Ligging predikanten Gereformeerde Gemeenten in Nederland

Ouderling Ger. Gem. in Ned. | 1 reactie | 18-03-2022| 12:27

Vraag

Is er verschil in ligging onder de predikanten van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN)?


Antwoord

Bedankt voor je vraag. Ik weet niet wat de aanleiding is voor deze vraag: is je iets opgevallen? Of is het meer een open vraag? Hoe dan ook, ik zal proberen een antwoord te geven. Je begrijpt dat ik nu eigenlijk voor ‘anderen’ moet spreken. Dat heeft zo zijn beperkingen.

Twee voorbeelden van predikanten uit de GGiN vooraf, ter illustratie. De eerste is van wijlen ds. F. Mallan. Hij gebruikt in een van zijn preken een bekend voorbeeld van twee predikanten uit de kerkgeschiedenis, die in dezelfde stad dienden. De ene benadrukte meer de noodzaak van overtuiging van zonden en de rechtvaardigheid van God (uiteraard niet zónder het Evangelie te verkondigen) en de ander benadrukte meer de liefde van God en de het Evangelie van de Zaligmaker voor verloren zondaren (uiteraard niet zónder de wet te prediken). Het gevolg was dat hoorders die door genade ontdekt werden aan hun verloren staat, mochten buigen onder Gods oordeel en de toevlucht namen tot Jezus, na verloop van tijd bij de ene predikant weggingen, en zich onder het gehoor zetten van de andere predikant die meer het Evangelie preekte. Laatstgenoemde predikant vond dat moeilijk en ging daarover in gesprek met zijn ambtsbroeder. Hij vroeg hem hoe hij hier in stond. Het antwoord was dat dit hem niet uitmaakte, omdat hij tevreden was met de roeping en zending die de Heere hem gegeven had… De ene prediker krijgt een koker met pijlen, de andere prediker een kruik met balsem. (Het origine verhaal over de predikanten Fraser en Portuous is te vinden in De dauw van Hermon, door L.J. van Valen, hoofdstuk 6.)

De auteur van het genoemde boek schrijft erbij: ‘Wat een voorbeeld van ware zelfverloochening en broederlijke liefde! De verderfelijke jaloezie, welke ieder mens eigen is, kreeg op deze wijze geen kans om de overwinning te behalen.’ Daar stem ik van harte mee in. De strekking van dit voorbeeld is onder andere dat iedere predikant zo zijn eigen accenten heeft, naar de roeping die zij ontvingen en uiteraard binnen de kaders van Gods Woord. De Heere is in alles soeverein, ook in de wijze waarop Hij Zijn knechten wil gebruiken.

Een ander voorbeeld is van ds. J. Roos. In een zeer lezenswaardige recensie over een van de prekenbundels van ds. C.H. Spurgeon maakt hij de vergelijking met een andere achtenswaardige knecht van God, ds. J.C. Philpot. De laatste zin van het citaat is meteen ook de belangrijkste oproep die ik aan jou als vraagsteller mee zou willen geven. Hij schrijft:

‘Het is duidelijk dat de prins der predikers C.H. Spurgeon niet de zielenverklaarder J.C. Philpot is. Laatstgenoemde is een uitmuntende leraar, die de bevindelijke gangen zo helder heeft omschreven. Spurgeon daarentegen legt de tekst uitvoerig uit, en wijst tevens op de noodzaak om Christus te kennen. Beiden zijn door de Heere geleerd. Gelijk elk vogeltje zingt zoals het gebekt is, zo preekt elke leraar naar de genade en gaven die de Heere hem gegeven heeft. We houden zielsveel van Philpot, maar hebben ook Spurgeon hoog. We moeten de ene leraar niet met de andere vergelijken en hem daarom afkeuren. Het is beter om aan de Heere te vragen of Hij de inhoud van de preken aan ons hart wil heiligen.’ 

Hoe is dat onder de onder de GGiN-predikanten? Wel, ‘ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is.’ Ik ga verder niet in op de term liggingsverschil op zichzelf, persoonlijk vind ik het een niet veel zeggend woord. Over ligging gesproken: Ik geloof (en beluister in de prediking) dat al deze predikanten bevindelijk aan de weet zijn gekomen zij nature verloren liggen en dat zij door genade veilig in Jezus’ armen liggen. Dezelfde ligging dus, zogezegd. Allen weten en prediken dat Jezus de enige weg is om weer met de drie-enige God in een verzoende betrekking te komen. Dat zalig worden 100% genade is en verloren gaan 100% eigen schuld. Dat de enige reden dat mensen zalig worden Gods eeuwige welbehagen in Christus is. Dat er door de Heilige Geest plaatsgemaakt moet worden voor de Borg en Middelaar, de Zaligmaker. Dat wet en evangelie beiden gepredikt moeten worden, omdat zowel kennis van de ellende als de verlossing als de dankbaarheid absoluut noodzakelijk zijn: drie stukken, twee wegen, één Naam. Dat er onderscheid is tussen zijn en schijn, tussen zaligmakend en nabijkomend werk. Dat zowel dode orthodoxie als vleselijk activisme God niet kunnen behagen. Dat een christelijke levenswandel – wel in de wereld maar niet van de wereld – noodzakelijk is, omdat niemand zonder heiligmaking de Heere zal zien. Dat de genade van God in Christus (de aanbieding van Hem in het evangelie, het aanbod van genade) aan alle hoorders wordt verkondigd. Dat beloften tot zaligheid gepredikt worden aan allen, met bevel van bekering en geloof, maar dat degenen die zich bekeren en geloven de beloofde weldaden zullen ontvangen. (Het cursieve gedeelte is vrijwel letterlijk overgenomen uit het boekje ‘Wet en Evangelie’, dat door de synode van de GGiN is uitgegeven.)

