Onwaardig en zondig
N.J. Teerds | Geen reacties | 04-10-2022| 15:51
Vraag
Ik leef omdat dit genadetijd is die we van God gekregen hebben. Maar telkens heb ik zoveel twijfels en heb ik het gevoel dat satan aanwezig is. Zonden trekken me aan terwijl ik wil bidden of bijbellezen. Maar ik durf soms bijna niet te bidden (met God te praten) omdat ik me dan zo onwaardig en zondig voel. Hoe moet ik dan tegen die grote liefdevolle God praten Die niets van mij krijgt?
Werken is nodig want je moet geld verdienen om te leven, maar vaak denk ik ook: is dat het dan? Hoe nu verder? Graag antwoord van iemand uit de Gereformeerde Gemeenten.
Antwoord
Dank voor de duidelijke vraag die je hebt gesteld en de herkenbare situatie die je hebt voorgelegd. Het is waar, wij leven in genadetijd. Tijd om genade te krijgen, tijd om genade te zoeken en tijd om genade te vinden. Het is goed om die tijd uiterst zorgvuldig te gebruiken. Hier passen bidden en bijbellezen helemaal bij. Daar komt heel wat tegenop, want de satan is er ook bij. Hij zal proberen bidden en bijbellezen tegen te houden. Daarbij komt dan ook nog je eigen boze hart met zoveel zonden. Met als gevolg? Niet meer durven bidden en niet meer durven vragen en niet meer in de Bijbel lezen. Het maakt onwaardig en schuldig. En de Heere is zo goed voor mij! Hoe nu verder, vraag je je af.
Die vraag volgt op de zin: Werken is nodig, want je moet geld verdienen om te leven, maar vaak denk ik ook: is dat het dan? Werken is onze plicht en werken is ook een zegen. Werkeloos zijn of arbeidsongeschikt of iets dergelijks wordt veelal als moeilijk en een kruis ervaren. Hoewel ons werken om der zonde wil niet altijd gemakkelijk is, mogen we toch van ons werken genieten en kan het bewaren voor zonden en ledigheid. Hoe nu verder? Werken en...
Eerst even dit. Je zult vast wel eens gehoord hebben dat de wereld, de duivel en ons eigen hart ons altijd bij de Heere vandaan willen houden. Dat geldt als je de Heere nog niet mag kennen, maar ook als je de Heere hebt leren vrezen. Dus wat er bij jou gebeurt is heel herkenbaar. Paulus kende dat ook: als ik het goede wil doen, ligt het kwade mij bij. Het gaf Paulus veel verdriet en schaamte. Hij ontdekte die strijd in zijn leven. Stopte hij daarom met bidden? Nee, hij ging er mee door. Hij bleef er klein en ootmoedig onder en hij verwachtte de kracht van de Heere.
Je zult zeggen: Ja, maar dat was Paulus. Ja, dat was zeker Paulus, een kind van de Heere! Zou dat voor niets in de Bijbel staan? Zou zijn strijd voor niets beschreven staan? Hij voerde een strijd tegen de zonde, die hij alleen door Christus’ kracht mocht overwinnen.
Ik lees uit je vraag, dat je in je genadetijd al zoveel goeds van de Heere ontving, maar tegelijk ook al zoveel kwaad hebt gedaan, zodat je bijna niet durft te bidden en uit de Bijbel te lezen. Pas op voor de satan! Ga juist door met bidden en Bijbellezen! In Zijn Woord vind je Jezus Die zoveel goeds gedaan heeft voor degenen, die niet anders dan kwaad gedaan hebben en doen.
Zeker moet je tegen de zonde strijden. Soms moet je ook een omgeving zoeken, waar de zonde je minder in de greep kan hebben. Het geldt voor ons allen dat we de zonde leren haten en laten. Dan moeten we soms rigoureus een punt ergens achter zetten. Zo onduidelijk moet ik het wel even opschrijven, omdat ik niet weet welke zonden jou zo aantrekken.
Tegelijk zal de strijd tegen de zonde het hele leven blijven, net als bij Paulus. Altijd is het gebed zo onmisbaar nodig: “Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze!” Want het is waar: “Op uw noodgeschrei deed Ik grote wonderen!”
Hoe nu verder? Beste vragensteller, weet dat we de roeping hebben heilig voor God te leven. Jij en ik kunnen Hem niets geven! Je schrijft: Die niets van mij krijgt. Dat is wel pijnlijk, hoor, maar de mens hóeft de Heere niets te geven.
Jezus zorgde voor betaling en verzoening. Wij hebben Zijn bloed nodig tot betaling en verzoening! Dan wordt het waar: “Uit u geen vrucht, maar uw vrucht wordt uit Mij gevonden.” Hoe verder: In verootmoediging blijven roepen als een onwaardige in de genadetijd waarin je leeft. De Heere zegt: “Ik zal hen verhoren, als zij tot Mij roepen.” De Heere is -om Jezus’ wil- een Verhoorder van het gebed.
N. J. Teerds
Dit artikel is beantwoord door
N.J. Teerds
- Geboortedatum:24-09-1944
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Hendrik Ido Ambacht
- Status:Actief
Bijzonderheden:
ouderling; docent