Daar juicht een toon, daar klinkt een stem (klopt niet)
Ds. R. W. van Mourik | 1 reactie | 18-04-2022| 11:52
Vraag
Met Pasen wordt het lied: “Daar juicht een toon, daar klinkt een stem” veelvuldig gezongen en gehoord. Maar dit klopt toch niet? Er was een grote aardbeving en de wachters zijn verschrikt geworden volgens Mattheüs. Het waren alleen de vrouwen en enkele discipelen die te maken kregen met de opstanding. Zelfs Petrus is in stilte door Jezus opgezocht. Maar geen van allen galmden dit door Jeruzalem heen. En van een “toon” was er al helemaal geen sprake. Zelfs de wachters werden als doden, die galmden echt niet. En de farizeeën probeerden het ook stil te houden. Vanwaar dan die juichende toon?
Antwoord
Heel goed te begrijpen dat je het lied niet vindt passen bij de verhalen aan het eind van de Evangeliën. Daar druipt de uitbundigheid er niet direct van af. Dat is waar. Je leest over de blijdschap van de vrouwen en de vreugde van de discipelen die tegen Thomas zeggen dat ze Jezus hebben gezien, maar voor de rest krijg je niet de indruk dat het in Jeruzalem galmt en juicht over de opstanding van Christus uit de doden. Toch is het een lied wat met Pasen heel vaak gezongen wordt. In de kerk of door een koor. Waarom?
Allereerst vanwege het feit dat de rest van het lied, afgezien van dat begin, wel heel Bijbels is. Dus daarom kan het wel gezongen worden. Maar in de tweede plaats kun je dat begin van het lied ook zingen met een verlangen dat die toon en die stem zal klinken in ons kerkelijke Jeruzalem. Het is misschien wel ver gezocht, en de dichter heeft het waarschijnlijk zo niet bedoeld, maar zo kun je het wel zingen. Als de Paasboodschap weerklank vindt in de gemeente, galmt dat door het kerkelijke Jeruzalem heen. Dat blijft niet verborgen. Dan ben je samen met de vrouwen en de discipelen verblijd over de boodschap van Pasen en wil je er van zingen. Zo kan het lied toch gezongen worden. Ondanks alle bezwaren die je noemt. Laat zo de Paasjubel mogen klinken in het kerkelijke Jeruzalem van deze dagen. Helaas is de toon weleens te gedempt en klinkt de stem niet al te luid, maar dat is de Paaskoning niet waard. Jubel het maar uit dat de Zoon van God is opgestaan en dat alles is voldaan! Wie zal dan niet juichen?
Ds. R. W. van Mourik, Alblasserdam
Dit artikel is beantwoord door
Ds. R. W. van Mourik
- Geboortedatum:07-02-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Alblasserdam
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
33 En zij, opstaande ter zelfder ure, keerden weder naar Jeruzalem, en vonden de elven samenvergaderd, en die met hen waren; 34 Welke zeiden: De Heere is waarlijk opgestaan, en is van Simon gezien.
Bedoeld het lied dit misschien?
Of
Marcus 16
6 Maar hij zeide tot haar: Zijt niet verbaasd; gij zoekt Jezus den Nazaréner, Die gekruist was; Hij is opgestaan; Hij is hier niet; ziet de plaats, waar zij Hem gelegd hadden.
Of:
Matteüs 28
8 En haastelijk uitgaande van het graf, met vreze en grote blijdschap, liepen zij henen, om hetzelve Zijn discipelen te boodschappen.