De armoede van de huidige liturgie
Ds. G.A. van den Brink | 5 reacties | 27-09-2021| 13:00
Vraag
Aan een universitair geschoolde predikant uit de PKN/HHK. Graag wil ik u een vraag stellen over de tegenwoordige liturgie binnen onze kerk. Ik ben zelf lid van een behoudende hervormde gemeente binnen de PKN. Onze gemeente en de prediking zijn ons daar lief. Helaas is er bij sommige mensen een drang naar vernieuwing. Dit benauwt mij soms omdat ik bang en overtuigd ben dat door vernieuwing afbreuk gedaan wordt aan de prediking.
Ik denk veel na over deze ontwikkelingen en hoe een drang naar vernieuwing kan worden gestopt. Ik ben hierin aan het nadenken over enkele Roomse elementen die in protestantse kerken na de reformatie vervat waren in de liturgie. Een herplaatsing van de volgende elementen zou volgens mij een front kunnen vormen voor evangelicalen met vernieuwingsdrang. Deze parels overschaduwen de hele moderne discussie van ritmisch of zelfs Weerklank zingen en de hoofdbedekking die soms worden afgezet.
Ik noem er drie: De knielbanken; het kyrie tijdens tijdens de avondmaalsdiensten; het gezamenlijk opnoemen van de geloofsbelijdenis of het zingen daarvan in de enige gezangen F of G. Johannes Calvijn was een voorstander van de 'participerende gemeente'. Helaas is de predikant centraal komen te staan na de 18e eeuw en zijn de Roomse liturgische parels uit de protestantse liturgie verdwenen.
Mijn vraag is: Waarom zijn deze parels uit de protestantse traditie verdwenen en kan dit een barrière vormen tegen de moderne tijdsgeest in de hervormd-gereformeerde gemeenten?
Antwoord
Beste vragensteller,
In de eredienst gaat het om twee zaken: God spreekt tot ons mensen en wij mensen mogen spreken tot God. Het eerste gebeurt in de prediking, het tweede in de gebeden, het zingen, de schuldbelijdenis en lofprijzing enzovoorts. In veel diensten binnen de gereformeerde gezindte krijgt het tweede te weinig plaats, terwijl in evangelische gemeenten het eerste onvoldoende tot zijn recht komt.
Jouw verwijzing naar Calvijn laat terecht zien dat aandacht voor de mens die tot God spreekt beslist niet ongereformeerd is. Wie het boek van T. Brienen, “De liturgie bij Johannes Calvijn” leest, valt van de ene verbazing in de andere. Het is verrassend hoe veelzijdiger en rijker zijn visie op de liturgie was dan nu vaak in de gereformeerde gezindte het geval is. In jouw mail noem je zelf meerdere voorbeelden, die ik trouwens niet als “enkele Roomse elementen” zou bestempelen, maar juist als de uitkomst van Calvijns reformatorische doordenking.
Jouw mail benoemt een belangrijk punt: de armoede van de huidige liturgie. Sommige mensen verlangen naar vernieuwing, jij bepleit daartegenover om terug te keren naar oud-reformatorische gebruiken. Mijn advies zou zijn dat je contact zoekt met de mensen die vernieuwing willen en dat je aangeeft dat jullie gezamenlijk verlangen naar verrijking van de liturgie.
Probeer vervolgens het gesprek te verdiepen, door te zoeken naar waar het om gaat in de liturgie (zie mijn eerste alinea). Pak er een boek als dat van Brienen bij, zoek waar mogelijk naar aansluiting bij de traditie, maar wees ook bereid om open te staan voor andere opties die beter aansluiten bij jonge mensen in deze tijd. Als er een gezamenlijk verlangen is om in de eredienst God te ontmoeten, naar Hem te luisteren en tot Hem te naderen in zingen en gebed, dan is er veel mogelijk.
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Dit stuit mij tegen het zere been, het is namelijk iets wat hoort bij muziek, een onderdeel ervan wat niet voor niets ook geschapen is. En het ritmisch zingen was vroeger iets normaals. Oud of gewenning is niet altijd beter dan iets anders.
Vraag jezelf af waarom je blijft hangen aan het oude: is dat omdat ik dat zo mooi vind of zitten er niet bijbelse elementen in het nieuwe.
Terecht is de vraag: waarom wil vernieuwing. De andere kant is: waarom wil ik vernieuwing tegen gaan. Ik kan voldoende hebben aan de psalmen maar als een ander God groot wil maken met een nieuw lied....? Het is een dunne lijn tussen ik wil graag en wat vraagt God van mij.... Het een hoeft het ander niet per definitie uit te sluiten ..
1 Ritmisch zingen is juist ouderwets
2 Zelfs uit weerklank...? Veel gezangen worden volop geciteert, dus wel
opzeggen en niet zingen? Ook staat de tekst van sommige gezangen dichter
bij de Bijbeltekst dan de psalmen 1773
3 ls de hoofdbedekking alleen beperkt tot de eredienst dan zit je er evenzo
naast.
Voor samen knielen, samen het onze Vader bidden of samen geloofbelijden zou ik een verrijking vinden.