Geloven is niet moeilijk
Ds. G.A. van den Brink | Geen reacties | 02-09-2022| 17:15
Vraag
Geachte dominee Van den Brink. Ik waardeer het dat u zoveel moeite steekt in het beantwoorden van zoveel belangrijke levensvragen waar mensen mee worstelen. Nu blijf ik nog wel met het volgende zitten, wat ik denk te missen in uw antwoorden (maar misschien had ik dan nog meer moeten lezen of beluisteren van wat u zegt).
Hoe kijkt u aan tegen bekeringsverhalen van mensen die -laat ik het zo zeggen- op een manier tot geloof gekomen zijn wat binnen de rechterflank van de refogezindte als ‘waar’ wordt gezien? Dus de Avondmaalgangers die daarover geen kritische bezoeken (meer) krijgen van de kerkenraad. Mensen die (uiteindelijk) ook bij Christus uitkomen en alleen met Hem kunnen leven, maar dat die weg jaren duurde, veel schuldbesef aan vooraf ging, leerden wanhopen aan zichzelf, God sprak door Zijn Woord persoonlijk tot hen, enz. Ziet u dat dan eigenlijk als een (onnodig) lange omweg?
In het verlengde daarvan: Hoe ziet u het dan dat we worden opgeroepen te bidden om geloof en bekering? Weliswaar (als het goed is) met de belofte “zoekt en gij zult vinden”, maar als ik uw teksten bij elkaar probeer te bezien ontstaat daar toch het beeld van: alles is al uitgezocht, alle fouten zijn al door anderen gemaakt (ons tot waarschuwing, niet ter navolging) en Jezus hoef je helemaal niet te zoeken want die staat voor je. Neem Hem nu aan en je bént zalig!
Christus Zelf heeft het in de gelijkenis van het zaad op de akker over diverse uitkomsten van het zaaien. In eerste instantie lijkt er veel tarwe op te komen, maar om verschillende redenen houdt dat geen stand. Overigens, ik heb daar altijd de toepassing bij gehoord dat we hierin wondergeloof, tijdgeloof, zaligmakend geloof, enz. in moeten zien. Ziet u dit ook zo? John Bunyan beschrijft ook verschillende personages in zijn boek Christenreis die ervan overtuigd zijn naar de hemel te reizen. Het blijkt uiteindelijk anders te zijn. Ik bedoel maar: je kúnt je toch bedriegen voor de eeuwigheid? Uit uw antwoorden lijkt het wel alsof dat niet bestaat.
En ten slotte: hoe ziet u het persoonlijk leren kennen van Christus? Want als u zo radicaal stelt dat iemand die zich nú aan Jezus overgeeft reeds behouden ís (en dat lijkt me niet iets dat later nog teruggedraaid wordt), dan kent hij of zij Jezus toch niet (per se)? Dat zou dan later moeten volgen. Maar dan heb je dus een bekeerd iemand die Christus niet kent?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vragensteller,
Hoe kijk ik aan tegen ‘aanvaarde bekeringsverhalen’? Ze zijn (veronderstel ik) authentiek, maar ze zijn niet normatief en ook niet representatief. Niet normatief, omdat we het geloof van de bijbelheiligen moeten navolgen, niet hun vergissingen en zonden. De praktijk leert dat veel kerkgangers zich spiegelen aan de bevindingen van anderen en daardoor veel belemmeringen ervaren om tot Christus te gaan.
Deze bekeringen zijn evenmin representatief, want wij verwoorden onze bekeringsweg altijd in bewoordingen die ons vanuit de prediking en de traditie zijn aangereikt. Theologen als à Brakel en Edwards hebben erop gewezen, dat mensen gaan beleven wat hen als noodzakelijke belevingen wordt voorgehouden. Wie elke zondag hoort over het recht Gods, zal zijn eigen bekeringsweg ook in deze taal verwoorden. Wie elke zondag hoort dat je Pinksteren moet ervaren, zal ook zo gaan reflecteren op zijn eigen leven. En zo kunnen mensen in de Roomse kerk vertellen dat zij Maria hebben ontmoet. Kortom, bevindingen zijn strikt persoonlijk en moeten altijd worden getoetst (1 Joh. 4:1). Een bevindelijke prediking is geen preek die bevindingen beschrijft of voorschrijft, maar die bevindingen (Rom. 5:4) oproept.
