit wel bij en dit niet.
Let erop wat hij niet zegt: ik zie zoveel zonde en liefdeloosheid in jullie gemeente, blijkbaar kennen jullie Christus niet. Doe jij dat ook maar niet bij die mensen aan wie je je zo stoort. Bid voor hen. Opdat ze zich bekeren van hun liefdeloosheid en vanuit Christus vrucht zullen dragen. En... pas op met generaliseren. Daarmee doe je geen recht aan die andere christenen “uit de rechterflank” (zoals je schrijft) die ook aan het Heilig Avondmaal deelnemen en het geestelijke gezag dat ze hebben niet misbruiken, maar liefdevol gebruiken tot nut en zegen voor hun gemeente. Want ik weet één ding – die mensen zijn er ook!
Hartelijke groet,
Ds. T. A. Bakker
Dit artikel is beantwoord door
Ds. T.A. Bakker
- Geboortedatum:07-02-1995
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Giessendam-Neder-Hardinxveld en Sliedrecht
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: