Zondaar die geheiligd is of heilige die zondigt
Ds. W. C. Meeuse | Geen reacties | 13-07-2022| 11:52
Vraag
Iemand zei tegen me dat als iemand in Christus is, je diegene geen zondaar meer mag noemen, maar alleen een persoon die nog zonde doet. Hij haalde Romeinen 5:8 aan: “Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren.” Nu is het zo dat bij ons op de kansel iedereen nog steeds als een zondaar wordt gezien, zowel in of buiten Christus. Wat is juist?
Antwoord
Een bekende uitspraak van Luther luidt: “Simul Iustus et Peccator” (= tegelijk rechtvaardig en zondaar). In de “Paarlen van Luther” lezen we hierover: “alzo is beide waar: zonde is er, want de oude mens Adam is nog niet gestorven, en er is genade, want God wil ze om Christus wil niet zien.” Ik las ergens de vraag: “Ben ik een zondaar die geheiligd is of een heilige die zondigt.”
De tekst uit Rom. 5:8, waarin gezegd wordt dat wij “zondaars waren” wil niet zeggen dat het hier om een verleden tijd gaat. Dat zou inderdaad betekenen dat je door het geloof in Christus geen zondaar meer bent. Maar toch: de mens blijft zondaar tot zijn dood toe. Ook al zijn de zonden verzoend, ze zijn er nog wel. Levensgroot. Tot groot verdriet vaak van hen die geloven. Maar: “de zonde zal over u niet heersen, want u bent niet onder de wet, maar onder de genade” (Rom. 6:14). Men kan dan wel in de zonden vallen, maar er niet in leven. Lees ook Romeinen 6: 7-13. Als we soms -uit zwakheid- in zonde vallen, moeten we aan Gods genade niet vertwijfelen, noch in de onder blijven liggen (Doopformulier).
Maar toch wordt de vraag gesteld: ben ik in Christus nog een zondaar. Want Hij is immers een verzoening voor onze zonden (1 Joh. 2: 2). En we lezen in antwoord 60 van de Heidelbergse Catechismus dat “de volkomen gerechtigheid van Christus wordt toegerekend alsof ik nooit zonde gehad of gedaan had - in zoverre ik zulk een weldaad met een gelovig hart aanneem.” Want alleen door een waar geloof ben ik rechtvaardig voor God. Paulus noemt ze “heiligen en beminden.” Maar niet in zichzelf, maar in Christus! “Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden” (2 Korinthe 5:17). De verzoening van de zonden strekt zich uit over verleden, heden en toekomt.
Maar de zonde is niet weg. Helaas niet! Dat leren we óók van Paulus als hij zijn eigen leven beziet: “verkocht onder de zonde” (Rom. 7:14). In Rom. 7:13-26 schrijft hij over zijn inwendige strijd. En hij klaagt erover dat als hij het goede wil doen, het kwade dichtbij hem is: hij ziet zich als een ellendig mens. Maar: hij dankt God door Jezus Christus. Zijn conclusie is: “Zo dien ik dan zelf wel met het verstand de wet van God, maar met het vlees de wet van de zonde” (Rom. 7:26). En ook Johannes schrijft in zijn eerste brief over de zonde: als we zeggen dat we geen zonde hebben, maken we God tot een leugenaar (1 Joh. 1:8). Maar hij zegt ook: dat wie in Christus is niet zondigt (1 Joh. 3:6) Dat betekent echter niet dat er geen zondige daden en gedachten meer zijn. Maar dat er geen leven is in vijandschap tegen God. Dus, hoewel in Christus rechtvaardig, blijft de mens een zondaar tot zijn laatste snik. Jezus leerde bidden: “Vader, vergeef ons onze schulden”. Dus houden we het op wat Luther zei: “Simul Iustus et Peccator.”
Ds. W. C. Meeuse
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. C. Meeuse
- Geboortedatum:12-04-1944
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Sliedrecht
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus (2011)