Terughoudendheid bij zegenen
Ds. G.A. van den Brink | Geen reacties | 16-12-2022| 10:12
Vraag
Geachte dominee Van den Brink. N.a.v. uw antwoord op de vragen over het zegenen van elkaar het volgende. Mijn eerste vraag is: had u niet vooral moeten reageren in de vraag op het woord “leken”? Mij lijkt dat het begrip “leken” een onbijbelser notie is dan elkaar zegenen (1 Petrus 2:5-9). Als christenen zijn we ertoe geroepen om elkaar te zegenen. We kunnen elkaar zegenen door onze daden en door ons gebed. In 1 Petrus staat het volgende: “Tot slot vraag ik u: wees allen eensgezind, leef met elkaar mee, heb elkaar lief als broeders en zusters, wees barmhartig en bereid de minste te zijn. Vergeld geen kwaad met kwaad, en als u wordt uitgescholden, scheld dan niet terug; zegen juist, opdat u ook zelf zegen ontvangt, want daartoe bent u geroepen” (1 Petrus 3: 8-9, NBV). Zoals we in de verzen hierboven lezen, is het zegenen meer dan alleen het uitspreken van de woorden “ik zegen jou”, maar omvat het een hele reeks aan Bijbelse waarheden en mooie feiten.
Een gebed waarin mensen elkaar zegenen, kenmerkt zich door drie elementen. Allereerst mogen we danken voor de mooie eigenschappen die God in deze persoon heeft geplaatst. Daarnaast kunnen Bijbelse waarheden worden uitgesproken over deze persoon, denk hierbij aan Bijbelverzen of beloftes van God. En tot slot bevat een zegenend gebed een aantal punten waarin je de gezegende toewenst om dichter naar God toe te groeien – groeien in liefde, blijdschap, vrede; groeien in de vrucht van de Geest (Galaten 5:22).
Hoe denkt u hier over?
Antwoord
Beste vragensteller,
Dank voor deze vervolgvraag over zegenen. Laat ik een voorbeeld uit de Bijbel nemen: “En Melchizedek zegende Abram en zei: Gezegend zij Abram door God, de Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit!” (Genesis 14:19). Hier staat inderdaad dat Melchizedek zelf zegent. Maar er staat meteen achteraan wat dit inhoudt: hij wenst Abram toe dat God Abram zegent. Dus als de ene mens de andere zegent, is dat niets meer dan de ander de goedkeuring en genade van God toewensen en toebidden. Wij mensen bezitten niet de geestelijke kracht of autoriteit om zelfstandig aan andere mensen geestelijke voorrechten en vruchten te geven. Ook de tekst 1 Petrus 3:9 wijst daar niet op.
Ik ben er huiverig voor als we met ‘zegenen’ de gedachte zouden voeden dat wij mensen met een ‘word of faith’ mensen, situaties, relaties en dergelijke zouden kunnen beïnvloeden. Vandaar mijn terughoudendheid.
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook: