Chronische ziekte beperkt mijn leven
Ds. P.D.J. Buijs | 3 reacties | 24-08-2021| 12:30
Vraag
Ik zou in de kracht van mijn leven moeten zijn, maar ik zit op de puinhopen van mijn leven en gezondheid. Ik heb sinds een paar jaar een chronische ziekte die mijn leven zeer beperkt. Ik ben voor een groot deel afhankelijk van andere mensen. Ik breng veel tijd alleen en liggend door, waardoor ik veel terugkijk op mijn leven. Ik kijk terug en heb last van schaamte, tekort, maar zie ook de fouten van anderen. Hoe krijg je vrede met je levensgeschiedenis? Ik ben niet in staat om een psycholoog te bezoeken, vandaar mijn vraag.
Het ziek zijn brengt ook diepere verlangens naar boven. Zoals gekend, geliefd en gewaardeerd te worden. Iemand zei mij: je moet je identiteit in Christus vinden. Wat houdt dat in? Hoe doe je dat? Heb je dan die andere behoeften niet meer?
Antwoord
Beste lezer,
Wat moeilijk als je gezondheid een dermate grote knak heeft gekregen. En u/jij drukt het zelfs nog sterker uit: “Ik zit op de puinhopen van mijn leven.” Nu kan ik op afstand uiteraard niet weten wat daarvan de oorzaken zijn. Dat is altijd een beetje het lastige van een louter digitaal contact. In elk geval blijkt het wel tot reflectie te leiden, tot bezinning. Dat hoeft geestelijk niet de slechtste tijd te zijn. Kan het zijn dat de Heere u/jou op deze manier stilzet? Je leven glijdt als een film aan je voorbij, en je denkt: wat heb ik ervan gemaakt? Ik meen tussen de regels door te lezen dat het tot inzicht van eigen schuld leidt. Dat is confronterend. Maar daar hoeft het niet bij te blijven. Laat het maar tot de Heere brengen. Wij mogen immers met al ons falen, met al onze schuld de toevlucht tot Christus nemen. Bij Hem is veel vergeving en verlossing.
Inderdaad, in zo’n reflectie kun je soms ook scherp de fouten van anderen zien. Die hoeven we niet te bagatelliseren. Het kan ook als gevolg hebben dat we contact met die ander zoeken om er eerlijk over te spreken wat ons dwarszit. Het is een bijbelse zaak om een ander daarmee te confronteren (zie Lukas 17:3-4). Wat kan het de lucht tussen twee mensen klaren als de dingen worden uitgesproken! Nu kan ik niet inschatten of het mogelijk is dat te bereiken: er moet dan wel bereidwilligheid van twee kanten zijn om er over te spreken. Soms wil de ander helaas niet. Dan geldt wat we lezen in Romeinen 12:18: “Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen.” Als we gedaan hebben wat we kunnen, mag het in die zin van ons af zijn.
Langs deze lijnen kunnen we ook vrede ontvangen met de Heere èn met de weg die Hij met ons in ons leven gaat. Dat betekent niet dat we voor alles in ons leven een verklaring hebben. Soms kunnen we echt niet bekijken waarom de Heere díe weg met ons ging. Maar als ik geloven mag dat de Heere Zijn Zoon ook voor mij aan het kruis overgaf, kan ik Hem niet meer van kwaad verdenken. Ik hoef Zijn hand (Zijn wijze van doen) niet te begrijpen, als ik maar niet twijfel aan Zijn hart (Zijn liefde en genade in Christus).
Sluit dat een verlangen naar liefde en waardering van anderen uit? Nee, dat denk ik niet. De Heere heeft ons ook zo geschapen dat we in relatie staan tot andere mensen; behoefte hebben aan genegenheid en liefde. Of we die altijd ontvangen, is een tweede. De zonde heeft ook in dit opzicht zoveel kapot gemaakt. Maar het verlangen is zeker niet verkeerd.
Tegelijk zijn we ook weer niet afhankelijk van de waardering van anderen. Veel mensen kregen in hun leven niet de waardering waar ze naar verlangden, of die ze (menselijk gesproken) ‘verdienden’. Denk aan christenen in vervolging en verdrukking. Maar de Heere zal recht doen en elk van Zijn kinderen het genadeloon geven dat Hij voor hen bestemd heeft.
Mijn identiteit ligt niet in mijzelf of in wat anderen van mij vinden. Als ik mij aan Christus heb leren toevertrouwen, ligt mijn diepste identiteit in Hem. Dat wil zeggen: “Ik leef, maar niet meer ik, Christus leeft in mij” (Gal. 2:20). Het gaat om Wie Hij is in mijn leven. Zonder Hem kan ik niets doen; zonder Hem beteken ik niets. Zonder Hem zal wat ik gedaan heb, van geen enkele waarde zijn. Maar “in Christus” (een uitdrukking die heel vaak in het Nieuwe Testament voorkomt), is mijn leven niet alleen voor eeuwig geborgen, maar is het ook van waarde voor God en de naaste.
Heerlijk als je identiteit niet ligt in kracht, prestaties, vermogen, geld, gezondheid, enzovoorts, maar in Hem! En ik vind dat alleen maar als ik mij, om zo te zeggen, aan Zijn voeten neerleg, al het mijne uit handen geef en mijzelf verlies aan Hem. “Ziel en geest en lichaam, Heer’, leg ik op Uw altaar neer.” Zo daalt Zijn vrede in mijn hart neer, ook als Zijn weg met mijn leven voor mijn besef zo krom verloopt. Dan beleef je iets van dat oude gezang:
Ik heb mijn God, dat is genoeg,
ik wens mij niets daarneven (daarnaast).
Veel meer dan ’t meeste dat ik vroeg,
Is mij in Hem gegeven.
In alles Zijn nabijheid en zegen toegewenst.
Met een hartelijke groet,
Ds. P. D. J. Buijs
Lees ook: 'Omgaan met chronische ziekte'
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P.D.J. Buijs
- Geboortedatum:02-11-1961
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Nunspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Mocht je naast het mooie antwoord van de dominee toch ook wel behoefte hebben aan een gesprek met een psycholoog: er zijn christelijke ggz instellingen die volledig online behandeling aanbieden en die je dus vanuit huis (en liggend) kunt volgen!
Sterkte en kracht gewenst
(Citaat van Augustinus)