Vanwege corrigerende tik naar opvoedcoach
N.J. Teerds | Geen reacties | 03-11-2022| 11:57
Vraag
Onlangs kwam een jonge moeder op het consultatiebureau met haar twee jonge kinderen (3 en 1,5 jaar). Het is een fijn gezin, waarvan papa en mama prima voor de kinderen zorgen. Nu had één van de kinderen een blauw plekje (ik meen op het been), omdat het onlangs gevallen was. De dame van het bureau vroeg of de mama het kind soms slaat. Omdat zij eerlijk wilde zijn, antwoordde zij dat ze -als het echt nodig is- de kinderen wel eens een corrigerende tik geeft.
Dit bericht werd met zorg aangehoord. Er werd uiteindelijk gezegd dat de kinderen geen ongelukkige indruk maakten en ook lief waren. Toch was het wel raadzaam, volgens deze dame van het consultatiebureau, een opvoedingscoach te betrekken bij de opvoeding van de kinderen. Er werd meteen een afspraak voor gemaakt.
Kunt u zeggen wat deze ouders het beste kunnen doen? Moeten zij op zo’n ‘voorschrift’ in gaan? Lopen zij een risico om gerechtelijk gedwongen te worden een (ongelovige) coach bij de opvoeding te betrekken? Of erger nog, van mishandeling beschuldigd te worden als zij hun visie op dit aspect van correctie niet opgeven?
Antwoord
U, als vragensteller, heeft goed contact met deze ouders en u hebt uitvoerig en diepgaand nagedacht over het bezoek van de moeder aan het consultatiebureau. Voor mij is niet duidelijk of u deze vragen vanuit uzelf stelt of dat u deze met de ouders doorgenomen hebt. In mijn antwoord kies ik ervoor om u als vragensteller te antwoorden. Hopelijk kunt u er dan iets mee richting de ouders.
Vooraf moet gesteld worden, dat een consultatiebureau, de kinderopvang en het onderwijs verplicht zijn een melding te doen als er sprake of vermoeden is van kindermishandeling. Dit alles komt mede voort vanuit zeer schrijnende situaties van mishandeling die bij eerdere melding erger hadden kunnen voorkomen. Als bijvoorbeeld een kind regelmatig met blauwe plekken op school komt, moet de school dit zien als een signaal. Er kan dan via een bepaalde route iets voor kind en ouders gedaan worden. Dat is niet alleen een ‘kunnen’, maar ook een ‘moeten’.
Nu de situatie op het consultatiebureau. Er komt een kind met een blauwe plek en een moeder die zegt dat ze wel eens een corrigerende tik uitdeelt. Zo’n combinatie is een signaal voor de medewerkster van het consultatiebureau. Of dat terecht of onterecht is, kan ik niet beoordelen. Deze medewerkster reageert vanuit het signaal en vraagt zich dan bijvoorbeeld af: Kunnen de ouders de opvoeding wel aan? Op welke wijze wordt de corrigerende tik uitgedeeld? Is er sprake van drift? Het is begrijpelijk, dat de medewerkster aanleiding ziet om het voorstel aan de ouders te doen een opvoedingscoach in te schakelen.
U kijkt echter heel anders tegen de situatie aan, want het is een goed gezin en vader en moeder zorgen goed voor hun kinderen. De medewerker geeft dat ook wel aan door iets terug te geven over de kinderen: ze zijn lief en ze maken geen ongelukkige indruk. Toch kreeg moeder het advies een opvoedingscoach in te schakelen.
Vraagsteller, weet u of de ouders de opvoeding soms ook als echt moeilijk ervaren? Zitten ze wel eens met hun handen in het haar hoe ze moeten handelen? Zijn ze zo open om met u daarover te spreken? Het is natuurlijk niet altijd makkelijk om op te voeden, maar als het echt problematisch is, is een opvoedcoach een mogelijkheid.
De ouders kunnen, misschien samen met u, op zoek naar een christelijke opvoedcoach. Aan het consultatiebureau mag worden aangegeven dat er liever gewerkt wordt met iemand uit de eigen kring. Houd het consultatiebureau wel op de hoogte en geef toestemming dat men contact met elkaar mag hebben.
Volgens mij is er in deze situatie geen sprake van rechterlijk dwingen. Het is in goed onderling overleg zoeken naar het beste, zowel voor het gezin als voor de kinderen. Een opvoedcoach vanuit de gezindte kan daar een goede bijdrage aanleveren.
Verder is het niet wijs om het aan te laten komen op een juridische procedure om de rechter te laten bepalen of een corrigerende tik mag. In het verleden is bewezen dat het volgens de huidige wetgeving niet is toegestaan.
Dit kan er nog van gezegd worden: er zijn zoveel andere middelen in de opvoeding om gedrag aan te leren en af te leren. In opvoedingsland, ook binnen de opvoeding vanuit Gods Woord, is veel te zeggen over straffen en belonen. Binnen het bestek van dit antwoord kan ik daar verder niet op ingaan.
Voor jonge ouders is het fijn en leerzaam om opvoedingsondersteuningsbijeenkomsten bij te wonen. Veel ouders komen er dan achter dat zij het niet alleen zijn die opvoeden (soms) moeilijk vinden. Zulke bijeenkomsten kunnen voor ouders veel steun geven.
Samenvattend: als de ouders toch een coach zoeken, laat ze die dan binnen de gezindte zoeken. Laat ze ook andere wegen in de opvoeding zoeken. Ouders hebben een mooie en verantwoordelijke taak, maar ook moeilijke taak, die ook alleen biddend, vragend om wijsheid, beoefend kan worden.
Leestip: “Grenzen stellen” van Sarina Brons-van der Wekken.
N. J. Teerds
Dit artikel is beantwoord door
N.J. Teerds
- Geboortedatum:24-09-1944
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Hendrik Ido Ambacht
- Status:Actief
Bijzonderheden:
ouderling; docent