Kan er verkeerd geloof zijn en is zelfonderzoek nodig? Misschien ken je het verhaal van de loods die samen met de kapitein op de brug van een groot schip stond. De loods moest het schip tussen allerlei gevaarlijke klippen door naar de haven brengen. Toen vroeg de kapitein hem: “Weet u nu precies waar alle klippen liggen? Kent u ze allemaal?” Daarop antwoordde de loods: “Bij lange na niet! Geen idee waar overal de gevaarlijke klippen liggen!” De kapitein verbleekte... “Maar hoe kunt u dan loods zijn!?”, riep hij uit. De loods zei: “Ik moet weten waar de klippen niet liggen. Dat is genoeg.” Het is zinloos om alle manieren te bespreken waarop het fout kan gaan. Wat wel kan en moet, is de ene manier te benoemen hoe wij veilig en zeker over de doodsjordaan komen en dat is: door het geloof in Jezus Christus.
Wat dit ware geloof is, moeten wij heel helder hebben. Daarom zegt 2 Kor. 13:5: “beproeft uzelf.” Bij het avondmaal hebben we het eveneens over “zelfbeproeving”. Dat woord is verwant met het Engelse woord proof, dat ‘bewijs’ betekent. Als je op school een proefwerk maakt, bewijs je daarmee dat je de stof beheerst. Zelfbeproeving heeft dus niet als doel om te betwijfelen of je geloof wel echt is, maar integendeel, om te bewijzen dat je geloof echt is.
Dit onderdeel moet dus zeker in de prediking aan de orde komen. De predikant moet zijn hoorders op deze manier helpen om in zekerheid te leven. Zijn aansporing tot zelfbeproeving vindt plaats als hij toelicht wat de eigenschappen van waar geloof zijn, zodat de gelovigen het twijfelen achter zich kunnen laten.
Ja, naast het ware geloof is er ook historisch geloof, wondergeloof en tijdgeloof. Zie ook Dordtse Leerregels III/IV.9, waar wordt verwezen naar Matth. 13. Maar dit betekent niet dat het onduidelijk blijft wat waar geloof is. De tweedeling valt bij ‘komen’: sommigen komen niet, anderen komen wel (Dordtse Leerregels III/IV, 8-9). Inderdaad, je kunt jezelf bedriegen. Maar dat gebeurt alleen als je bedrogen wilt worden. Wie het duidelijke Evangelie kent, wie beseft waarvoor Christus gekomen is (Joh. 3:18; Joh. 12:47), wie verlangt naar wat Hij belooft (Joh. 11:25-26), wie Hem vertrouwt in Zijn nodiging (Joh. 6:37), die bedriegt zichzelf niet.
Je laatste vraag: wat wil het zeggen om Christus persoonlijk te leren kennen? De eerste kennis van Christus is te weten wat het Evangelie over Hem openbaart (Hebr. 1:1; Heidelbergse Catechismus zondag 6 vraag 19). Het gaat hier om de kennis die Heidelbergse Catechismus zondag 7 vraag 21 allereerst noemt. Er is geen geloof mogelijk zonder deze kennis; het geloof kan niet in ons hart komen als deze kennis niet eerst in ons verstand gekomen is (Joh. 9:36; Rom. 10:14). Wanneer wij deze kennis niet bezitten, maakt Christus ons daarover verwijten (Joh. 14:9). Het vertrouwende kennen van Christus begint, vervolgens, bij de eerste daad van het geloof. Hierover spreekt Joh. 17:3. Dit vertrouwende kennen krijgen wij nooit als wij niet metterdaad geloven en ons aan Christus overgeven. Het is als bij een arts; eerst laten wij ons informeren over de kundigheid en bekwaamheid van een bepaalde arts. Als wij weten dat hij kan en wil en zal helpen, dan volgt daarop de vertrouwensvolle overgave. Zo is het ook bij de hemelse arts (Matth. 9:12).
Ik rond af. Waarom stelde jij deze vragen? Je hebt het gevoel dat ik alles te gemakkelijk voorstel. Geloven is moeilijk, denk je. Ja en nee; geloven is niet moeilijk als het gaat om de eenvoud van het Evangelie, over de eenvoud van de overgave aan een almachtige en liefdevolle Zaligmaker. Geloven is niet moeilijk want zelfs een kind kan het begrijpen (Markus 10:14-15). Het moeilijke van geloven ligt niet in het verstand maar in de wil. Niet in het begrijpen, maar in de levensveranderende, existentiële breuk die geloven in Christus inhoudt. Ik pleit niet voor een simpel geloof, maar integendeel: alle verwarde opvattingen en alle verkeerde visies wil ik ontmaskeren, zodat het ware, radicale karakter van de overgave aan onze Zaligmaker zal schitteren.
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook: