Spirituele oorlog

prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 25-08-2021| 16:15

Vraag

Ik heb recent een aantal lezingen gezien via Youtube van de oudtestamenticus Michael S. Heiser, auteur van onder andere “The unseen realm” en “Reversing hermon”. Nu vond ik zijn lezing over 'The unseen realm' en de spirituele oorlog erg interessant, maar tegelijkertijd weet ik ook niet goed wat ik ervan moet denken, aangezien hij vanuit een heel andere invalshoek kijkt naar bepaalde passages in de Bijbel dan de gemiddelde dominee dit uitlegt.

Met name Genesis 6 en 11 worden vanuit een heel andere visie bekeken, hoewel volgens mij niet onlogisch gezien de achterliggende context zoals hij die beschrijft. Kort gezegd ziet hij niet enkel Genesis 3 als rebellie tegen God, maar ook Genesis 6 en 11 als een grote spirituele strijd op de achtergrond. Hij legt die passages en de Bijbel uit vanuit het oogpunt en wereldbeeld van de mensen die toen leefden/het schreven.

Bent u bekend met Michael Heiser of zijn visie/uitleg over de spirituele oorlog? Wat moet ik van deze visie denken? Door zijn uitleg vanuit het wereldbeeld van de vroegere Hebreeërs en omringende volken, klinken bepaalde dingen in de Bijbel veel logischer, alleen is dit niet perse de conventionele manier hoe wij als 21e eeuwse westerlingen de Bijbel lezen. Ik ben voorzichtig om zomaar een andere visie over te nemen, echter tegelijk heeft hij wel een punt dat onze kennis sinds de vondst van de Dodezeerollen en alle archeologie enorm is toegenomen en dat we bepaalde passages in de Bijbel daardoor misschien beter kunnen interpreteren dan de kerk traditioneel in het verleden heeft kunnen doen.


Antwoord

Beste vraagsteller,

Laat ik beginnen met de volledige titels van de twee genoemde boeken: “The Unseen Realm: Recovering the Supernatural Worldview of the Bible” (2015) en “Reversing Hermon: Enoch, the Watchers, and the Forgotten Mission of Jesus Christ” (2017). De inhoud ervan was al eerder beschikbaar via wetenschappelijke artikelen, met een grondiger onderbouwing dan in deze boeken gebeurt.

Heiser legt veel nadruk op de geestelijke strijd in de hemelse gewesten. In Genesis 6:1-4 gaat het over Gods zonen die dochters van de mensen nemen, met het gevolg dat er reuzen geboren worden. De Heere reageert hierop door de slechtheid van de mensheid te veroordelen en toont berouw over het scheppen van de mens. De mensheid wordt uitgeroeid door een wereldwijde vloed, waarbij alleen Noach en zijn gezin overleven.

In onze kerkgeschiedenis is de gangbare uitleg dat de zonen uit het geslacht van Kaïn zich vermengen met de dochters uit het geslacht van Seth. De oudste joodse en christelijke uitleg nam echter aan dat gevallen engelen in mensengedaante seksuele gemeenschap met vrouwen van de mensheid hadden en dat er ‘halfgoden’ geboren werden.

Om allerlei redenen heeft de eerste uitleg in onze traditie de overhand gekregen, maar die verklaart niet waarom geen dochters uit het geslacht van Kaïn zich vermengden met zonen uit het geslacht van Seth. Ook is dan niet duidelijk waarom wegzending (zoals in de tijd van Ezra) onvoldoende is, maar dat de mensheid uitgeroeid wordt. Wanneer de tweede uitleg juist is, is Gods reactie beter voor te stellen. Hoe dan ook, de gebeurtenissen worden zeer summier beschreven en het is boeiend om de geschiedenis van de uitleg na te gaan (zie bijv. het werk van William A. VanGemeren of Jaap Doedes). Heiser kiest voor de uitleg van gevallen engelen.

Een volgend punt is de uitleg van Deuteronomium 32:8. In de overgeleverde Hebreeuwse tekst en in onze vertalingen staat: “Toen de Allerhoogste aan de volken het erfelijk bezit uitdeelde, toen Hij de mensenkinderen van elkaar scheidde, heeft Hij de grenzen van de volken vastgesteld, naar het aantal van de zonen van Israël.” De oude Griekse vertaling, de Septuaginta, heeft in plaats van “zonen van Israël”, “engelen van God.” Wanneer die laatste lezing juist is, heeft er in het Hebreeuws oorspronkelijk bene ’el gestaan in plaats van bene jisra’el. Het is mogelijk dat een overschrijver de zonen van God interpreteerde als de Israëlieten. Verrassend genoeg wordt de kortere lezing bevestigd door een tekstvondst in een Hebreeuws handschrift in Qumran (4Q). 

Dit vers betekent dan, dat God in de oudheid de wereld verdeeld heeft in een aantal gebieden en dat Hij elk gebied toebedeelde aan de leiding van een engel. Vers 9 maakt de bijzondere positie van Israël duidelijk: “Maar het deel van de HEERE is Zijn volk, Jakob het gebied dat Zijn eigendom is.” Hieruit kan de conclusie getrokken worden dat Israël niet toebedeeld is aan een engel.

Deze vertaling en uitleg zijn aannemelijker dan dat God de grenzen van de volken vastgesteld heeft naar het aantal van de Israëlieten. Want aan welk getal moeten we dan denken? Misschien aan zeventig, omdat dit het aantal volken is in Genesis 10? Maar dit getal was al lang niet meer van toepassing toen Mozes het lied van Deuteronomium 32 aan het volk gaf.

In het apocriefe geschrift Sirach 17:17 staat: “Want toen Hij de volken over heel de aarde verdeelde, stelde Hij over ieder volk een [hemelse] heerser aan, maar Israël is het deel van de Heere.” Heiser gaat uit van de tekst van de Septuaginta en Qumran en legt op grond daarvan de verdeling in de tijd van de torenbouw in Babel uit (Genesis 11).

Een derde bijbelgedeelte is Psalm 82. Het eerste vers luidt: ‘God (’elohiem) staat in de godenvergadering (‘adat ’el), temidden van de goden (’elohiem) houdt Hij gericht. Veel oudere uitleggers menen dat met de tweede aanduiding ’elohiem aardse rechters bedoeld zijn. Zij doen dit met verwijzing naar teksten als Exodus 21:6 en 22:8,9,28 en 1 Samuël 2:25. Het is echter lang niet zeker of in die teksten aardse rechters bedoeld zijn. De laatste decennia gaan er steeds meer stemmen op om te denken aan hemelwezens. De Nederlandse emeritus hoogleraar J. P. Lettinga bespreekt in zijn afscheidscollege de genoemde verzen en komt tot de conclusie dat in geen van de teksten uit de eerste vijf bijbelboeken menselijke rechters ‘goden’ worden genoemd. In Psalm 82:1 gaat het dan over een ‘godenvergadering’, zoals die ook bekend is geworden vanuit de literatuur uit Egypte, Mesopotamië en Ugarit. Heiser kiest ook voor de uitleg dat gevallen hemelwezens bedoeld zijn en dat die daarom als mensen zullen sterven.

In zijn boek “Reversing Hermon” gaat Heiser in op de geschiedenis van de Wachters in het pseudepigrafische geschrift 1 Henoch (ook wel de Ethiopische Henoch genoemd). Voor de Joden in Jezus’ dagen vormden de gevallen engelen, de wachters, een belangrijke verklaring waarom de wereld zo verdorven was. De Messias zou de geestelijke machten verslaan. Juist daarom legt het Nieuwe Testament hierop zoveel nadruk.

Het voert hier te ver om op alle bijzonderheden in te gaan. In diverse publicaties ben ik uitvoeriger ingegaan op deze zaken. Een eerste overzicht is te vinden in M. J. Paul (red), “Geestelijke strijd. Demonie en bevrijding in christelijk perspectief” [gratis beschikbaar, red.] (2002). In dat boek heeft R. Doornenbal ook uitvoerig geschreven over de standpunten in de loop van de kerkgeschiedenis. In Peter van de Kamp (red.), “Bevrijdingspastoraat”[gratis beschikbaar, red.] (2008) ga ik in op de verhouding van het gereformeerde protestantisme en dit onderwerp.

In de 12-delige Studiebijbel Oude Testament (ook digitaal beschikbaar) worden alle relevante teksten (ook bijv. Daniël 10 en de vorsten van Perzië en Griekenland) behandeld. Deze publicaties zijn ouder dan de genoemde van Heiser, maar er zijn veel meer uitleggers dit min of meer zijn standpunt innemen.

Grotendeels ben ik het met Heiser eens, al vind ik hem ook wel eens speculatief. Het lijkt mij dat onze westerse kerkgeschiedenis van de laatste eeuwen in het algemeen te weinig rekening heeft gehouden met de geestelijke strijd in de hemelse gewesten. Daarin kunnen we ook leren van christenen uit Azië en Afrika. Het is opmerkelijk dat recente archeologische tekstvondsten in dezelfde richting wijzen.

Juist in onze tijd, met de vele geestelijke aanvallen op christenen en op de kerk is het van belang de geestelijke wapenrusting aan te doen (Efeze 6:10-20). Om te begrijpen wat er geestelijk aan de hand is, is een grondige bezinning op de tientallen bijbelteksten over dit onderwerp van belang.

Prof. dr. M. J. Paul

Lees meer artikelen over:

Gods zonen
Dit artikel is beantwoord door

prof. dr. M.J. Paul

  • Geboortedatum:
    13-03-1955
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Oegstgeest
  • Status:
    Actief
270 artikelen
prof. dr. M.J. Paul

Bijzonderheden:

-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB

Bekijk ook:


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Uitkleden kleindochter

Geachte dr. Borst. Vorige week was m'n kleindochter van 4 jaar aan het logeren en zei dat ze van de vader (als haar moeder -dus mijn dochter- slaapdiensten heeft) dan haar kleren uit moet doen, wat ze...
12 reacties
24-08-2011

Contact met ongelovig echtpaar

Ik behoor tot de Oud. Ger. Gem. Nu heb ik sinds kort heel goed contact me een echtpaar. Zij doen nergens aan, maar zo zegt zij: "Ik geloof wel, ik bid en geloof dat er een God is. God houdt van iedere...
Geen reacties
24-08-2003

Positie van dominee t.o.v. kerkenraad

In hoeverre is een dominee verbonden aan de kerkenraad van de gemeente waar hij staat? Is een dominee een losstaand iemand en/of in dienst van een kerkenraad, of hoe moet ik dat zien? Moet/deelt een d...
Geen reacties
24-08-2015
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering