Wedstrijdturnen
G. Slurink | Geen reacties | 05-04-2022| 08:00
Vraag
Mag je als christen aan wedstrijdturnen doen? Ik weet dat er al veel vragen zijn gesteld over christenen en (top)sport en daar gaat het mij niet per se om. Ik vraag het met het oog op de kleding (strakke turnpakjes) die wij als dames in het wedstrijdturnen móeten dragen en de muziek die verplicht is bij de vrije oefening. Dit is muziek zonder zang, maar wel vaak muziek die afgeleid is van wereldse nummers.
Ik doe niet mee aan wedstrijden op zondag en train ook niet op zondag. Maar vraag me soms af of de kleding en muziek als functioneel gezien mag worden of dat dit onbewust toch secularisering in mijn denken is.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Dank voor je oprechte vraag. Er zijn een paar elementen in je vraag waar ik eerst even op in wil gaan omdat die belangrijk zijn voor een christen als basis om keuzes te maken, ook in zaken zoals deze. Er zijn twee benaderingen die hierbij veel voorkomen. De eerste is de neiging om het leven van een christen voor een groot deel te zien als een leven waarin bepaalde dingen moeten of niet mogen. Dat zit diep in ons en is iets waar we ons maar moeilijk van los kunnen maken. Dat zit ook een beetje in je vraag.
De tweede is de neiging daar steeds wat losser mee om te gaan, vaak meer uit eigen belang dan vanuit de overtuiging dat we daarmee meer naar Gods bedoeling zouden handelen. Dat zit ook een beetje in je vraag in bijvoorbeeld dat je je afvraagt of deze kleding en muziek misschien toch wel kan als je het als functioneel ziet. Dat zijn twee valkuilen waarin we kunnen vallen als christen: aan de ene kant te denken dat je je aan bepaalde voorwaarden moet voldoen als christen (met als levensgroot gevaar dat je onzeker wordt over Gods liefde in Christus voor jou als blijkt dat je hierin tekort schiet) en aan de andere kant het gevaar steeds wat vrijblijvender te worden, “omdat het niet hoeft”, wat in de praktijk vaak betekent dat we steeds meer meegaan met de wereld.
Deze twee lijken tegenovergestelden van elkaar maar zijn in feite twee kanten van dezelfde medaille, waarbij het in beide gevallen gaat om het al dan niet houden van bepaalde regels en de steeds terugkerende vraag daarbij van wat wel of niet mag, echter in beide gevallen op grond van een verkeerde basis.
De Bijbelse benadering is een andere. Het is niet een tussenweg, het is wezenlijk anders, het is de benadering vanuit het evangelie. Daarbij gaat het niet meer over wat wij mensen moeten doen, maar over wat God heeft gedaan, door de Heere Jezus Christus. Dat is als het ware Zijn liefdesverklaring aan ons (niet omdat er iets aantrekkelijks zou zijn in ons, maar vanuit Zijn grote liefde) die wij beantwoorden met een wederliefde. Waar God werkelijk op uit is, is onze liefde voor Hem en voor onze medemens, als antwoord op Zijn liefde die Hij getoond heeft in de Heere Jezus (Joh 3:16).
Deze wederliefde omvat ook gehoorzaamheid, maar niet langer op basis van een ‘moeten’ zoals bij een slaaf, maar uit liefde in vrijheid (zie ook Gal 4:22-31, Galaten 5:1-6). Dat is waar een christen vanuit moet leren leven en handelen. Een christen is iemand die in Christus is (zie bijvoorbeeld 1 Kor 1:30, Rom 6:11, Rom 8:1-2, Ef 1:4, 1 Thess 2:14, 1 Petr 5:10), door het geloof in Hem. Die is uit de macht van de duisternis getrokken en overgezet in het Koninkrijk van de Heere Jezus (Kol 1:13, Ef 5:8). Die is een nieuwe schepping (2 Kor 5:17, Gal 6:15, Rom 6:4-8), ook al zie je daar uiterlijk nog weinig van. Die is ook in Christus erfgenaam van vele zegeningen geworden (zie Efeze 1: 3-14). Die heeft niets om van zichzelf te roemen omdat alles geschonken is (Rom 3:27). In Christus hebben we verlossing van onze zonde en ontvangen we het eeuwige leven en mogen we voor eeuwig bij Hem zijn, waar geen pijn en verdriet meer zal zijn. In Christus zijn we veilig en hoeven we niets meer te doen. Net zoals Noach veilig was in de ark zijn wij veilig in Christus, door het geloof in Hem, door ons volledig toe te vertrouwen aan Hem. Zolang wij in Christus blijven, in Zijn liefde, door het geloof in Hem, kan niets ons scheiden van de liefde van God in Christus Jezus (Rom 8:35-39).
De Heere Jezus is niet alleen de Weg, Hij is waar het om gaat. Alle zegeningen zijn in Hem en in Hem alleen. De Heere Jezus is niet, om het zo te zeggen, degene die ons het toegangskaartje tot het eeuwige leven geeft, Hij is zelf de toegang. Daarom kan daar ook niets mis gaan, zolang ik maar in Hem blijf door het geloof. Onze verzoening betreft dan vooral ook een nieuwe relatie. En ons verdere doen en handelen moet voortkomen uit deze nieuwe relatie, als wederliefde op Zijn liefde voor ons (zie ook 1 Joh 4:9-19). Daarmee wordt de basis waar vanuit een christen keuzes maakt een andere. Een christen wil leren kiezen om het goede doen, niet omdat het moet maar omdat dat het beter is, omdat het meer in overeenstemming is waartoe God ons geschapen heeft.
Een christen wordt in de Bijbel opgeroepen zich met deze nieuwe mens te bekleden (=in overeenstemming daarmee te leven) en de vroegere levenswandel, de oude mens, die te gronde gaat door de misleidende begeerten, af te leggen (Kol 3:1-17, Ef 4: 17-24).
Nu moet ik even ingaan op een ander punt dat je noemt, namelijk wereldgelijkvormigheid/secularisering. Wereldgelijkvormigheid of secularisering is niet dat je gebruik maakt van dingen die in de wereld zijn. Daar is op zichzelf niet per se een probleem mee. We mogen binnen de grenzen die de Bijbel zet gebruik maken van alles wat in de schepping ligt. Wereldgelijkvormigheid of secularisering in Bijbelse zin is meer een meegaan in de misleidende verlangens van de wereld. Dat zijn al die dingen die we nastreven omdat we de verkeerde dingen voor belangrijk houden, de misleidende verlangens van wat de mensen van deze wereld voor belangrijk houden.
Misleidende begeerten zijn niet per se alleen duidelijke zonden, het zijn ook allerlei dingen die vergankelijk zijn en die geen waar geluk brengen, maar die uiteindelijk alleen maar frustratie en onvervulde verlangens opleveren. Wereldgelijkvormigheid is vooral een zaak van het hart: waar is ons hart op gericht? Is dat gericht op de Heere Jezus en Zijn Koninkrijk (Mat 6:33, Kol 3:1-3), of is dat gericht op de dingen die de wereld ons te bieden heeft? Je met de nieuwe mens te bekleden is dan ook in de eerste plaats een zaak van het richten van je hart, van welke dingen je voor belangrijk houdt, veel meer een zaak van je innerlijk dan van je uiterlijk. Het is pas in de tweede plaats ook een verandering van je handelen, welke voorkomt uit de verandering van je hart.
Voor een christen gaan dus andere dingen belangrijk worden. Een christen is niet langer onder de wet van ‘moeten’, maar neemt deze vrijheid niet als een vrijbrief om naar de verlangens van de oude mens te leven (Gal 5:13, Rom 6:1-2) en plaatst zichzelf vrijwillig onder het gezag van Christus (Gal 6:2, Rom 8: 2-17, Rom 10: 4) uit liefde en vanuit het besef dat Hij, als Degene die ons geschapen heeft, het beste weet wat goed voor ons is. Vanuit die positie, benadert een christen de zaken zoals je die noemt op een andere manier, namelijk vanuit de vraag: hecht ik als christen, als iemand die door het geloof in Christus is en daarmee is geroepen tot een nieuw leven met Christus, nog langer waarde aan deze dingen en wil ik als christen nog aan dergelijke zaken meedoen, gezien hoe het daar aan toegaat? Past dit bij waar ik als christen toe geroepen ben?
