15-jarige met verlangen om predikant te worden
Ds. P.D.J. Buijs | Geen reacties | 25-08-2022| 13:43
Vraag
Aan ds. P. D. J. Buijs. Al geruime tijd voel ik een (sterk) verlangen om predikant te worden. Dit verlangen is in mijn hart gekomen toen ik genade vond en vergeving voor mijn zonden aan het kruis. Sinds die tijd ben ik (bijna) elke dag verwonderd over de liefde van God voor het verlorene. Door deze verwondering kwam er van buiten -zo heb ik dat ervaren- de gedachte aan het predikantschap.
Toch kreeg ik twijfels: denk ik niet te hoog van mezelf? Wat zullen anderen wel niet van mij denken als ik het hen vertel? En steeds als ik twijfelde, kwam de tekst uit psalm 95: 8 (onberijmd) in mijn hoofd: “Heden indien u Zijn stem hoort, verhardt uw hart niet...” Omtrent die tijd heb ik gebeden of de Heere mij iets wilde geven waaraan ik vast kon houden. De dag daarna zei mijn schoonzus tegen mij: “Ik denk dat jij wel predikant kan worden, je hebt er immers de gaven en talenten voor...” Dat heb ik toen als een gebedsverhoring ervaren.
Toch word ik weer overvallen door twijfels: stel ik het mij niet allemaal voor? Ben ik niet veel geschikter voor een andere taak/beroep? Ook als ik veel wetenschappelijke artikelen lees dan overvalt mij regelmatig het gevoel dat ik veel beter in het intellectuele milieu pas. Dit vanwege het feit dat het mij zeer boeit en ik goed scoor op school voor vakken als bijvoorbeeld filosofie. Toch kan de gedachte aan het predikantschap mij niet los laten.
Mijn vraag aan u: wat is Gods weg nu? Ik kan toch immers ook geroepen zijn om van God te getuigen op een andere manieren dan het predikantschap? Ik hoop dat mijn worsteling enigszins duidelijk is geworden, en ik hoop dat u mij van wijze raad/advies kan voorzien.
Met vriendelijke groet, een jongen (15) uit de CGK.
Deze vraag werd ook besproken in het programma 'Pastorie online':
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vriend,
In de eerste plaats: wat mooi om te lezen dat de liefde van de Heere je hart heeft geraakt en dat je daar zo verwonderd over bent. Als ik je zo lees, denk ik: hij staat in het vuur van de eerste liefde. En ja, als je die liefde van de Heere voor het verlorene zèlf geproefd hebt, gun je die ook aan een ander! Er is wel eens gezegd: ieder mens die tot bekering komt, wil prompt dominee worden. Nu, dat gaat natuurlijk niet en dat hoeft ook niet. Stel je voor dat er alleen nog maar dominees rondliepen...! Dat neemt niet weg dat de Heere wel degelijk een verlangen in je hart kan leggen om je helemaal aan Zijn dienst te wijden door de verkondiging van het Evangelie.
Ik herken het uit mijn eigen leven. Toen de Heere mijn hart geopend voor het Evangelie, voelde ik een sterke drang om predikant te worden. Totdat op een bepaald moment bij mij de vraag bovenkwam: wil ik het nu zo graag, of is het een roeping van de Heere? Toen heb ik de Heere gevraagd om het van mij weg te nemen als het niet van Hem was, maar om het vanuit Zijn Woord te bevestigen als Hij me riep. En dat laatste is gebeurd. Mijn verlangen werd een móeten: ik kon niet anders meer. En wat heb je dat nodig -zo heb ik gemerkt- om op terug te vallen, juist als het in het ambt wel eens (heel) moeilijk is. Maar daarmee heb jij nog geen antwoord op je vraag.
Op dit punt geef ik je graag door wat een ‘oude schrijver’, Wilhelmus à Brakel, in zijn boek “De redelijke Godsdienst” heeft geschreven over de roeping tot het ambt van predikant. Hij noemt vijf dingen waardoor je van je innerlijke roeping overtuigd kunt worden:
1. Kennis van het ambt: wat houdt het in om een dienaar van Christus te zijn en het Evangelie te verkondigen?
2. Kennis van eigen bekwaamheid: kan ik uit ondervinding spreken over wat de waarheid van de Heere voor mij persoonlijk betekent en ben ik in staat om mijn gedachten op een goede manier uit te drukken?
3. Liefde tot Christus en Zijn kerk: het verlangen om onbekeerden uit het vuur van Gods oordeel te rukken en bekeerden te versterken en vertroosten;
4. Bereidheid tot volstrekte zelfverloochening;
5. Een grote ‘lust’ (verlangen) tot het ambt, ondanks alles wat er aan bezwaren bij je kan opkomen.
Nu, ik denk dat hierin veel stof tot nadenken voor je zit. En vooral: gebedsstof. Leg het de Heere maar voor en vraag Hem maar om het laten zien of je verlangen bij Hem vandaan komt.
En als ik dan ook nog iets mag zeggen over het intellectuele milieu waarin je jezelf meer zou zien staan: we hebben dominees nodig met een helder verstand, en dat wil in dit verband zeggen: “verstand met Godd’lijk licht bestraald” (Psalm 119). Wat zou het een zegen zijn als je met een door God geheiligd verstand Zijn kerk zou mogen dienen. En ik verzeker je: in de theologie kun je je verstandelijke vermogens volledig gebruiken en inzetten! En dat mag dan altijd gebeuren met het oog op Zijn gemeente: om die zo goed mogelijk te dienen.
Van harte hoop ik dat het bovenstaande je helpt om verder te komen. En als ik met een persoonlijke noot mag eindigen: ik kan je de dienst van de Heere van harte aanbevelen. Het is een liefdedienst, een vreugdedienst, ondanks alle moeiten die je er ook in meemaakt. Maar ik als vandaag opnieuw voor de keus stond, zou ik niet anders willen!
Met een hartelijke groet,
Ds. P. D. J. Buijs
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P.D.J. Buijs
- Geboortedatum:02-11-1961
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Nunspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: