Schaamte van zonden uit het verleden
Ds. J.J. Tigchelaar | 2 reacties | 28-12-2021| 14:00
Vraag
Ik word laatste tijd gekweld door zonden uit het verleden. De gedachte aan begane zonden overvalt mij soms zo erg dat ik mij echt moet inhouden om niet te gaan schreeuwen. Ik was, en ben nog steeds, behoorlijk arrogant en daar voel ik mij bijzonder slecht bij.
Nu las ik bij Bernardus van Clairvaux in zijn boek “Ommekeer” dat de Heere als Hij een mens bekeert Hij ook de schaamte van zonden uit het verleden wegneemt. Hij zuivert als het ware het geheugen. Is er een Bijbelse onderbouwing voor deze uitspraak en zijn er nog andere betrouwbare schrijvers die geschreven hebben over genade en geheugen?
Antwoord
1. Ik vroeg me na het lezen van bovenstaande vraag af waarom de uitlating van Bernardus van Clairvaux voor de vraagsteller van belang is. Wil hij (of zij) ook graag bevrijd worden van de schaamte voor de zonden uit het verleden? Of, als Bernardus gelijk heeft, is het feit dat als iemand nog herinnering en schaamte van begane zonden heeft een bewijs dat God die mens nog niet heeft bekeerd? Het zoeken naar kenmerken om te weten of de bekering, de vergeving, de verzoening of de wedergeboorte echt is, is wijdverbreid en kent vele antwoorden. Heeft Bernardus hier een behulpzaam antwoord? Waarom niet gezocht naar de goede werken als teken van dankbaarheid voor ontvangen genade? In plaats van altijd maar weer blijven wroeten in steeds wisselende gevoelens.
2. Ik heb wel een en ander van en over Bernardus van Clairvaux gelezen, maar niet de pas verschenen vertaling van “Ommekeer”. Ik weet dus ook niet het verband waarin de genoemde opmerking staat. Dat kan wel van belang zijn, vooral bij Bernardus. Hij was een veelzijdig mens, als theoloog, als mysticus, als zielzorger, als leider van kloosters, als bemiddelaar in kerkelijke en staatkundige conflicten. Maar hij was geen systematicus. In zijn mystieke beschouwingen, o.a. over het Hooglied, laat hij zich gemakkelijk (af)leiden door invallen en gebeurtenissen. Zijn tijdgenoten hebben hem dat zelfs al verweten.
3. Daarom is het de vraag of de opmerking over de schaamte die weggenomen wordt terloops en incidenteel is, in sommige speciale gevallen en in een mystieke extase, of dat het een algemeen geldende regel is. Spreekt hij specifiek over het huidige leven of is hier sprake van een belofte voor het toekomende leven. Dat laatste kan ik me goed voorstellen.
4. Voor dit leven spreekt de Heidelbergse Catechismus in Zondag 23 duidelijke taal: Al is het dat mijn consciëntie, het geweten, mij aanklaagt (dat is meer dan heugenis hebben van) toch schenkt God volkomen genoegdoening, gerechtigheid en heiligheid. Lees maar na en zie dat de volledige tekst van vraag 60 nog rijker is. En ik acht dat een betrouwbare getuige.
5. Wanneer we daarbij de Psalmen van David lezen, overdenken en nazeggen en nazingen komen we hetzelfde tegen. Hij is de heugenis van zijn vorige en tegenwoordige zonden niet vergeten en is de schaamte over de zonde niet te boven gekomen, maar weet wel van vergeving en bekering. En gaan we naar het Nieuwe Testament dan schrijft Paulus aan Timotheüs (1 Tim.1:15) dat Jezus Christus in de wereld gekomen is om zondaren zalig te maken, waarvan Paulus stelt dat hij de voornaamste is. Was Paulus toen nog niet bekeerd en zijn geheugen nog niet gezuiverd?
6. Om nog even terug te komen op de schaamte die weggenomen wordt. Het woord en begrip schaamte komt in Bijbel ruim 250 keer voor en kent ook in de Bijbel allerlei aspecten: a. schuldige schaamte over zonde, b. lichamelijke schaamte, c. schaamte over aangedane schande door anderen aangedaan waarbij men zelf geen schuld heeft (bijvoorbeeld 2 Samuel 10:4), etc. Alleen al in het Oude Testament zijn meer dan tien Hebreeuwse woorden die vertaald worden met schaamte. Ik meen dat Bernardus wel gelijk heeft wanneer hij de schuldige schaamte bedoeld die we voor de bekering getracht hebben bedekt te houden voor God en de naaste.
7. Daarom begint niet ieder zijn verhaal zoals bij de vraagsteller hierboven met een erkenning. Erkenning en belijdenis van schuld zijn een noodzakelijk begin om tot verzoening met God en de naaste te komen. Maar let wel op: de grond van de verzoening is niet de schuldbelijdenis, maar het alleen zaligmakende werk van Christus. Zondekennis en schaamte maakt niet zalig! Ook dat zal Bernardus moeten toegeven. Tegen de arrogantie, de hoogmoedige zelfverzekerdheid, die zwakheden, zonden en schaamte ontkent, bepleit hij als hoogste deugd: de nederigheid. Wat anders?
Ds. J. J. Tigchelaar, Putten
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. Tigchelaar
- Geboortedatum:05-12-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Putten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus predikant en adviseur predikantenopleiding Church of Central Africa
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Zou het je kunnen helpen om met wat meer mildheid naar jezelf te kijken?
Arrogantie is bijvoorbeeld vaak een houding om onzekerheid te verbergen.
Je kunt jezelf eindeloos op je kop geven om wat je niet goed gedaan hebt, maar probeer eerst eens te begrijpen waarom je deed wat je deed.
Pas als je begrijpt waarom je doet wat je doet, kun je werken aan ander gedrag, een andere houding.
Als je begrijpt, kan het veroordelende eraf én kun je werken aan verandering zonder dat het een kunstje wordt.