Tweedeling van gelovigen
Ds. G.A. van den Brink | Geen reacties | 11-10-2021| 15:20
Vraag
Hierbij een vraag aan ds. G. A. van den Brink. Is er een parallel tussen geloofservaring van de verzegeling met de Heilige Geest in de Pinkstergemeenten en bevindelijke kringen, als nadere weldaad? Of is het bijbelser om te spreken dat iedere gelovige met de Heilige Geest wordt verzegeld?
Antwoord
Beste vragensteller,
Eerst wat achtergrond, zodat ook andere lezers de vraag begrijpen. Bij de pinkstergemeenten stelt men dat de gaven op de Pinksterdag (tongentaal, profetie, de doop met de Heilige Geest) niet slechts golden voor die specifieke periode in de heilsgeschiedenis, maar nu nog steeds worden gegeven. Echter, niet elke gelovige heeft deze gaven. Een gelovige die deze gaven niet heeft ontvangen, is een vleselijke christen. Wie dit wel heeft ontvangen, is een geestelijke christen (1 Korinthe 3). Er zijn dus fundamenteel twee soorten gelovigen: sommigen hebben de pinkstergaven niet ontvangen, anderen wel. Laat ik dit de charismatische tweedeling noemen.
Ook in bevindelijke kringen wordt een tweedeling gemaakt: alle wedergeborenen hebben het ware geloof, maar sommigen van hen zijn bekommerd, hebben een toevluchtnemend geloof, ‘staan vóór de zaak’ (waarmee de persoonlijke beleving van de rechtvaardiging wordt bedoeld), missen de zekerheid dat zij vergeving en zaligheid ontvangen hebben. Sommige anderen zijn bevestigd christen, hebben een verzekerd geloof, zijn gerechtvaardigd in de vierschaar van hun geweten, hebben wel de zekerheid van vergeving en zaligheid.
Jouw vraag is nu of er een parallel tussen beide opvattingen is – de opvatting in de bevindelijke kringen, en de opvatting in de pinkstergemeenten.
Mijn antwoord is niet simpelweg ja of nee. Er is uiteraard een parallel, in de zin dat in beide gevallen een tweedeling wordt aangebracht tussen groepen gelovigen en dat in beide gevallen de grens wordt gepasseerd door een bepaalde, welomschreven ervaring. Maar als zodanig is het niet verkeerd om een tweedeling aan te brengen. Ook Paulus spreekt immers over vleselijke en geestelijke christenen. Verder, er zijn ook heel verschillen. De bevindelijke tweedeling gaat over rechtvaardiging en zekerheid, de charismatische tweedeling over tongentaal en profetie. Deze verschillen zijn zo groot dat zo bezien het antwoord op je vraag ‘nee’ moet luiden.
En ten derde, een bevindelijke christen zal er niets mee aankunnen als hij wordt vergeleken met iemand die de pinkstertheologie aanhangt. Dus wat heeft het voor zin om in een gesprek deze parallel aan te kaarten: wie overtuig je ermee?
Dit gezegd zijnde, blijft het een feit dat zowel de charismatische als de bevindelijke tweedeling niet bijbels is. In het geval je spreekt met een bevindelijke christen, kun je hem wijzen op de theologie van de kanttekeningen en van de belijdenisgeschriften. Zie bijvoorbeeld (de kanttekeningen bij) Efeze 1:13, Rom. 5:1, de Dordtse Leerregels V.9-10 en de Heidelbergse Catechismus zondag 31.84. Bekommerde christenen mogen van reformatorische ambtsdragers niet te horen krijgen dat zij moeten wachten op een bepaalde ervaring voordat zij zeker mogen zijn van de vergeving van hun zonden, maar zulke bekommerden moeten horen dat zij vergeving van al hun zonden ontvangen hebben (Jes. 40:1).
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook: