Bekend maken van stille censuur
mr. J.H. Doeven | 1 reactie | 11-10-2021| 12:36
Vraag
Wat zijn de gevolgen als een kerkenraad aan de gemeente vertelt wie er onder stille censuur staat? Dit is mij overkomen en onder censuur staan vind ik loodzwaar en nu na het bekend maken nog zwaarder. Mag dat wel? Dan is het toch geen stille censuur meer? Wat kan ik daar tegen doen?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Stille censuur is een vorm van kerkelijke vermaning, ook wel genoemd de kleine ban. Deze wordt beschreven in artikel 76 van de Dordtse Kerk Orde. Alle kerken die de DKO hanteren kennen deze vorm van kerkelijke vermaning. Hoe dat in de PKN en de HHK gebeurt, weet ik niet. Zij hebben een andere kerkorde.
Naast broederlijke vermaningen volgens de regels van Mattheus 18 bestaan er kerkelijke vermaningen. Deze worden ook wel de kleine ban of stille censuur genoemd. Deze kerkelijke vermaningen gaan vooraf aan de afsnijding met de (grote) ban. Je kunt hierover meer lezen in het boek van ds. K. de Gier “De Dordtse Kerkorde, Een praktische verklaring” en in het boek van ds. W. Silfhout “Gereformeerde Kerkrecht in kort bestek, Toelichting op de Dordtse Kerkorde”.
Ds. De Gier schrijft over de vraag die hier gesteld wordt in zijn boek klip en klaar het volgende: “De kerkelijke vermaningen (= de stille censuur) die door de kerkenraad opgelegd worden, een zaak moet blijven tussen de gecensureerde en de kerkenraad. De kerkenraadsleden mogen hierover geen enkele mededeling doen naar buiten (ook niet aan hun eigen vrouwen). Vandaar dat de kerkelijke vermaningen worden aangeduid als de ‘stille censuur’. Verbreken de kerkenraadsleden hun stilzwijgen, dan heeft de gecensureerde terecht een reden om de kerkenraadsleden hierover te vermanen.”
Het is niet te aanvaarden dat een kerkenraad(slid) zijn geheimhouding schendt. Alle vertrouwen is dan verdwenen. De Heere is een stille aanschouwer. Wat de vragensteller te doen staat is een gesprek met de voorzitter van de kerkenraad aangaan of met het desbetreffende kerkenraadslid om hem duidelijk te maken wat de schending van de geheimhouding bij de vraagsteller heeft aangericht. Ook een gesprek met de consulent van de gemeente is een mogelijkheid.
Ik ken de concrete situatie niet, maar een gemeentelid onder de stille censuur plaatsen is geen geringe zaak. Dat blijkt ook uit wat de vraagsteller/-stelster zelf schrijft (“ervaren als loodzwaar”). Daar moeten voldoende redenen voor zijn en er moet sprake zijn van iemand die hardnekkig de vermaning van de kerkenraad verwerpt, idem (= of van iemand) die een openbare of anderszins een grove zonde gedaan heeft. Daarom een vraag aan de vraagsteller/vraagstelster om zichzelf te onderzoeken of hij/zij de reden van het opleggen van de stille censuur kan wegnemen, zodat die opgeheven kan worden.
Maar nogmaals, het schenden van de geheimhouding door een kerkenraad(slid) is onaanvaardbaar en moet de broeder(s) tot erkenning van schuld brengen. Ook dit kan het resultaat zijn van een gesprek met de broeder(s). Wat zou het reden tot dankbaarheid zijn, als de vraagsteller/ster en de kerkenraad voor en met elkaar in de schuld komen voor de Heere.
J. H. Doeven,
Houten
Lees ook:
Dit artikel is beantwoord door
mr. J.H. Doeven
- Geboortedatum:01-08-1947
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Houten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Was 42 jaar lang ouderling.
Bekijk ook: