Kromme tenen in de kerk
A. J. C van Gent | Geen reacties | 05-01-2023| 15:18
Vraag
Regelmatig zitten wij in de kerk (Gereformeerde Gemeenten) met kromme tenen. Zo ook zondagmiddag. Het zesde gebod werd behandeld. Er werden harde uitspraken gedaan over abortus. Natuurlijk heeft dit alles te maken met het zesde gebod. Maar er was geen enkele bewogenheid m.b.t. de zorgen, spanningen en verdriet acher abortus. Ik weet heel zeker, mocht er iemand zijn die dit heeft gedaan, diegene zal nooit op de dominee afstappen. Dit is een van de voorbeelden bij onze predikant.
Al vaker heeft hij tactloze opmerkingen gemaakt. Onze predikant heeft geen inlevingsvermogen. Pijnlijk om te zeggen, maar dit blijkt keer op keer. Wat ik niet begrijp... Met elkaar belijden we dat de heilige Geest Zijn knechten leidt. Dan kan het toch niet zo zijn dat er pijnlijke woorden worden gesproken over gevoelige zaken. De waarheid moet worden gezegd, maar wel pastoraal.
Toen het derde gebod werd behandeld heeft onze predikant woorden gebruikt die allemaal niet kunnen. Destijds heeft iemand, mogelijk een ander gemeentelid, hierover op Refoweb al een vraag gesteld. Deze vraag is later verwijderd. Voor ons was het helaas een herkenbare vraag. Hoe ga je hier mee om? Ik wil niet met kromme tenen in de kerk zitten.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je hebt een bepaalde situatie beschreven en daarbij de adviesvraag gesteld hoe hiermee om te gaan. Ik zal direct maar eerlijk zeggen dat ik het lastig vind goed recht te (kunnen) doen aan je vraag. De geschetste situatie is mij gelukkig onbekend, dat wil zeggen dat ik de gemeente niet weet, noch de naam van de dominee en evenmin getuige ben geweest van de door jou genoemde dienst. Hoe dan ook zullen toch mijn niet-geadresseerde woorden door jou wel gecontextualiseerd worden in een voor jou werkelijke situatie. Dat gezegd hebbende maakt beantwoording complex, want 1 Tim. 5:19 geeft mij (en jou) een duidelijk kader: “Neem tegen een ouderling (ook: predikant) geen beschuldiging aan, anders dan onder twee of drie getuigen.”
Het trof mij dat 1 Tim. 5:19 verwijst naar Deut. 19:15 e.v. Daar wordt gehandeld over rechtszaken en getuigen. Een leerzaam gedeelte voor jou en mij om te overdenken. Ik maak ook nog een kleine zijsprong binnen Deut. 19. Kijk eens naar het begin van het hoofdstuk. Daar is het onderwerp: vrijsteden. Steden die bedoeld zijn als veilige vluchtplaats voor mensen die per ongeluk iemand hebben gedood. Toepasselijk bij het door jou genoemde zesde gebod. De vrijsteden die de HEERE aan Zijn Israël gaf, hebben die functie nu niet meer. Maar typologisch trek ik de lijn door naar Jezus Christus. Alleen binnen Zijn ‘muren’ en achter Zijn bloed is veiligheid en vrijheid. In Hem is de aangeboden vrijheid zelfs uitgebreid, want aan schuldige doodslagers (en andere wetsovertreders) wordt verkondigd: “En het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde” en “indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve en ons reinige van alle ongerechtigheid” (1 Joh. 1: 7-9). Waarom zeg ik dit? Omdat je vraag gaat over de prediking. En deze teksten uit 1 Johannes geven een belangrijke kern weer van de inhoud van de bediening der verzoening en de verkondiging van wet en evangelie.
Terug naar jouw beschreven situatie. Ik ga te goeder trouw uit van je oprechtheid en dat de door jou beschreven situatie werkelijkheid is. Wel vind ik het opmerkelijk dat je verwijst naar een verwijderde vraag. Opmerkelijk omdat je zegt dat die vraag ‘mogelijk door een ander gemeentelid’ is geschreven, terwijl je dat woordje ‘mogelijk’ plaatst tussen de woorden: ‘destijds heeft iemand (…) hierover (…) al een vraag gesteld’. Dat wringt voor mij. Óf je vindt herkenning en vult (met kans op fouten) iets zelf in, óf je bent bekend met de vorige vraagsteller cq. diens concrete situatie. Ik ervaar dit als lastig vanwege het geschetste kader in de eerste alinea. Mocht ik het mis hebben, dan hoor ik dat graag.
Goed, nu inhoudelijk. 1 Tim. 3 laat een aantal vereisten voor ouderlingen (ook predikanten) zien. Rakend aan jouw situatie lijkt mij vooral vers 2 van toepassing, specifiek de woorden “wakker” en “eerbaar”. Dat heeft alles te maken met nuchterheid, bezonnen in het oordelen, wijs-zijn, goed geordend. De ambtsdrager is evenzo geroepen in alle vriendelijkheid de gemeente te onderwijzen (2 Tim. 2:24). Ik kan en wil niet oordelen of jouw predikant in deze specifieke situatie de mist in is gegaan, evenmin of het van structurele aard is. Wel is het in algemeenheid zeker waar dat ook ambtsdragers de fout in kunnen gaan. Of dat in deze situatie zo is, kan ik niet beoordelen.
Ik heb wel een vraag aan je: Ben je over dit alles al in gesprek gegaan met je predikant? Dat lijkt mij de meest Bijbelse en eervolle weg. Bel hem op, stuur een e-mail of schrijf een brief. In alle openheid zou zo’n situatie besproken mogen worden. Sterker nog, als je spreekt over “met kromme tenen in de kerk”, dan lijkt het mij voor je eigen (geestelijk) welzijn de hoogste tijd deze stappen te gaan zetten.
Het kan zijn dat de drempel (gevoelsmatig?) erg hoog is om te spreken met je predikant. Ik hoop dat dit anders ligt. Mocht het lastig voor je zijn om zelf in contact te gaan met hem, is het wellicht laagdrempeliger om contact te leggen met je wijkouderling. Probeer dan je eigen gedachten eerst te spiegelen en vraag gerust feedback, bijvoorbeeld: “Ik heb de uitspraken tijdens de preek over het zesde gebod zus en zo ervaren... graag zou ik willen spiegelen of mijn gedachten reëel zijn en hoe mijn beleving door u wordt ervaren.” Weeg zorgvuldig je woorden, bedenk wat je wel en niet wilt vragen/zeggen en waak voor verwijten. Als er dan herkenning is, zou je aan kunnen kaarten hoe dit bespreekbaar gemaakt kan worden. Als er geen herkenning is, dan adviseer ik je met één ander gemeentelid contact te zoeken, bij voorkeur met een integer en bedachtzaam persoon die openlijk belijdt de Heere als persoonlijke Zaligmaker te kennen.
Wellicht klinkt het je allemaal voorzichtig in de oren, maar ik ben ervan overtuigd dat alles in liefde en met bedachtzaamheid moet gebeuren. Zeker vanuit de belijdenis dat het de gemeente van Christus betreft, waar altijd gewaakt moet worden voor twist en schadelijke groepsvorming. Ik hoop je op deze wijze wat concrete handreikingen te hebben gedaan over hoe in beginsel te handelen. Desondanks is dit alles veroordeeld tot mislukken als het niet gepaard gaat met gevouwen handen en gebed om de wijsheid van de Heilige Geest (zie Jak. 1:5).
Tot slot nog iets over het “met kromme tenen” in de kerk zitten. Dat is niet de bedoeling en niet tot eer van God. Heb je weleens nagedacht wat het doel is van een eredienst? En om welke reden de Bijbel spreekt over een gemeente? Het is leerzaam dat eens te onderzoeken aan de hand van enkele Bijbelgedeelten, bijvoorbeeld: Matt. 16: 18; Hand. 13: 1-3; Hand. 20: 17-38; 1 Kor. 1: 2; 1 Kor. 12: 12-31; Kol. 1: 9-29. Het aantal tekstgedeelten zou nog uit te breiden zijn, dit is slechts een aanzet.
Verder is het ongezond om figuurlijk met kromme tenen in de kerk te zitten. Dan is er sprake van ergernis in je hart en vanwege mogelijk herhalende irritatie komt er al spoedig vooringenomenheid. Daar rust geen zegen op.
Heb je voor jezelf wel volledig helder waar die kromme tenen vandaan komen? Ik bedoel: is dat uitsluitend vanwege (herhalende) situaties zoals jij hebt beschreven? Of zijn er nog andere oorzaken? Zo ja, welke? Waar liggen die oorzaken: in jezelf of buiten jezelf? Wat heb je tot nu toe gedaan met die oorzaken? Heb je ze ook voor de Heere in gebed gebracht en aan een geopende Bijbel getoetst? Maak eens een lijstje voor jezelf gedurende een aantal weken. Niet om een stevig fundament te bouwen onder je kromme tenen, maar juist om voor jezelf inzichtelijk te maken wat de oorzaken zijn. En ga daarna eerlijk met die oorzaken om: eerst oplossen wat bij jezelf ligt, daarna aan de slag met oorzaken die mogelijk buiten jezelf liggen. Gebruik voor dat laatste mijn eerder genoemde adviezen. Betrek zeker ook de inhoud van een Bijbelgedeelte zoals Jak. 5:13-20.
Ik hoop je met dit antwoord recht te hebben gedaan en ik bid of de HEERE het wil zegenen en je in alles wil leiden door Zijn Woord en Geest. Sterkte in alle omstandigheden en van harte wijsheid toegewenst.
A. J. C. van Gent
Dit artikel is beantwoord door
A. J. C van Gent
- Geboortedatum:28-10-1990
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Heinenoord
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Docent economie en godsdienst | Ouderling
Bekijk ook: