Blijmoedige dienstbaarheid bij nood in de wereld
Kand. G.A. van Ginkel | Geen reacties | 15-03-2022| 11:13
Vraag
Een goede christen zijn in deze tegenwoordige tijd. Hoe doe ik dat? Niet om mezelf op de borst te kunnen kloppen en te laten zien hoe goed ik ben, maar juist om meer en meer een beeld te worden van Jezus, dat is toch immers het doel op aarde. God alle eer. Oorlog in Oekraïne, massaal spullen verzamelen of geld ophalen is nu de trend. Wat natuurlijk goed is, maar er zijn zoveel anderen landen waar het nood is. Hoe kan ik hen ooit allemaal helpen? Wij moeten onszelf ook onderhouden toch? Of zijn we dan weer teveel op ons eigen ik gericht?
Ik merk dat ik het zo goed wil doen voor God terwijl wij in Gods ogen nooit goed genoeg zullen zijn. Ik hoef niets mee te brengen bij Hem, maar anderzijds is het wel een taak van een christen: God liefhebben boven alles en je naasten als jezelf. Daar hoort toch ook zorgen voor de naasten bij? Soms verdwaal ik in al die gedachten en begeerten om het perfect te doen. Mag ik alles zomaar uit handen geven en het God laten doen?
Antwoord
Je vraag is heel herkenbaar. We worden geroepen de nood van onze naaste ter harte te nemen. Maar: wie is dan nu concreet mijn naaste? Wiens naaste ben ik vandaag, naar Gods wil? Daar ligt een bepaalde spanning. Er is immers meer nood dan alleen in Oekraïne. Wat wil God dat ik zal doen?
Allereerst is er de mogelijkheid om God te bidden om leniging van de nood in deze wereld. Heel breed en algemeen. Met belijdenis van persoonlijke zonde en schuld; en belijdenis van gebrek aan zicht en inzicht. Bidden om leniging van de nood betekent ook: je beschikbaar stellen om daar aan mee te helpen! “Heere, hoe en waar kan ik dienstbaar zijn?”
Vervolgens is er de mogelijkheid om praktisch mee te doen met dat wat in je directe omgeving wordt georganiseerd. Bijvoorbeeld door de kerkelijke gemeente; eventueel in relatie met een bovenplaatselijke stichting of hulpcomité als stichting Woord en Daad o.i.d.) Op hoop van zegen. Niet alle acties voegen echt iets toe, moeten we vrezen. Het blijft zinvol om goed na te denken over de vraag waarmee de doelgroep echt geholpen is. Het is raadzaam om goed te horen naar wat de mensen zelf vragen en zeggen nodig te hebben.
En dan? Nog iets? Dan kun je breder kijken naar wat voor jou praktisch mogelijk is om te (helpen) doen vanuit jouw heel persoonlijke positie. Misschien werd er nog niets georganiseerd en kun jij met jouw van God ontvangen talenten iets op touw zetten. Dat alles met voortdurend gebed om Gods licht en leiding.
Eén ding is zeker: God vraagt van ons geen verkramping of stress, maar een blijmoedige dienstbaarheid.
Kand. G. van Ginkel
Dit artikel is beantwoord door
Kand. G.A. van Ginkel
- Geboortedatum:13-01-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Maartensdijk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Pastoraal werk te Veen, Wijk (bij Heusden) en Groenekan.