De nadere weldaad van geloofszekerheid

Ds. J.R. van Vugt | Geen reacties | 12-11-2021| 15:24

Vraag

Ik zou mezelf willen omschrijven als een onervaren christen. Ik weet sommige termen wel, maar ik moet zeggen dat sinds God zaken in mijn leven is gaan toepassen, ik sommige dingen goed snap (heb mogen ondervinden) en andere dingen niet goed (meer) begrijp. Daarom loop ik soms vast op uitspraken.

In een gesprek met een oudere dame kwamen we op het volgende. Hoe komt het dat sommigen mensen wel bevindelijk weten: Christus stierf voor mijn zonde, Hij maakte mij vrij. Anderen komen niet in die wetenschap en blijven maar om het kruis heen dolen (ik kan het niet anders uitdrukken). Mevrouw had als zienswijze: God is vrij in welke mate Hij Zijn weldaden schenkt. De één moet het met een leven vol twijfel doen, de ander mag tot deze wetenschap komen en dat is dan een nadere weldaad.

Ik vroeg haar, welke teksten uit de Bijbel heeft u om dit te onderbouwen? Ik heb er namelijk veel waarin God vrij, ruim, overtuigend vergeving van zonde wegschenkt (of kan ik beter zeggen, aanbiedt). Wat een genadegift! Onbeperkt! Daar zijn zoveel plekken van te noemen! Ze zei: dat leert de ervaring van Gods kinderen. Wat ik in dit gesprek dacht te proeven: de houvast aan alles wat over Christus gaat, maar het missen van de persoonlijke wetenschap, Hij voor mij. Ik zei daarom: ik kan het niet met minder doen! Het antwoord was: heb je dan recht op meer? Uit mijn hart: recht niet, maar wel meer nodig!

Wat heb ik er aan te weten dat Jezus bestaat, als ik straks alleen voor die rechterstoel sta? Dat is werkelijkheid voor mij, dat moment komt steeds dichterbij. Ik kán daar niet voor eigen rekening staan, er moét een oplossing komen wil ik verder kunnen leven. God zij dank, Hij heeft mijn levensvraag Zélf beantwoord: “Het is volbracht. Al wie tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen. Ik heb al uw zonden achter Mijn rug geworpen. Ik denk er niet meer aan!” Met minder kan ik het niet doen. Ik heb ervaren dat God zoveel gewilliger is om mij zalig te maken dan ik om te komen. Helaas, nog steeds, ik blijf treuzelen om al mijn zonden weer aan Zijn voeten te brengen. Schaamte en hoogmoed strijden daarin om voorrang. Maar God is getrouw, Die een volkomen zaligheid heeft aangebracht. Een eeuwigdurende gerechtigheid. Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave!

De kern van de vraag: is het Gods wil dat de helft van Zijn kinderen in het duister dwaalt of is het onze zonde rust te vinden buiten die complete wetenschap: Ik voor u. En ik weet uit ervaring, er kan echt weinig zicht op zijn. Maar er zal toch ooit zicht op geweest moeten zijn? En misschien kunt u wat zeggen over het ‘fenomeen’ “nadere weldaden”? Het gevaar is dat we er óver blijven praten in plaats van er úit. Ik vraag dit omdat ik misschien door het antwoord de dame toch over de streep kan halen geen rust meer te hebben dan te weten of het Bloed aan de deurposten aanwezig is... En dat ga ik niet redden hé. Maar misschien wil God het wel gebruiken, wie weet wat Hij wil doen!

Deze vraag werd ook besproken in het programma 'Pastorie online':

ADVERTORIAL

De zorgverzekeringen van Care4Life

De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?

Lees hier meer over onze principiële uitsluitingen.

De zorgverzekeringen van Care4Life

Antwoord

Beste vragensteller,

Je stelt, als ik het goed zie en begrepen heb, een heel wezenlijke en tegelijk heel tere en intieme kwestie aan de orde, die draait rondom de zekerheid van het geloof en de “nadere weldaad” van die verzekering. De kern van de vraag is (schrijf je): “Wil God dat de helft van Zijn kinderen in het duister dwaalt?” Dat lijkt me een moeilijke vraag om te beantwoorden (wie kent Gods wil ten volle?), maar wanneer ik de Bijbel lees (Gods geopenbaarde wil), heb ik die indruk niet. Zoek uw roeping en verkiezing vast te maken (Petrus). Want ik ben verzekerd (Paulus). Volle verzekerdheid, zo zingt een bekend lied. En: in het geloof IS ZEKERHEID. Dat is Reformatorisch en –belangrijker- Bijbels! De strijd in de Reformatie met Rome ging juist om dit punt. Rome leerde de onzekerheid, want ik weet nooit of ik ellendekennis genoeg heb en ik weet ook nooit, of mijn goede werken wel goed genoeg zijn. Juist die onzekerheid was een strijdpunt in de Reformatie t.a.v. Rome.