Dat is de vraag betreffende het wedstrijdturnen en alles wat daar bij mee komt die je zelf voor je zelf moet beantwoorden. Ik denk niet dat turnen of gymnastiek op zichzelf voor een christen uitgesloten hoeft te zijn, maar de vraag is wel: in hoeverre kan ik als christen meegaan met de dingen die daar spelen. Ik moest denken aan Eric Liddell, een hardloper uit Schotland en zendeling in China die in 1924 olympisch kampioen op de de 400 meter werd. Hij was een uitstekend atleet die records neerzette die lange tijd niet gebroken werden, maar zette zijn sport nooit op de eerste plaats en deed verder ook geen enkele concessie aan zijn geloof. Daar waar er naar zijn geweten een grens werd overgegaan haakte hij af, ongeacht de gevolgen ervan voor hemzelf. Christus kwam voor hem op de eerste plaats en daarna zijn medemensen en nog een heleboel andere dingen die daar mee samenhangen. Pas daarna kwam het hardlopen en hij wilde daarbij niets doen dat tegen het karakter en de leer van de Heere Jezus in zou gaan.
Je noemt de muziek voor de vrije oefening en de kleding. Wat de muziek voor de vrije oefening betreft zou ik geneigd zijn daar niet zo’n punt van maken. Ik denk niet dat deze muziek je hart heeft en zie op dat gebied dan ook niet zo het gevaar van wereldgelijkvormigheid. Ik weet niet wat precies de regels zijn maar, ik begrijp dat het iets instrumentaal van maximaal 90 seconden moet zijn. Als ik het goed begrijp mag het bijvoorbeeld ook wel klassieke muziek zijn of wat anders. Mij lijkt dat er wel iets te vinden zou moeten zijn wat ermee door kan.
Wat kleding betreft heb ik wel zo mijn vraagtekens. Zoals je vast wel weet schrijft Paulus schrijft 1 Tim 2:9-10 dat dat christelijke vrouwen zich moeten tooien (sieren) met eerbare (waardige) kleding, ingetogen (bescheiden) en bezonnen (met gezond verstand). Wat daarmee samenhangt, en dat komt voort uit het gebod van de liefde voor elkaar als mensen, is dat het een ander geen aanstoot geeft (= tot struikelen brengt), hetzij door verleiding, hetzij doordat het de ander erg ongemakkelijk maakt zodat die niet weet waar die kijken moet. Dit geeft ongeveer het kader aan. Wat er binnen dat kader mogelijk is aan kleding voor turnen weet je zelf misschien beter.
Mij lijkt dat daarbij de omgeving waarin alles plaats vindt ook een rol speelt. Ik kan me voorstellen dat dit bijvoorbeeld in een besloten gymzaal met alleen maar dames wat anders is dan in een openbare omgeving waarbij de hele wereld meekijkt. Daarin is misschien wedstrijdturnen anders dan recreatief turnen, maar daar heb jij vast zelf een betere kijk op. Als je wat meer wilt lezen over kleding wil ik verwijzen naar de artikelen die daarover gaan op Refoweb.
Ik zou echter de muziek en de kleding toch ook niet los willen zien van de rest van het geheel, van de hele atmosfeer en omgeving waarin dit wedstrijdturnen plaats vindt. Bij dit alles zou voor mij de vraag gelden: past dit alles bij waartoe ik als christen geroepen ben. Nogmaals, dat is een vraag die ik niet voor je kan beantwoorden maar die je voor jezelf en voor God en voor de Heere Jezus met een oprecht geweten zal moeten beantwoorden. Zoals ik al zei: wereldgelijkvormigheid zit in de eerste plaats in je hart. Hoe je met muziek of kleding omgaat is meer een gevolg daarvan. Zijn al de dingen die de wereld hier voor belangrijk houdt ook zo belangrijk voor jou? En ben je bereid verregaande concessies te doen om daar maar aan mee te kunnnen doen? Dan ligt wereldgelijkvormigheid hier op de loer voor jou. Of zeg je, net zoals Eric Liddell deed, ik vind het sporten leuk, maar het is het mij niet waard iets te doen dat tegen het karakter en de leer van de Heere Jezus in zou gaan. Dan haak ik af. Misschien valt er dan een weg te vinden in het turnen, hetzij in een vorm van wedstrijdturnen dan wel in een vorm van recreatief turnen, waar bij het binnen de grenzen blijft die jij wilt stellen in gehoorzaamheid aan de Heere Jezus. Uit liefde.
Ik hoop dat dit antwoord je helpt.
Een hartelijke groet,
Gerard Slurink
Dit artikel is beantwoord door
G. Slurink
- Geboortedatum:12-02-1963
- Kerkelijke gezindte:Reformatorisch
- Woon/standplaats:Lahti, Finland
- Status:Actief
Bijzonderheden:
*Voormalig popmuzikant