NBV21
Redactie Refoweb | Geen reacties | 24-05-2022| 12:51
Vraag
Waarom hebben de NBV21 vertalers ervoor gekozen in Efeze 2 onnodig extra woorden toe te voegen die duidelijk een voorbedachte focus willen geven? In vers 3 bijvoorbeeld wordt "waren wij kinderen des toorns" veranderd in "stonden bloot aan Gods toorn". Waarom wordt dit zo veranderd wanneer er letterlijk het woord kinderen (τέκνα) staat? Dit lijkt mij een volkomen onnodige verandering die eveneens zachter klinkt dan wat er letterlijk staat.
En in vers 8 wordt 'dit' veranderd in 'deze redding' wat bewust de tekst veranderd terwijl grammaticaal dit helemaal niet kan. 'Dit' (τοῦτο) is onzijdig en redding (sesōsmenoiis) is mannelijk. 'Dit' kan dus niet naar enkel naar 'redding' verwijzen. 'Genade' en 'geloof' zijn vrouwlijk dus ook daarna kan het niet enkel verwijzen en moet dus naar heel het voorgaande verwijzen. M.a.w. hier wordt onterecht 'dit' veranderd naar 'deze redding' met als gevolg dat 'door geloof' niet van God komt, maar alleen de redding.
Waarom is dit zo vertaald? Ik zie geen enkele reden om zo van de grondtekst af te wijken. Deze verandering lijkt mij bewust gemaakt te zijn tegen het idee dat God ons het geloof geeft.
Antwoord
Dank voor deze kritische vraag, die misschien wel symbool staat voor vragen die veel mensen hebben bij de vertaalaanpak van de NBV21, de vernieuwde versie van de Nieuwe Bijbelvertaling. Ik zal de vertaling van Efeziërs 2:3 en 8 toelichten, en daarbij ook iets dieper ingaan op vragen rond het vertalen van de Bijbel.
Allereerst Efeziërs 2:3. Daar staat in de NBV21: ‘Eens leefden wij allen net als zij: wij volgden onze wereldse begeerten en alle aardse verlangens die in ons opkwamen en stonden van nature bloot aan Gods toorn, net als ieder ander.’ De vraag is nu waarom we ‘(…) waren wij kinderen des toorns (…)’ hebben weergegeven met ‘wij (…) stonden van nature bloot aan Gods toorn (…)’.
Voor ik op de details in ga, is het belangrijk om na te denken over wat vertalen eigenlijk is. Niemand die een vertaling uit het Engels leest, zal denken dat ‘Ik voel me een beetje onder het weer’ een goede vertaling is van de uitdrukking 'I’m feeling a bit under the weather'. Nee, dat vertaal je natuurlijk met ‘Ik voel me niet zo lekker’. Toch denken sommige mensen dat je de Bijbel op de eerste manier, woord voor woord, moet overzetten. Daar kleeft een groot nadeel aan: je hebt misschien wel de taal van het oorspronkelijke behouden, maar dat gaat ten koste van de betekenis. En schiet je dan niet je doel voorbij?
De NBV21 kiest er heel bewust voor om Bijbellezers niet een lesje Bijbeltaal te geven, maar om de oorspronkelijke tekst heel zorgvuldig om te zetten in goed en sprekend Nederlands. Wat gewoon klinkt in het Hebreeuws of Grieks, moet ook gewoon klinken in het Nederlands. Enorm lange zinnen met veel deelwoorden (zoals hier in Efeziërs 2), die normaal zijn in het Grieks, moeten worden omgezet in kortere zinnen met persoonsvormen. Want dat is normaal in het Nederlands.
Iets dergelijks is aan de hand met de ‘kinderen des toorns’. In het Bijbelse spraakgebruik is ‘kind/zoon van’ een vaste uitdrukking om iemand in een bepaalde categorie te plaatsen. In Deuteronomium 25:2 lezen we bijvoorbeeld over een onrechtvaardige of schuldige, die ‘een zoon/kind van het slaan’ is. Maar wat vertaalden de Statenvertalers? ‘Ende ’t sal geschieden, indien de onrechtveerdige slagen verdient heeft (…)’ De woord-voor-woordvertaling hebben ze naar de kanttekening verbannen.
De NBV21 pakt dit op dezelfde manier aan, alleen veel consistenter. ‘Kinderen van de toorn’ zijn mensen die de toorn van God ondervinden. Daarom kun je uitstekend vertalen met de woorden: ‘wij stonden van nature bloot aan Gods toorn’.
Nog iets: het woord ‘Gods’ is hier een verduidelijking van de vertalers. Het is voor alle uitleggers volkomen duidelijk dat het om Gods toorn gaat. Dat is hier ongetwijfeld bedoeld. Maar in het Nederlands is zomaar spreken over ‘de toorn’ vreemd, dan vraag je je af: wiens toorn dan? Vandaar dat de vertalers hier expliciet gemaakt hebben wat al impliciet in de tekst zit.
Dan nu de vragen over Efeziërs 2:8. In de NBV21 staat in 2:7-9a: ‘[7] Zo zal Hij, in de eeuwen die komen, laten zien hoe overweldigend rijk zijn genade is, hoe goed Hij voor ons is in Christus Jezus. [8] Door die genade bent u nu immers gered, doordat u gelooft. Deze redding dankt u niet aan uzelf; ze is een geschenk van God [9] en geen gevolg van uw daden.’
Op de plaats van ‘deze redding’ staat in het Grieks 'touto', een aanwijzend voornaamwoord. Als je dit woord met ‘dit’ of ‘dat’ zou vertalen, stuur je de lezer nadrukkelijk een bepaalde kant op. Want veel lezers zullen denken dat ‘en dat/dit niet uit u’ terugslaat op ‘geloof’. Maar dan zou je in het Grieks, zoals u terecht constateert, een vrouwelijk aanwijzend voornaamwoord verwachten. Nagenoeg alle uitleggers denken tegenwoordig dat 'touto' terugverwijst naar de hele voorafgaande zin. De NBV21 is steeds gebaseerd op een breed draagvlak, en daarom hebben we deze uitleg in de NBV21 gevolgd.
Maar hoe verwijs je terug naar een hele zin als ‘dit/dat’ te onduidelijk is? De kern van een zin is het werkwoordelijk gezegde. En dat is hier: ’bent u gered’ ('sesôismenoi' is deel van het gezegde). De rest van de zin bestaat uit nadere bepalingen hierbij. Gods redding is hier het belangrijkste thema. Vandaar dat we de verwijzing naar de hele zin mogen weergeven met ‘deze redding’.
Let wel, ‘deze redding’ sluit het geloof in, het gaat om ‘de redding zoals in het voorafgaande beschreven’. We kiezen dus niet tégen het feit dat God het geloof geeft. Wat we wel doen, is dat we de gebruikelijke uitleg volgen en de tekst vervolgens in goed Nederlands vertalen. Het mooie is hier, dat Gods geschenk alles omvat: het gaat om het geheel van Gods redding door genade en door middel van geloof.
Met vriendelijke groet,
Cor Hoogerwerf MA
Specialist vertalen & exegese Nieuwe Testament
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Dit artikel is beantwoord door
Redactie Refoweb
Bijzonderheden:
Mailadres: vragen@refoweb.nl