Wel gered, maar niet gereed voor de wederkomst
Dr. J.H. (Jan) van Doleweerd | 4 reacties | 21-01-2022| 15:54
Vraag
1. Christenen in Noord-Korea hebben het extreem zwaar. Het land staat al sinds 2002 op plek 1 (nu 2) van de ranglijst christenvervolging van Open Doors. In de afgelopen 73 jaar worden gelovigen vervolgd, omdat de Noord-Koreaanse regering het geloof ziet als een bedreiging van de autoriteit van de communistische leiders. Waarom hebben wij het in Nederland dan zo ontzettend goed? Is dat Gods wil en/of komt dat ook door de cultuur van daar? In de Bijbel staat ook dat er verdrukking en vervolging zal zijn, maar is dit dan niet wereldwijd bedoeld? Of is God er vrij in om dit op bepaalde plekken te laten gebeuren.
2. Ik las ergens: “Maar Hij blijft nog uit. Waarom? Omdat jij, u of uw geliefden er nog niet klaar voor zijn. Wel gered, maar niet gereed, dat kan! Wel bekeerd, maar niet bereid voor Zijn komst.” Maar hoe kan dat dan? Ik herken mijzelf hierin.
Antwoord
1. Daarover kun je meer lezen in het artikel 'Vervolging is (g)een voorrecht'.
2.Je moet Bijbels denken. Dus bij het horen van dit soort uitspraken vraag je je af of dit de taal is van de Bijbel. Wat je dan allereerst ontdekt, is dat de wederkomst nog niet plaatsvindt omdat God lankmoedig is en niet wil dat er enigen verloren gaan. Hij wil dat mensen tot bekering komen (2 Petrus 3:9). Dat is de reden dat de wederkomst tot op de dag van vandaag niet heeft plaatsgevonden. Maar let wel, Petrus waarschuwt ons tegelijkertijd. De dag van de wederkomst zal als een dief in de nacht komen. Daarom word je opgeroepen om “smetteloos, onberispelijk en in vrede” te zijn. Zo wil God je aantreffen (2 Petrus 3:14). Maar dit betekent niet een vertraging van Gods belofte voor bekeerden die er niet klaar voor zijn. Het ‘klaar-zijn’ houdt in de Bijbel maar één ding in: geborgen in Christus door het geloof. Het is in de Bijbel óf gered, óf niet gered, dood of levend. Of er is olie in de lamp -denk aan de gelijkenis van de tien maagden- óf er is geen olie.
De uitspraak “gered en gereed, bekeerd maar nog niet bereid” is dus geen Bijbelse uitdrukking. Wat de Bijbel zegt is dat je je roeping en verkiezing vast moet maken in de HEERE (2 Petrus 1:10). Wees bereid Hem te ontvangen! Daartoe roept het Evangelie je op. Vervolgens roept de Bijbel ons op diverse plaatsen op om troost te zoeken in de wederkomst van Christus (1 Thess. 4:13-18) en er wakend en biddend naar uit te zien. Lees het laatste artikel van de Nederlandse geloofsbelijdenis er maar op na. Nergens verbindt de Bijbel de komst van deze dag aan een voorbereiding van gelovigen die nog niet gereed zouden zijn.
Jan van Doleweerd
Dit artikel is beantwoord door
Dr. J.H. (Jan) van Doleweerd
- Geboortedatum:07-06-1961
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Driebergen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Missioloog en docent Godsdienst
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
‘Ja, Amen,’ zegt een boer, ‘wil spoedig komen!
Maar na de oogst, want van m’n nieuw stuk land
heb ik nog nooit de opbrengst waargenomen.’
‘Ja, Amen,’ zegt Mevrouw, ‘maar mag ik voor
De bontjas die ik gisteren zag hangen
Eerst sparen en hem aandoen, als het Koor
Een avond geeft in ‘Christ’lijke Belangen?’
‘Ja, Amen,’ zegt het kind, maar nu nog niet,
Ik moet nog met vakantie naar de bossen.
Maar ik zal zwaaien, zodat U het ziet,
Als U ons onder schooltijd komt verlossen.’
‘Kom haastig, Jezus!’ bidt de predikant.
‘Maar mag ik eerst die nieuwe lezing lezen,
Die ik gemaakt heb voor het Jeugdverband
Over ‘Gij zult het wel verstaan na dezen’?’
De beden komen in de hemel aan.
De cherubijnen zwijgen, die ze brachten.
En Jezus vraagt: “Kan Ik vandaag al gaan?’
Zijn Vader zucht: ‘Ge moet nog even wachten.’
Okke Jager (1928-1992)
We hebben het veel te goed. Onze kleine dochter vroeg of ik haar wilde dragen. Ze vroeg of ik haar wilde vasthouden, want zij had haar handen vol. Ik zag er een geestelijke les in. Mijn handen zijn véél te vol met het aardse, het is maar goed dat Hij vasthoudt...
Als we ten volle zouden beseffen hoe het zal zijn in Zijn heerlijkheid, zouden we niets anders meer doen dan dat najagen..
Zij verwachten hun Heere juist wel en daarom leven ze ook uit die verwachting, midden in deze donkere, duistere wereldnacht.
Ze zien uit naar Zijn komst, ze ‘verwachten de zalige hoop en verschijning van de heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker, Jezus Christus’ (Titus 2:13).
Ze zien aan de tekenen der tijden dat Hij in aantocht is. Voor hen komt de ‘dag van de Heere’ niet als een dief in de nacht! Jezus zal weliswaar onverwachts komen, maar niet onverwacht! Dat is het verschil.
Als Jezus morgen komen zou,
vond Hij ons dan bereid?
Zien wij wel vol verlangen,
naar die grote eeuwigheid?
Zijn wij verzoend voor onze schuld,
zodat je komen mag?
Als Jezus morgen komen zou,
dan had je nog één dag…
‘…Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben…’
Zou je daar niet naar uitzien?
Dat is, op een heel andere manier, vervolging. Christenen worden steeds minder geduld, ook in Nederland. Dat is niet erg, dat brengt Gods kinderen dichter naar Hem toe. Dat brengt ons ook dichter naar elkaar toe. We ku nen het ons als kleine minderheid niet meer permitteren om kerkmuren te hebben. Ik hoop zo dat vervolging dàt te weeg brengt. Ter ere van Hem!