Verbond en doop van GGiN
Ouderling Ger. Gem. in Ned. | Geen reacties | 30-06-2022| 11:11
Vraag
Vraag aan een ouderling over het boekje 'Verbond en doop' van de GGiN. Dr. Van den Brink gaf hier commentaar op in 'Verbond en doop bij Gereformeerde Gemeenten in Nederland'. Zelf ben ik lid van de GGiN en al m’n hele leven worstel ik met de dooppraktijk, zoals bijvoorbeeld ook het doopformulier.
Het lijkt alsof ds. Van den Brink schrijft dat de doop vergeving van zonden brengt, maar misschien begrijp ik hem verkeerd.Met de visie van de GGiN op de doop kan ik het ook niet eens zijn, want dan zou alleen een gelovige volwassene gedoopt moeten worden. Veel leden van GGiN zijn dan ook naar de gemeente van Ruben Jansen overgegaan vanwege deze verwarrende visie. Ik begrijp dat wel. Ik vind het daarom een vreemd en verwarrend boekje.
"Hoe is het mogelijk dat mensen dit schrijven en tegelijk dénken dat het de leer is van de Bijbel, van de belijdenisgeschriften en van het doopformulier. De schrijvers beweren dat zij hetzelfde zeggen als Brakel en Boston (blz. 73). Maar als je Bostons verhandeling leest over de kinderdoop of Brakels hoofdstuk over het genadeverbond, bevind je je in een compleet andere wereld. Meteen aan het begin van het boekje staat: “Verbond en doop zijn onderwerpen die tot het fundament van de leer behoren. Wankelt dit fundament, dan wankelt alles.” Als dat waar is, dan velt dit boekje een oordeel over zichzelf. Bij een opvatting die zóver afstaat van de gereformeerde belijdenis, moeten we inderdaad vrezen dat alles wankelt en instort."
Dit laatste stukje was van ds. G. A. van den Brink.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Een dergelijk onderwerp is echt te groot om op een online-forum uit te discussiëren. Dat doet mijns inziens geen recht aan de teerheid en ernst van het onderwerp. Uiteraard geldt dit voor meer onderwerpen. Het wordt er niet makkelijker op als we met wat losse citaten of stevige statements een punt willen maken, dat elk gevoel voor nuance mist. Om maar een voorbeeld te geven: in de mooie studie van dr. P. C. Hoek over de visie van Calvijn op de doop wordt aangetoond dat Calvijn gaandeweg op punten wat anders ging denken over verbond en doop, al betroffen die veranderingen niet zozeer het wezen van de zaak. Dit leert ons ook dat we voorzichtig moeten zijn met zomaar wat ‘uit de losse pols citeren’. Zoals ook voor andere onderwerpen geldt dat het heel belangrijk is om de geciteerde theoloog in zijn tijd te zien, vervolgens te bezien wanneer deze het werk schreef en de schrijver recht te doen door de citaten te vergelijken met het geheel van diens theologie.
Het gekleurd en verkeerd interpreteren van mijn korte reactie laat al zien hoe gevaarlijk het is om een conclusie aan een los citaat te verbinden. Er wordt immers uit afgeleid dat ik zou stellen dat we niet over de doop mogen discussiëren en dat we in het geheel geen stevige uitspraken mogen doen. Wat een snelle conclusies! Het is niet fair om op een eigen interpretatie voort te borduren en vervolgens volstrekt onjuiste conclusies te trekken of suggestieve vragen te stellen. Ik hoop echt dat de geachte schrijver in het overige van zijn theologische werkzaamheden grondiger en objectiever te werk gaat.
Ik bedoelde geheel iets anders, namelijk:
1. Een online vragenrubriek is mijns inziens niet het geschikte middel om over dergelijke zaken te discussiëren. Zo veel mogelijk hierover spreken? Prima! Een gedachtewisseling kan geen kwaad. Maar wáár (en hoe) je het doet, dat maakt voor mij wel verschil.
2. Stevige uitspraken zijn helemaal niet problematisch, maar dan moeten ze een degelijk fundament hebben. Die miste ik in de betreffende inzending en daar reageerde ik op. Stevige statements kunnen stoer en solide klinken, maar daarmee zijn ze nog geen vrucht van goed gefundeerde kennis.
Het is een goede gedachte om Bostons werk over het genadeverbond –biddend om het licht van de Heilige Geest– te lezen en te herlezen. Het is niet zonder reden dat ds. G. H. Kersten dit boek tot aan het einde van zijn leven graag in veler handen zag. (Zie ook diens voorwoord.) Het zou een goede zaak zijn om dit werk dan naast ‘De viervoudige staat’ te lezen. Iedere lezer zal er dan genoegzaam van overtuigd worden dat Boston een zeldzaam Bijbels evenwicht heeft in zaken als wet en Evangelie, verkiezing en verantwoordelijkheid, dood en leven, enzovoorts. Wie Boston in zijn tijd plaatst, begrijpt waarom hij de accenten op die wijze gelegd heeft. Hij was inderdaad een échte Evangelieprediker met een ruime prediking, juist omdat hij als geen ander toornde op alle ongerechtigheid en daarbij alle eigen gerechtigheid radicaal eerst afsneed. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat de Evangelieprediking van Boston gretiger aftrek vindt dan het afsnijdende, ontdekkende, separerende en veroordelende aspect van zijn prediking, terwijl deze twee aspecten (ook bij Boston) om zo te spreken ‘niet los verkrijgbaar’ zijn. Om nog maar te zwijgen van de levensheiliging die hij voorstond. Laten we er naar staan om altijd met twee woorden te spreken.
Ten slotte: Ik acht het een voorrecht om lid en ambtsdrager te zijn van een gemeente waar de preken voor een aanzienlijk deel van ‘de oude stempel’ zijn:
Boston, Gray, Erskine, McCheyne, etc. Maar ook Hellenbroek, Van der Groe, Comrie, Beukelman, Smytegelt en anderen. Voeg daarbij Engelse schrijvers als Flavel, Philpot, Kershaw en dergelijke. Laten we deze schrijvers inderdaad lezen en herlezen, alsook de reformatoren en predikers uit de vroege kerk. Dat behoedt ons voor het meewaaien met allerlei wind van leer.
Ik durf de stelling wel aan dat Boston –wanneer hij in onze tijd zou leven– met alles wat in hem was zou strijden tegen twee te vermijden uitersten: Zowel het overschatten als het onderschatten van de Heilige Doop. Laten wij daar ook voor waken.
Dit artikel is beantwoord door
Ouderling Ger. Gem. in Ned.
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten in Nederland
- Status:Inactief