Kinderen van David en Bathseba
drs. W.H. Hoorn | Geen reacties | 30-09-2021| 09:54
Vraag
In 1 Kronieken 3:5 staat dat David en Bathseba vier zoons kregen, waarbij Salomo als laatste wordt genoemd. Maar volgens 2 Samuël 12 is Salomo toch het eerste/oudste kind van David en Bathseba, nadat het eerste kindje was overleden?
Antwoord
Beste vragenstell(st)er,
Deze vraag is niet zo makkelijk. In 1 Kron. 3:5 gewaagt de schrijver, vermoedelijk Ezra, over vier zonen van David, die te Jeruzalem en uit Bathseba (Bath sua wordt zij hier genoemd) geboren zijn; Simea, Sobab, Nathan en Salomo. In 2 Sam. 5:14 worden deze vier in Jeruzalem geboren zonen van David ook vermeld, zij het met een iets afwijkende spelling; Schammua, Schobab, Nathan en opnieuw Salomo. De schrijver vermeldt hier echter niet de naam van de moeder.
Het meest complete en uitgebreide verslag van de droevige geschiedenis rondom David, Bathseba, haar wettige man Uria, en de kinderen van Bathseba en David, kunnen wij vinden in 2 Sam. 11:2 tot en met 2 Sam. 12:25.
Ondanks de uitgebreide beschrijving, over de reactie van David op de ziekte en het sterven van het eerste kind van David en Bathseba wordt zijn naam niet genoemd. En is hier ook slechts sprake van twee kinderen, hoewel in zowel 1 Kron. 3:5 en 2 Sam. 5:14 dus over vier zonen, wordt gesproken.
Al met al is de Bijbel hier dus op het eerste gezicht niet echt duidelijk. En roepen deze Schriftgedeelten dus vragen op over de kinderen van David en Bathseba. Want hoeveel waren het er dan eigenlijk precies? En wat was dan de naam van dat gestorven eerste kind?
In 1 Kron. 22:9 verhaalt Ezra dat Salomo de naam was die David van de Heere aan deze zoon moest geven. En in 2 Sam. 12:25 kunnen wij lezen dat Salomo door zijn vader David naar de profeet Nathan werd gezonden om door hem te worden onderwezen en opgevoed. En dat Nathan Salomo “Jedih jah” (beminde des Heeren) noemde. En vermoedelijk is dat bevel des Heeren aangaande de naamgeving van Salomo ook de sleutel van het antwoord op de vragen over de kinderen van David en Bathseba. Want wij kunnen hieruit afleiden, dat Salomo een speciale plaats en een afgezonderde status had. En dat hij daarom, ondanks zijn hoogst twijfelachtige afkomst, door de Heere was voorbestemd om koning over Israel en Juda en Davids opvolger te worden; de bouwer van de tempel te Jeruzalem en een heerser van grote wijsheid, rijkdom en macht. Salomo heeft dus in de Bijbelse geschiedschrijving een aparte status.
Dat zou ook de mogelijke verklaring kunnen zijn, waarom zijn drie broers uit dezelfde moeder maar twee keer zijdelings worden vermeld, in 1 Kron. 3:5 en in 2 Sam. 5:14. En dat de naam van het gestorven oudere broertje van Salomo niet eens in 2 Sam. 11:2-12:25 wordt vermeld.
Of Salomo het tweede, derde, vierde, of oudste kind was, nadat het eerste kind van David en Bathseba was gestorven, kunnen wij niet uit de Bijbel achterhalen. Wel dat Salomo het belangrijkste kind van deze vier zonen van David en Bathseba was. En daarom in de Bijbelse geschiedschrijving een speciale en hoge status had; als Jedih Ja, de beminde des Heeren. De door God verkozene om de grootste, wijste, rijkste en machtigste koning te worden die ooit over Israel zou regeren.
Hopelijk is dit een afdoende antwoord op jouw vraag.
Hartelijke groeten,
Kand. drs. W. H. Hoorn
Dit artikel is beantwoord door
drs. W.H. Hoorn
- Geboortedatum:30-01-1959
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Dedemsvaart
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Niet beroepbare kandidaat