Het is zoals deze vrouw zegt: “de Heere is vrij in welke mate hij zijn weldaden schenkt.” Dat zal niemand durven ontkennen. Tegelijk moeten we wel wat voorzichtig zijn om dit zomaar toe te passen in de zin waarop dat nu lijkt te gebeuren. Wat we Bijbels en Reformatorisch vast moeten houden is, dat in het geloof altijd zekerheid is. In het grote geloof en in het kleine geloof is er zekerheid, zoals dat ook prachtig geformuleerd wordt In de Heidelbergse Catechismus, Zondag 7, waar staat dat geloven een hartelijk vertrouwen is dat de Heilige Geest in ons hart werkt, dat al mijn zonden om Christus wil vergeven zijn en mij het eeuwige leven geschonken is. Alleen uit genade en op grond van het enige offer dat de Heere Jezus aan het Kruis heeft volbracht. Daar ligt de zekerheid van het geloven. Buiten ons in Hem! En daar staat ook dat prachtige zinnetje: “niet alleen anderen maar ook mij.” Ik meen dat het Luther is geweest die juist op dat mij en ‘mijnen’ van het geloof de vinger legt.
 
Nu is daar natuurlijk niet alles mee gezegd. In de beleving van de gelovigen zijn er perioden van (meer) zekerheid en perioden van (meer) onzekerheid. Dat is wat deze dame denk ik bedoelt met: “De ervaring van Gods kinderen.” Ik zal de laatste zijn die deze ervaring ontkent. Tegelijk kan de gelovige daar nooit genoegen mee nemen in die zin dat het de Heere Zelf is, zoals gezegd, Die ons oproept om onze roeping en verkiezing vast te maken. 

Het gevaar in deze is dat er een soort dubbele soort van geloven lijkt te zijn. We zullen allemaal onderschrijven dat er één waar zaligmakend geloof is. Onderscheiden van een historisch-, tijd- en wondergeloof. Maar in dat ware geloof is dan ook weer onderscheid. Dan is daar de ene weldaad van het ontvangen van het geloof als gave van God gewerkt door de Heilige Geest, en een nadere weldaad, de verzekering van dat geloof. Nog iets verder doorgeredeneerd hebben we het dan over een second blessing. Dit is vanuit de ervaring nog enigszins te begrijpen. Maar het wordt helemaal spannend wanneer de twijfel wordt verheven en de onzekerheid hoogtij viert.
 
“De ervaring van Gods kinderen leert...” is nooit uitgangspunt. Wat God Zijn kinderen leert (in en door Zijn Woord) moet uitgangspunt van ons denken zijn of worden. God wijst ons op de zekerheid van het geloof buiten mijzelf in het offer van Christus. Waarvan de Heilige Geest verzekert. Die Geest spreekt met onze geest...

Ik begrijp wel wanneer gezegd wordt dat “je niet recht hebt op meer.” Daartegenover zou je kunnen plaatsen dat onze God zo overvloedig is in zijn genade, dat we geen recht hebben op meer, maar dat de echtheid van ons geloof wel tot uiting komt in het verlangen en vragen en bidden om meer. Zeker wanneer we mogen geloven dat de Heere zoveel geeft en wil geven. Ds. G. Boer zegt in één van zijn geschriften dat we de Heere oneer aandoen, door met weinig tevreden te zijn of te redeneren vanuit ons onrecht. De Heere is goed en geeft mild en overvloedig, zingen we dan met 81:12! Zoals je het zelf schrijft is God veel gewilliger om mij zalig te maken dan dat ik gewillig ben om te komen. Wanneer het van mijn gewilligheid afhing, was het een verloren zaak. Maar het is zoals je schrijft: wanneer de Heere de zonden vergeeft, dan is dat niet voor een beetje, maar hebben wij een volkomen verzoening door het offer van onze Heere Jezus Christus. 

De vraag naar de wil van de Heere in deze vind ik een lastige, eerlijk gezegd. Je kan bijvoorbeeld bij de schrijver J. C. Ryle, die een boekje geschreven heeft over de zekerheid van het geloof, wat aardige gedachten hierover terugvinden en lezen. Ook hij zegt dat de Heere soms zijn gelovige de zekerheid van het geloof niet geeft, en daar kan de Heere zo zijn redenen voor hebben die wij niet kunnen doorgronden. Maar de gelovigen zelf zou hier nooit op kunnen rusten. Het gaat op een eeuwigheid aan en dan moeten de zaken helder liggen en Gode zij dank geeft de Heere ook die helderheid. Wanneer de gelovigen met ogen van het geloof mag zien op het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt, dan mag diezelfde gelovigen ook de rest van die tekst uitzingen: ook voor mij heeft hij de zonde gedragen en weggenomen.

Het beeld dat hier gebruikt wordt hangt natuurlijk sterk samen met het ritueel van Grote Verzoendag. De ene bok wordt geslacht en totaal verbrand, de andere bok gaat met de zonden van het gehele volk beladen de woestijn in. Wanneer wij zo op het ene Lam Gods mogen zien, weten we dat Hij het offer heeft gebracht en Zichzelf totaal vernietigd heeft laten worden, en daarmee mijn zonden de woestijn in gedragen heeft, waarvan het zeker niet de bedoeling is dat die bok terugkwam. 

Concluderend: Het lijkt mij dat bij het spreken van de nadere weldaden de zaken op een onverantwoorde wijze te ver uit elkaar worden getrokken en dat gebaseerd op de ervaring van Gods kinderen. Nu is het Bijbels gezien altijd zo dat de ervaring van Gods kinderen getoetst moet worden aan de Schriften. We zien in de Schriften ook mensen worstelen met de zaken rondom het geloof. Ik geloof Heere, maar kom mijn ongeloof te hulp (Markus 9). Maar hoe klein het geloof ook moge zijn: het wendt zich altijd naar Christus en wie Christus ziet, ziet een oneindige zee van genade waarin al mijn zonden verdwijnen. 

Klein geloof en groot geloof richten zich op de Heere en gaan wel verschillend om met de omstandigheden. We moeten staan naar groei in het geloof -liever: geloven, als werkwoord- en zekerheid. Dat maakt niet overmoedig, maar juist -wanneer we zo alles van Hem verwachten- wordt Hij ook zo groot voor ons. En dat is een groot geloof.

Tenslotte wijs ik je nog op andere bijdragen van dit platform, zoals:

• 'Zalig op rechtsgronden'
• 'Bang dat ik eeuwig om zal komen en mijzelf bedrieg'
• 'Mensen die doorgeleid zijn'

Zie, zei Johannes, Zie het Lam Gods, dat de zonde van de wereld wegdraagt. Kom en zie, zegt Jezus. En zij volgden Hem (Johannes 1). En zovelen Hem aangenomen hebben, heeft Hij ook macht gegeven om kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven (Johannes 1). Je moet en mag weten dat het bloed van Christus aan de deurposten van je hart zit.

Ds. J. R. van Vugt

Lees meer artikelen over:

geloofstwijfelgeloofszekerheid
Dit artikel is beantwoord door

Ds. J.R. van Vugt

  • Geboortedatum:
    22-10-1970
  • Kerkelijke gezindte:
    Hersteld Hervormd
  • Woon/standplaats:
    Waddinxveen
  • Status:
    Actief
23 artikelen
Ds. J.R. van Vugt

Bijzonderheden:

Bekijk ook:


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Paranormaal begaafdheid

Ik heb een vraag over paranormaal begaafdheid. Het onderwerp is overal taboe, daarom maar op deze manier. Een vriend van mij voelt dingen van te voren aan. Hij kan ook pijn bij mensen wegnemen. Weet e...
2 reacties
11-11-2010

Bang voor SOA

Om maar met de deur in huis te vallen... anderhalf jaar geleden heb ik gemeenschap gehad met mijn ex. Zoals u leest zijn wij uit elkaar. Mijn ex had in onze relatie een soa opgelopen en dacht dat dit ...
1 reactie
11-11-2016

Geen droefheid naar God

Ik heb alleen maar droefheid naar de wereld en niet naar God. Ik herken me in de kanttekening bij 2 Kor. 7:10 (die uit vrees van Gods straf alleen wordt veroorzaakt, waarop verharding in de zonde, wan...
5 reacties
11-11-2010
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering