Het evangelie zonder kleine lettertjes (3)
Ds. G.A. van den Brink | Geen reacties | 03-08-2022| 14:26
Vraag
Geachte ds. Van den Brink. Ik heb een vraag naar aanleiding van uw lezing over het thema “Het evangelie zonder kleine lettertjes.” In welk licht moeten we het werk van de Heilige Geest zien bij de eenvoudigheid van geloven, zoals dat ook in uw lezing naar voren kwam? Zonder de werking van de Heilige Geest maakt het bijvoorbeeld toch niet uit in welke mate aanbod van genade wordt gepreekt door dominees? Onderschatten we het werk van de Heilige Geest niet te vaak?
Deze vraag werd ook besproken in het programma 'Pastorie online':
Antwoord
Beste vragensteller,
In jouw vraag lees ik dit (corrigeer me als ik het fout zie): uiteindelijk gaat het om de vraag of de Heilige Geest het geloof geeft. En dat doet Hij nog steeds: bij dominees met een onvoorwaardelijk aanbod van genade, en bij dominees met een voorwaardelijk aanbod van genade. Dus laten we niet teveel ruzie maken over al die dogmatische verschillen.
Hierop zeg ik graag twee dingen.
1. Allereerst iets uit de Dordtse Leerregels (ik heb ze onlangs opnieuw volledig doorgelezen, en ik ontdek er steeds meer moois in, wat ik graag doorgeef). In Dordtse Leerregels III/IV, 17 staat het volgende (ik parafraseer vanuit het Latijn want de oud-Nederlandse vertaling is hier nogal stroef).
“Gods almachtige werking brengt ons leven teweeg en onderhoudt dat. Dit sluit het gebruik van middelen niet uit, maar vereist die juist. God heeft gewild dat Hij daardoor zijn kracht uitoefent. Zo is het ook met Gods bovennatuurlijke werking, waarmee hij ons opnieuw geboren doet worden. Dit sluit het gebruik van het Evangelie niet uit en keert dat niet om. Integendeel, de alwijze God heeft het Evangelie bestemd als zaad van de wedergeboorte en als eten voor de ziel. [...] Wie onderwijs geeft en wie onderwijs krijgt moet daarom God niet verzoeken! Maar dat gebeurt wel als wij van elkaar scheiden wat volgens Gods welbehagen nauw aan elkaar verbonden is. De genade wordt meegedeeld door middel van de aansporingen. En hoe beter wij doen wat onze plicht is, des te heerlijker is Gods weldaad in ons. Dan heeft Zijn werk het beste zijn voortgang.”
Als er geen aansporingen zijn, dus: als er geen bevel tot geloof is en geen oproep om te geloven, vindt er ook geen wedergeboorte plaats. Zo staat het in de Dordtse Leerregels. Als wij scheiden wat God heeft samengevoegd, verzoeken wij God. Daarom moet elke dominee, in welk kerkverband ook, het Evangelie verkondigen met bevel van geloof en bekering. Lees aandachtig deze bijbeltekst: “Geef acht op uzelf en op de leer. Volhard daarin. Want wanneer u dat doet, zult u zowel uzelf behouden als hen die u horen” (1 Timotheüs 4:16). Alleen als de prediker de bijbelse leer helder heeft en die preekt, behoudt hij degenen die hem horen.
2. Zonder het onvoorwaardelijke aanbod van genade wordt geen mens zalig. Alle wedergeboren leden en ambtsdragers en dominees in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland worden zalig dankzij het algemene aanbod van genade. Zij ontlenen hun vrijmoedigheid bij de troon der genade niet aan de voorwaarden waaraan zij hebben voldaan, maar aan de onvoorwaardelijke nodiging van Jezus (Joh. 6:37b). Zij zijn toen zij kwamen, niet uitgeworpen door de Zaligmaker – niet omdat zij wedergeboren zijn of ellendekennis hebben of echt berouw, maar omdat zij als zondaar gekomen zijn en niets meebrachten. Zo wordt iedereen zalig, dus zij ook.
Er ontstaat echter wel een groot probleem wanneer de leer en verkondiging van zulke predikanten hun eigen geloof weerspreekt. In het oordeel der liefde houd ik ook predikanten die tegen het onvoorwaardelijke aanbod van genade zijn, graag voor ware gelovigen (1 Kor. 13:7), en vertrouw ik erop dat Zij al hun hoop alleen stellen op Gods barmhartigheid in Christus. Zij zijn dus, om zo te zeggen, goede gelovigen – maar geen goede leidsmannen. Zij leven zelf van het onvoorwaardelijke evangelie maar preken het voorwaardelijk. Zij lijken op Jona die voor zichzelf om genade riep (en het kreeg, Jona 2:2) maar die voor anderen strenger en kritischer was en het moeilijk vond dat er ook voor de Ninevieten dezelfde genade was (Jona 4:2). Misschien herkennen zij de frustratie van Jona: “Ik was er al bang voor dat God zo tergend ruim in Zijn genade zou zijn!” Kortom, niet iedere ware gelovige is een betrouwbare prediker van het Evangelie.
Afsluitend: ik vermoed dat jij in een gemeente zit waar het evangelie niet klinkt zoals het zou moeten. Je hebt in de vraag die je stelt, een reden gevonden om je bij die situatie neer te leggen. Dat lijkt me niet de juiste opvatting. Paulus zegt: zoek het voordeel van velen, opdat zij behouden worden (1 Kor. 10: 33). Dat kun jij doen door alles te doen wat in je vermogen ligt voor een bijbelser prediking.
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook: