Alle zonden van de gelovigen worden openbaar
Ds. G.A. van den Brink | Geen reacties | 15-11-2021| 10:22
Vraag
Aan ds. Van den Brink. Ik heb een vraag over de oordeelsdag. Jezus zal dan alle mensen oordelen. Zal Hij ook in het licht brengen wat Zijn discipelen hebben misdaan, voor en na hun bekering? De Heidelbergse Catechismus zondag 21 vraag 56, lijkt te veronderstellen van niet. Vergelijk ook Numeri 23:21.
Jezus zegt dat de goede werken van Zijn kinderen genoemd zullen worden, vgl. Matth. 25:34-40. Worden hun zonden ook genoemd, onthuld? Er staat toch ook dat wij allen geopenbaard moeten worden vóór Gods rechterstoel (2 Kor. 5:10)? En zo ja, hoe zal dat dan zijn? Als de kinderen van God de wereld zullen oordelen, hoe kunnen ze dan tegelijk gedaagde zijn? Of is oordelen wat anders dan openbaren?
Antwoord
Beste vragensteller,
Dank voor je vragen! Het zijn zeker geen gemakkelijke vragen, maar de antwoorden kunnen ons helpen om zonder vrees het oordeel tegemoet te zien.
Het kenmerkende van het laatste, eeuwige oordeel is dat het openbaar zal zijn (Pred. 12:14; Hand. 17:31; 1 Kor. 4:5; 2 Kor. 5:10). Brakel noemt (Redelijke Godsdienst, 59.8-14) dat er sprake zal zijn van dagvaarding (Matth. 24:31); van verschijning van de gedagvaarden (Openb. 20:12); onderzoek van gedachten, woorden en werken; het vonnis en tenslotte de uitvoering daarvan.
Ook de zonden van de gelovigen zullen dan openbaar worden genoemd – maar toch niet tot onze smaad en droefheid, aldus Brakel. De gelovigen stemmen ermee in dat ook hun zonden openbaar worden gemaakt. Immers, zij willen laten weten wat voor grote zondaren zij geweest zijn, zodat Gods barmhartigheid en rechtvaardigheid en de voldoening door Christus zichtbaar worden in de vergeving der zonden. De zonden worden dus wel openbaar, maar niet als onverzoende zonden (Redelijke Godsdienst 59.12-13).
De gelovigen worden ook al in dit leven gerechtvaardigd, vrijgesproken. Je mag het als volgt zien: stel dat jij betrokken bent in een rechtszaak. Er zal een oordeel over jou worden geveld. Maar voorafgaande aan de zitting ontmoet jij de rechter die jouw zaak zal beoordelen. Hij vertelt jou, hoogstpersoonlijk, dat hij overtuigd is van je recht en onschuld en dat hij zeker zal gaan vrijspreken. Als je dit weet, kun je zonder angst toeleven naar de dag van de zitting. De zitting verliest niets van zijn belang en indrukwekkende plechtigheid, maar de uitkomst is bekend. Zo zal het zijn voor alle gelovigen, als Jezus komt om te oordelen de levenden en de doden. In dit leven laat Hij in het Evangelie al de vrijspraak van alle gelovigen horen. De Heidelbergse Catechismus zondag 19 zegt daarom dat wij de rechter met een opgeheven hoofd uit de hemel verwachten, als onze redder. Dan zal Hij geen ander oordeel vellen dan wat wij nu in het Evangelie horen, “naar welk getuigenis Hij zal oordelen, beide in dit en in het toekomstige leven” (HC. 31 vraag 84).
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Lees ook: 'Herinnering aan zonden na het oordeel'
Deze vraag werd ook behandeld in het programma 'Pastorie online':
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook: