God versus het leven

De laatste tijd mag ik steeds vaker inzien waar het in het leven écht om gaat, namelijk God. Ik mag al een jaar Het Zoeklicht lezen, ik mag sinds relatief korte tijd weer écht naar een kerkelijke gemeente gaan en ik kan/mag op diverse momenten ook denken: dit is niet belangrijk (denk aan social media, aanzien, status, etc.).

Mijn vraag heeft betrekking op God versus het leven. Ik vind het soms/vaak zo moeilijk om mij bezig te houden met mijn studie, mijn stage, baantje, vrienden, etc. omdat ik dan het idee heb te ‘werelds’ bezig te zijn. Ik ben zo met mijzelf en anderen bezig dat God dan op de achtergrond lijkt te staan. Ik bid of ik dicht bij God mag zijn, maar in het dagelijks leven lijkt dat zo haaks te staan op elkaar. Wat zegt de Bijbel hierover?

Ja, je vraag is natuurlijk heel goed te begrijpen. Je wilt heel dicht bij God leven, maar je vraagt je af of er wellicht heel veel aandacht gaat naar zaken die je daar op het eerste gezicht niet bij voelt passen. Toch moet je studeren en stage lopen. Heb je vrienden en heb je ook nog een baantje. Daar kun je je niet aan onttrekken. Of je moet als een kluizenaar ergens op de hei gaan wonen en al deze dingen laten varen. Maar dan neem je wel jezelf mee en dat is juist het punt. Het gaat erom dat je die studie, die stage, dat baantje en die vriendschappen doet en onderhoudt met God.

De Heere vraagt dat je je talenten gebruikt in Zijn dienst. Daar hoort je studie en die stage bij. Hij wil ook dat je zult werken en niet zult luieren. Dus dat baantje mag je doen. Ook het hebben van vrienden is in de ogen van God niet verkeerd. De vraag is alleen of je zo ook, in afhankelijkheid van God, je studie en je stage doet. Of je zo ook dat baantje doet en je contacten met vrienden onderhoudt. Daarin moet je juist laten zien dat je christen bent en dichtbij God leeft. Je moet een leesbare brief van Christus zijn in al die activiteiten die je ontplooit. Natuurlijk kunnen studie, stage, werk en vrienden je van God afhouden, maar dat zit niet in die zaken op zich, maar hoe je ermee omgaat.

Laat dat elke dag een vraag voor je zijn: hoe leef ik tot eer van God in mijn studie, op m’n stageadres, in het baantje wat ik doe en in de vriendschappen die ik heb. Dan wil de Heere je ook elke dag leren om naar Zijn wil te handelen en in Zijn waarheid te wandelen. 

Ds. R. W. van Mourik