Eten van afgodenoffer
Ds. G. van de Groep | 1 reactie | 28-03-2022| 12:11
Vraag
Wat wordt bedoeld met het eten van een afgodenoffer en kan dat nu nog steeds?
Antwoord
In zowel het Oude Testament alsook in het Nieuwe Testament wordt gesproken over het brengen van afgodenoffers. In Exodus 34:11-16 waarschuwt de Heerde zijn verbondsvolk Israël om geen verbond te sluiten met volken die de afgoden dienen. Aan zo’n verbond waren altijd bepaalde verplichtingen verbonden. Een verplichting was om aan hun goden offers te brengen en van het geofferde vlees mee te eten en daarbij de afgod, bijvoorbeeld de zonnegod, te aanbidden. Daarmee verbrak een Israëliet Gods verbond en verheerlijkte hij de afgoden. De Heere noemt dat overspel, geestelijke hoererij.
In het Nieuwe Testament komt de kwestie van het offervlees ook aan de orde Handelingen 15:19-21. In vers 15 vaardigt Jakobus een verordening uit aan de heidenen die zich tot God hebben bekeerd. Paulus herhaalt die verordening in Handelingen 21:25. Het komt erop neer dat de tot bekering en geloof gekomen heidenen, die uit een systeem kwamen dat doordrenkt was van aanbidding van de heidense afgoden, breken moeten met het dienen en aanbidden van die valse goden. Tot de actieve afgodendienst hoorde het tempelbezoek, het offeren en eten van het aan de goden gewijde vlees, het drinken van bloed, en het deelnemen aan tempelprostitutie. Jakobus noemt al deze dingen niet voor niets.
Lees ook de vragen en antwoorden hierover onder de tag 'Apostelconvent'
Ook in 1 Korinthe 8 en 1 Korinthe 10 stelt Paulus het gebruik van offervlees aan de orde. Het punt waar het in die hoofdstukken om gaat, is de vraag of je als christen het vlees dat in de afgodstempel geofferd werd ook mag eten. In de markthallen werd dit vlees namelijk te koop aangeboden. Sommige al langere tijd tot geloof gekomen christenen hadden daar geen moeite mee. Ze waren het het helemaal met Paulus eens dat afgoden niet bestonden en er maar één was, de Vader van de Heere Jezus Christus (1 Korinthe 8: 4). Ze keken dan ook neer op degenen die pas tot geloof en bekering gekomen waren. Zulke zwakken in het geloof waren nog niet los van het dienen van de afgoden. In hun geweten waren ze nog levend. Paulus waarschuwt echter die zelfverzekerde christenen. Ze hebben blijkbaar geen oog voor de pas bekeerden die nog zwak stonden in hun geloof en in wier geweten de afgoden nog aanwezig waren. Ook voor ons een les: hoe gaan we met elkaar om?
En dan nog iets wat betreft de vraag: kan het nog steeds: eten van een afgoden offer? Dat kan en wordt ook gedaan in allerlei oosterse godsdiensten: hindoeïsme, boeddhisme en nog veel meer van die 'isme'-godsdiensten. Maar ook wij afgoden vereren en dienen. Het Griekse woord voor afgoden is: eidolon. Het is niet moeilijk om daarin het woord: idool te lezen. Idolen zijn vandaag de populaire mensen waar voor velen, met name jongeren, aantrekkingskracht van uit gaan. Zangers, sporthelden (godenzonen) genoemd. Onze moderne cultuur heeft de kenmerken die in de Bijbel verbonden worden met afgodendienst zoals verslaving, geld, macht, seks etc. Afgoderij is iemand of iets in plaats van God stellen. Wie een afgod vereert, verwacht daarvan die die afgod je geeft wat alleen de levende God je kan geven.
Hartelijke groet,
Ds. G. van de Groep
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G. van de Groep
- Geboortedatum:07-04-1944
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Heerde
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
We dragen ook geen schoenen of kleding van idool merken. Mijn vrouw heeft een idool handtas weggegeven.
Geen aanstoot geven.
Ik heb moeite met halal vlees. Ik heb de indruk dat moslims vinden dat je Allah eert als je dat eet. Dus liever niet. Als we persé zouden willen hebben: koop het dan in de supermarkt. Dan merkt niemand het. Maar het geeft een religieuze lading als we naar de moslim slager gaan. Net zo als in de cosher joodse winkel trouwens. Maar die hebben we hier niet.