De belofte aan de Gibeonieten
Ds. J.J. Tigchelaar | Geen reacties | 11-11-2021| 10:51
Vraag
In de tijd van Jozua vond God het fout dat Jozua een verbond sloot met de Gibeonieten, wat ik kan begrijpen. Maar in de tijd van David vond de Heere het fout dat Saul de Gibeonieten wilde uitmoorden. Dit begrijp ik niet.
Antwoord
1. De vraagsteller is in het gezelschap van de Israëlieten, genoemd in Jozua 9:18, die het ook niet begrepen. Daarom zullen we de hele geschiedenis goed moeten bezien. Pak de Bijbel er maar bij. Ook voor ons vandaag valt nog veel uit deze geschiedenis te leren.
2. Mozes had volgens Deuteronomium 7:2 zijn volk gewaarschuwd voor zeven volken in het beloofde land. Die moesten samen met hun godsdienst in de ban gedaan worden, opdat ze geen verleiding zouden vormen voor het volk van God. De Gibeonieten worden niet met name genoemd, maar maken deel uit van de wel genoemde Hevieten. Later worden ze echter ook wel Amorieten genoemd.
3. Na de verovering door Jozua van Jericho en Ai, worden de Gibeonieten, die even ten Noorden van het huidige Jerusalem wonen, bang en beramen een list door zich voor te doen als mensen die ver weg wonen en dus niet als bedreigend beschouwd moeten worden. Zie Jozua 9 vanaf vers 1. Men noemt dat steeds een list, maar wat ze deden was puur bedrog.
4. Jozua en de leiders van het volk laten zich bedriegen door de mooie, vleiende woorden en de bedrieglijke presentatie van kleding en brood. Ze vergeten daardoor de Heere te raadplegen, Jozua 9 vers 14. Jozua sluit een verbond met hen, belooft hen dat ze met rust gelaten zullen worden en hij en de leiders bekrachtigen dat met een eed.
5. Al binnen enkele dagen komt het bedrog uit! Maar Jozua en de leiders houden zich aan hun woord en verbond en sparen de Gibeonieten, maar maken hen wel ondergeschikt, speciaal voor hulpdiensten bij het altaar van de Heere. Vanwege dat verbond tussen Jozua en de Gibeonieten komt Jozua hen zelfs te hulp wanneer dezen als afvallige bondgenoten door hun eigen buren worden aangevallen, Jozua 10. De onderlinge verdeeldheid van de koningen en volkeren komt Jozua bij de verovering van het beloofde land trouwens wel goed uit.
6. Een kleine vier eeuwen later heeft de overijverige koning Saul toch de Gibeonieten aangevallen. Omdat dat de verbreking van het verbond en de eed betekent komt er als straf een hongersnood. David wil het gedane onrecht rechtzetten en de heersende hongersnood afwenden, 2 Samuel 21:2 en verder. De Gibeonieten krijgen de gevraagde genoegdoening.
7. Het draait in deze geschiedenis dus om de kracht en waarde van de eed. In dit geval de eed die de Gibeonieten moet sparen. Ook al is deze door een verkeerde keus of inschatting afgelegd, toch is en blijft deze bindend. Tenzij een eed wordt afgelegd met opzettelijk verkeerde bedoeling. Dan mag (en moet) men erop terugkomen. Wanneer men achteraf merkt dat een eed of belofte ons nadeel of schade gaat brengen mag dat geen reden zijn zich ontslagen te voelen van die eed of belofte. Daar ligt naar mijn mening in deze geschiedenis van Jozua en de Gibeonieten een lering voor ons. Pas op voor het lichtvaardig beloven of zweren. Dat moet ieder begrijpen.
Ds. J. J. Tigchelaar
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. Tigchelaar
- Geboortedatum:05-12-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Putten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus predikant en adviseur predikantenopleiding Church of Central Africa