Avondmaalspraktijk in reformatorische kerken
Ds. W.G. Hulsman | Geen reacties | 17-08-2021| 15:17
Vraag
Ik heb een vraag over het Heilig Avondmaal die nog niet eerder gesteld lijkt te zijn. Het Heilig Avondmaal staat beschreven in Mattheüs 26:26-28, Markus 14:22-24, Lukas 22:19-20 en 1 Korinthiërs 11:20-34. In Mattheüs 26 en Markus 14 staat geschreven dat Jezus’ bloed voor velen vergoten wordt en in Lukas 22 en 1 Korinthiërs 11 staat dat Jezus’ bloed voor u (de discipelen?) vergoten wordt. Judas lijkt niet uitgesloten te worden van het Heilig Avondmaal.
In 1 Korinthiërs 11 lijkt Paulus te waarschuwen tegen wanpraktijken (dronkenschappen e.d.g.) voorafgaand aan het Heilig Avondmaal. Het lijkt erop dat deze wanpraktijken tijdens de (wekelijkse?) gemeentemaaltijd (de Agape) plaatsvonden (1 Kor. 11 vers 21-22), met rijke gemeenteleden die zich volgegeten en gedronken hadden voordat de armen kwamen. Het onwaardig eten en drinken lijkt hierop te duiden. Het Heilig Avondmaal lijkt voor alle gemeenteleden te zijn en Paulus lijkt alleen te waarschuwen tegen misstanden. In 1 Korinthiërs 11 is het Heilig Avondmaal duidelijk een gedachtenismaaltijd in de gemeente.
Hoe dicht staat de huidige avondmaalspraktijk in reformatorische kerken nog bij de avondmaalspraktijk van de vroege kerk? Is het niet te ingewikkeld geworden, waaronder het avondmaalsformulier?
Antwoord
Je hebt gelijk dat Heilig Avondmaal in de Bijbel iets was voor heel de gemeente, dat wil zeggen voor al de gelovigen. Wanneer er misstanden waren zoals in de gemeente van Korinthe , werd daarop gewezen opdat dat zou veranderen. In 1 Korinthe 11:28 staat: “Laat ieder mens zichzelf beproeven en laat hij zó eten van het brood en drinken van de drinkbeker.” Het beproeven dient dan niet om af te blijven maar om zich te bekeren van wat niet goed is en om op die wijze aan te gaan aan de Heilig Avondmaal.
Destijds toen na de Reformatie de Hervormde kerk ontstond was het praktijk dat iemand die belijdenis van het geloof had afgelegd ook aanging aan het Heilig avondmaal. Wanneer iemand niet aanging kreeg hij huisbezoek om te vragen wat er aan de hand was.
Later in de kerkgeschiedenis is dat steeds meer veranderd. Dit kwam doordat het afleggen van de belijdenis vaak meer een formaliteit werd en dat het leven dat geleid werd na de belijdenis vaak ver verwijderd was van waar we toe geroepen zijn. Om dit recht te trekken werd er steeds meer nadruk gelegd op de bekering, vooral dat die oprecht moest zijn. Met name in de reformatorische kerken groeide dat uit tot de praktijk dat slechts enkelen uit de gemeente aan het Heilig Avondmaal aangaan. Er is veel vrees om aan te gaan. Velen zijn bang om zich een oordeel te eten en te drinken. Men vreest dat de bekering niet echt is en neemt het zekere voor het onzekere en men blijft zitten.
Juist doordat de bekering sterk benadrukt wordt, is het voor velen ingewikkeld geworden. Men ziet geen mogelijkheid, geen openheid. Belangrijk is dat juist ook het geloof benadrukt wordt. We mogen met al ons tekort naar de Heere Jezus gaan en ons aan Hem toevertrouwen. Wie het van Hem verwacht, wie in Hem gelooft, komt niet beschaamd uit. De enige mogelijkheid om het oordeel te ontgaan is tot Christus te vluchten. En wie tot Hem komt zal Hij geenszins uitwerpen.
Bemoedigend vind ik steeds weer dat de Heere Jezus het eerste avondmaal vierde met Zijn discipelen. Er valt op hen nog wel wat aan te merken. Toch had de Heere Jezus grote begeerte om met Zijn discipelen aan te zitten (Lukas 22:15).
Aan het eind van je vraag noem je het avondmaalsformulier. Je vindt dat die ook ingewikkeld is. Is dat zo? Vele malen heb ik het avondmaalsformulier behandeld op avondmaalskringen. Is het niet heel Bijbels en evenwichtig wat we daar lezen? De drie punten waarop we ons te onderzoeken hebben, zijn toch wezenlijk voor het geloof? Het is toch goed dat als we in de zonde leven, gewaarschuwd worden? Maar vooral; het is toch bijzonder zoals er over het lijden van Christus gesproken wordt? Lees het nog maar eens rustig voor jezelf door.
Belangrijk is natuurlijk vooral hoe je er zelf instaat. Heb je geloofsbelijdenis gedaan? Verwacht je het van de Heere Jezus? Strijd je tegen de zonde? Verlang je naar de wil van de Heere te leven? Wat een zegen is het dan wanneer de Heere de tekenen van het lijden en sterven van Christus schenkt tot versterking van het geloof, om te meer te zien op Christus Die alles volbracht heeft.
Ds. W. G. Hulsman
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W.G. Hulsman
- Geboortedatum:08-11-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus