Meningsverschil over bijwonen lesbische bruiloft
Kand. G.A. van Ginkel | Geen reacties | 20-10-2022| 15:02
Vraag
Tijdens de bijbelstudie vertelde ik dat ik niet mee kon doen aan een cadeau voor mijn lesbische collega haar bruiloft. Mijn collega’s vonden het een lastige en kwetsende situatie en dat mijn andere collega dan wel moest weten dat ik niets meebetaald had aan het cadeau. Dat vond ik ook, maar dat betekende ook dat ik het gesprek aan moest gaan . Lastig, maar het is wel gebeurd. Die collega wist wel dat ik hier niet in mee kon komen, want ze had zelf een christelijke achtergrond. Haar ouders en zussen zijn evangelisch en ze was al blij dat ik nooit lelijk tegen haar had gedaan en haar als een volwaardige collega had behandeld.
Een van de bijbelstudiegenoten is wel gewoon naar deze bruiloft gegaan. Ze had het goed overdacht en vond dat het wel kon. Hier heb ik dan weer moeite mee met betrekking tot het Heilig Avondmaal. Dit heb ik bij haar kenbaar gemaakt en bij de predikant. Beide vonden dat het wel kon. Ik heb daarop gezegd dat ik dan geen contact meer met hen kan hebben en zal hebben, omdat het deelnemen aan de zonden jezelf ook goddeloos maakt (naar Romeinen 1) .
De kerkenraad vindt dat ik over grenzen ga door hen te vermanen. Dat is niet mijn taak. Nu kan ik met een goed geweten geen lid meer blijven. Nu wil ik mensen blijven zien als mijn naaste, ook al zijn ze goddeloos. Maar in de praktijk werkt het niet en ben ik ook bang voor veroordeling omdat ik toch vriendelijk blijf en een weg van vrede zoek wat geen vrede is. Wat is uw raad?
Antwoord
U probeert in deze lastige situatie een gewetensvolle, bijbelgetrouwe weg te gaan. Uw houding en opvatting stuitte niet op onbegrip bij uw lesbische collega. Dat was wellicht een meevaller. Maar binnen uw kerkelijke gemeente leidde dit tot frictie. En dat is toch wel een tegenvaller...
U lijkt vriendelijk, maar beslist uw gedachten verwoord te hebben, in gehoorzaamheid aan de Schrift. Binnen uw gemeente zou u daarvoor respect mogen verwachten. Maar... kennelijk wordt de Bijbel niet of anders gelezen of geëxegetiseerd. En worden uw opmerkingen verstaan als een ongepaste vermaning. Mijns inziens geheel ten onrechte (Hebr. 10:23-25 en Hebr. 13:9). Het is nu voor u moeilijk om met deze gemeenteleden aan de avondmaalstafel aan te zitten, omdat het voor u voelt als instemming met hun verwerpelijke opvattingen. U vraagt zich zelfs af of u niet moet breken met de gemeente.
Belangrijk is dat u uw bezwaren eerlijk hebt verwoord. Daarmee hebt u duidelijk afstand genomen van wat u terecht, volgens de bijbelse norm, als zonde beschouwt. Uw eventuele avondmaalsgang, samen met hen, betekent echter niet dat u nu ook deelt in hun zondige opvattingen. U hebt juist uw verlangen kenbaar gemaakt dat zij in de door u aangesneden kwestie in gehoorzaamheid Gods weg zullen gaan.
Om uit de gemeente weg te gaan vanwege onbijbelse opvattingen over relaties is ver strekkend. Maar wanneer het u onmogelijk wordt gemaakt uw naaste gemeentelid -ik bedoel ook de predikant/kerkenraad- in liefde terug te roepen onder het gezag van het Woord, ja, dan kan er een moment komen dat u zich geroepen voelt zich af te scheiden van deze gemeente.
Laat het boven alles een zaak van ootmoedig gebed zijn. HEERE, leer mij en leid mij! En bewaar de gemeente bij en in Uw Woord.
Kand. G. A. van Ginkel
Dit artikel is beantwoord door
Kand. G.A. van Ginkel
- Geboortedatum:13-01-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Maartensdijk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Pastoraal werk te Veen, Wijk (bij Heusden) en Groenekan.