En zo kan de opsomming nog heel lang doorgaan. Strekking van deze opsomming is: er is eenheid in de leer, geen verscheidenheid. Zijn er geen verschillen? Zeker, maar die raken geen wezenlijke punten. De een legt meer het accent op het ene, de ander meer op het andere. Net als in het voorbeeld dat aan het begin is aangehaald. Ook zaken als karakter, levenservaring, geestelijke leiding, leeftijd, achtergrond, opvoeding, gaven, opleidingsniveau, geloofskennis, theologische kennis, exegesevaardigheden, spreekvaardigheid en dergelijke spelen een (bij)rol. Bepaalde zaken worden mogelijk als liggingsverschil worden geduid. Zolang we liggingsverschil maar linken aan de bovenstaande genoemde bijkomstigheden, mogen er best liggingsverschillen bestaan. Bepaalde verschillen zijn ook aan te wijzen bij de Bijbelheiligen. Johannes was geen Petrus, Amos was geen Jesaja, Paulus was geen Barnabas, enz. Mag je ook een bepaalde voorkeur hebben? Ja, dat is helemaal niet erg, zolang we maar niet de kant op gaan waar Paulus over spreekt in 1 Korinthe 1: ‘En dit zeg ik, dat een iegelijk van u zegt: Ik ben van Paulus, en ik van Apollos; en ik van Cefas; en ik van Christus. Is Christus gedeeld?’ Daarom herhaal ik nog maar een keer de al eerder geciteerde zin: ‘We moeten de ene leraar niet met de andere vergelijken en hem daarom afkeuren. Het is beter om aan de Heere te vragen of Hij de inhoud van de preken aan ons hart wil heiligen.’  Uiteindelijk gaat het niet om de prediker, maar om de Zaligmaker. Paulus, de grote heidenapostel, heeft dat als geen ander onder woorden gebracht. Dit zou ik graag nog aan je meegeven, uit 2 Kor. 5:11-21:

"Wij dan, wetende den schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof (…) Want de liefde van Christus dringt ons (…) En al deze dingen zijn uit God, Die ons met Zichzelven verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening der verzoening gegeven heeft. Want God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende; en heeft het woord der verzoening in ons gelegd. Zo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus wege: laat u met God verzoenen. Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem."

Dit artikel is beantwoord door

Ouderling Ger. Gem. in Ned.

  • Kerkelijke gezindte:
    Gereformeerde Gemeenten in Nederland
  • Status:
    Inactief
12 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
1 reactie
refoweb
23-03-2022 / 19:07
N.a.v. dit antwoord is er nog een vervolgvraag gekomen: "Aan B. Bolier, bedankt voor uw bijdragen op Refoweb. Wat ik zelf mis binnen de GGiN, is het Evangelie aan zondaren. Christus wordt wel voorgesteld, maar niet aangeboden. U heeft het in uw recente beantwoording over het bevel van geloof en bekering, maar dat hoor ik zelf niet terug. Een enkele dominee heeft ook een voordracht waar je niet prettig naar kunt luisteren."

Ouderling Bolier heeft het bovenstaande antwoord iets aangevuld om ook daarop een antwoord te geven. Hij verwijst o.a. naar de herkomst van deze passage: "'Dat de genade van God in Christus (de aanbieding van Hem in het evangelie, het aanbod van genade) aan alle hoorders wordt verkondigd.
Dat beloften tot zaligheid gepredikt worden aan allen, met bevel van bekering en geloof, maar dat degenen die zich bekeren en geloven de beloofde weldaden zullen ontvangen."

Dit komt uit het boekje 'Wet en Evangelie', dat door de synode is uitgegeven en is dus de officiële lijn.
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Tot een levend dankoffer offere

Wat betekent het dat de opstellers van de Catechismus schrijven: “Dat ik mijzelf Hem tot een levend dankoffer offere?” En welk relatie is er tussen ons hart en de offers die wij brengen (dienst der of...
Geen reacties
17-03-2006

Laat tot geloof gekomen en weinig kennis

Ik ben pas na mijn achttiende volledig tot geloof gekomen en heb dus in mijn informatieve jaren geen kerkelijke kennis of catechisatie ontvangen. Als ik nu kerkdiensten bijwoon, merk ik soms een gebre...
2 reacties
17-03-2020

Niet kunnen geloven

Ik loop de laatste tijd tegen het probleem aan dat ik niet kan geloven. Daarmee bedoel ik dat ik wel veel van de Bijbel weet, maar als ik het probeer na te zeggen, landt de boodschap niet. De boodscha...
1 reactie
17-03-2016
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering