De ware kerk en Avondmaalsmijding

Ds. B.M. Meuleman | Geen reacties | 28-09-2022| 16:00

Vraag

In artikel 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis staan drie kenmerken van de ware kerk genoemd:

  1. Het oefenen van de reine predicatie van het Evangelie.
  2. Het gebruiken van de reine bediening van de sacramenten.
  3. Het gebruiken van de kerkelijke tucht om de zonden te straffen.

Samengevat: “zo men zich aanstelt naar het zuivere Woord Gods, verwerpende alle dingen, die daar tegen zijn.” Verder, dat het niemand toe komt om zich daarvan te scheiden. In artikel 30 van de NGB staat dat dienaars, opzieners en diakenen getrouw moeten zijn en dat naar de regel van 1 Timotheüs 3:2-10 waar onder andere in vers 9 staat: “Houdende de verborgenheid des geloofs in een rein geweten.”

Vragen:

1. Als er in een gemeente ouderlingen/diakenen gekandideerd worden of al in hun ambt bevestigd  zijn, die structureel niet deelnemen aan het Heilig Avondmaal, is hun handelswijze dan in strijd met de genoemde regel van 1 Tim.3:9?

2. Als dat zo is, kun je dan stellen dat de kerk niet meer voldoet aan alle drie criteria van de ware kerk, namelijk dat men zich niet aanstelt naar het Zuivere Woord Gods?

3. En als dat zo is, is dit dan een Bijbelse en wettige grond om die kerk te verlaten als ze door blijft gaan in het kandideren en/of handhaven van leden en/of ambtsdragers die structureel  niet deelnemen aan de viering van het Heilig Avondmaal?


Antwoord

Beste vraagsteller,

Het is een pijnlijke en verdrietige zaak wanneer een ambtsdrager structureel niet aan het Heilig Avondmaal deelneemt. In de eerste plaats wel omdat hij daarmee geen goed voorbeeld voor de gemeente is omdat belijdende lidmaten van de gemeente aan Christus’ tafel dienen te komen en dat naar het bevel van onze Heere. Natuurlijk kan het incidenteel voorkomen dat een belijdend lid, ook een ambtsdrager, niet de vrijmoedigheid heeft om deel te nemen aan het Avondmaal, maar in dat geval is er iets niet in orde tussen Christus en zijn ziel dat opgelost moet worden en zeker niet zo kan blijven. Een (structurele) Avondmaalsmijding is er in feite een bewijs van dat iemand er niet zeker van is dat het tussen God en zijn ziel in orde is. Kennelijk heeft twijfel en ongeloof de overhand waardoor het sacrament van het Avondmaal veronachtzaamd wordt. Of, maar dat lijkt me m.b.t. genoemde ambtsdragers niet waarschijnlijk, iemand is nooit tot geloof en bekering gekomen hoewel hij een belijdend lidmaat van de gemeente is. In dat geval had er nooit openbare geloofsbelijdenis mogen plaatsvinden. 

Het tweede is daarom dat genoemde ambtsdragers kennelijk geen Schriftuurlijke visie op het sacrament van het Heilig Avondmaal hebben omdat zij nooit tot een vrijmoedige Avondmaalsgang komen. Verstandelijk onderschrijven ze wellicht “de verborgenheid van het geloof” uit 1 Tim. 3:9, d.w.z. de waarheid van het Evangelie en de inhoud van het geloof zoals dat in de Schrift geleerd wordt, maar in de praktijk van hun leven kennen ze niet de kracht van het geloof dat tot Christus’ tafel komt om zich daar te laten versterken, vertroosten en bemoedigen en gedenken ze niet de dood des Heeren totdat Hij komt. 

In de derde plaats zal het voor deze ambtsdragers moeilijk zijn om op huisbezoek, dat oorspronkelijk bedoeld is als pastoraat rondom het Heilig Avondmaal, twijfelende zielen te wijzen op het volbrachte werk van Christus zoals dat aan Zijn Tafel wordt betuigd, gezien en geproefd. Ze zijn niet het meest geschikt om zoekende zielen tot Christus te leiden en Gods kinderen geestelijk bij te staan in hun aanvechtingen, twijfels en verzoekingen. 

Om uit bovenstaande de conclusie te trekken dat zo’n kerk of gemeente geen ware kerk meer is, zou ik niet direct doen. Geen kerk of gemeente op aarde is volmaakt en iedere gemeente bevindt zich buiten het paradijs. Zolang een kerk zich in haar belijdenisgeschriften ondubbelzinnig fundeert op de Heilige Schrift en de gereformeerde belijdenis, d.w.z. op het fundament van apostelen en profeten, waarvan Christus de uiterste Hoeksteen is, is zij een ware kerk. Daarbij speelt Gods Woord en de verkondiging ervan een sleutelrol in de uitoefening van de tucht. Daarbij is, volgens Calvijn, “te grote toegeeflijkheid af te keuren.” Tegelijk geldt in de lijn van Calvijn ook het omgekeerde. “Er moet wel strengheid zijn maar getemperde. De strengheid moet verbonden zijn met zachtmoedigheid, mildheid, vriendelijkheid, barmhartigheid en zachtheid”, aldus Calvijn. Wie zichzelf kent, wordt mild naar anderen maar laat tegelijk de waarheid van Gods Woord staan. Dat dit geen gemakkelijk evenwicht is, mag duidelijk zijn. 

In antwoord op jouw vraag of je een Bijbelse en wettige grond hebt om de kerk te verlaten wanneer er structureel niets verandert, zou ik eerst de bovengenoemde eigenschappen die Calvijn noemt, overwegen (zachtmoedigheid, mildheid, vriendelijkheid, barmhartigheid en zachtheid) als vrucht van Gods Geest. Ik zou in deze gezindheid het gesprek met de kerkenraad aangaan alvorens ingrijpende beslissingen te nemen. Gods Woord leert ons de kerk lief te hebben, geduld met haar te hebben, met haar mee te lijden en voor haar te bidden als mensen die zelf niet zonder zonde zijn. Tegelijk kan het zijn dat een onschriftuurlijke Avondmaalsvisie in de kerk dermate doordringt dat dit het juiste verstaan van het Evangelie belemmert en bekommerde zielen in duisternis laat zitten. Immers, de visie op het Avondmaal staat niet los van de visie op gemeente als gemeente van Jezus Christus, het sacrament van de Heilige Doop en op het doen van openbare geloofsbelijdenis. Uiteindelijk raakt het aan de kern van het geloof: hoe ben ik rechtvaardig voor God? Dan kan er een moment komen dat moet blijken dat je liefde voor Gods Woord groter is dan de liefde voor de kerk, om de eenvoudige reden dat men Gode meer gehoorzaam moet zijn dan de mensen. Het vraagt veel wijsheid, gebed en bovenal al de leiding van Gods Geest om zuiver, liefdevol en eerlijk om te gaan met vraag of en wanneer je de kerk moet verlaten. Ik zou dat niet te snel doen en proberen je roeping als medechristen en lidmaat van de kerk te verstaan, juist in de kerk waarbinnen je nu geplaatst bent. 

Veel wijsheid toegebeden,
Ds. B. M. Meuleman

Dit artikel is beantwoord door

Ds. B.M. Meuleman

  • Geboortedatum:
    20-05-1972
  • Kerkelijke gezindte:
    Hersteld Hervormd
  • Woon/standplaats:
    Hoogeveen
  • Status:
    Actief
67 artikelen
Ds. B.M. Meuleman

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Hoe belangrijk is vertrouwen op God in het christelijk geloof?

Hoe belangrijk is vertrouwen op God in het christelijk geloof?
Geen reacties
28-09-2007

Piekeren over ware liefde

Ik heb sinds een half jaar verkering. Zie veel waardevolle dingen in de ander. Toch ben ik meer aan aan het piekeren dan aan het genieten of ze wel de ware voor me is. Hoe zou dat toch komen? Ik wil z...
Geen reacties
28-09-2009

Neuronyl

Mijn man neem de pilletjes neuronyl in. Al heel lang. Dat moet ook persé van z’n moeder. Als hij ze niet in neemt wordt hij moe en somber, zegt ze. Wat zijn dit voor pilletjes? En kan het zo zijn dat ...
Geen reacties
28-09-2020
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering