Biologisch-dynamische landbouw en antroposofie
prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 05-08-2021| 13:57
Vraag
Beste ds. M. J. Paul. Ik heb een boek gelezen van u en een lezing beluisterd en ik heb een vraag aan u. Ik werk bij een christelijk bedrijf (o.a. voeding) en een klein deel van het segment bestaat uit biologisch/dynamische producten waar we onder andere ook voor adverteren en reclame voor maken.
U verwijst veel naar Stichting Promise. Ik las dit hierover: Eerste twee citaten zijn van Huib de Vries (RD) en citaat 3 is van stichting Promise.
1. Biologisch dynamische boeren zijn verplicht zich te houden aan onder andere het preparaat 500. In het najaar wordt een met mest gevulde koehoorn in de akker begraven. Volgens de antroposofische gedachtegang neemt de hoorn astrale en etherische krachten uit de kosmos op. In het voorjaar graaft de biologisch-dynamische boer de hoorn weer op en deponeert de vergaarde mest in een ton met water, waarna hij een uur lang in het mengsel roert om het te vitaliseren. Na deze behandeling wordt de verdunde mest over het veld verspreid, om de aarde ontvankelijker te maken voor kosmische krachten.
2. Iedere boer heeft volgens de docent biodynamische teelt een eigenheid. “Dat geldt ook voor de grond, de gewassen en het vee. Economisch gezien levert dat niet bijster veel op, maar spiritueel wel”, meent de antroposofische docent.
3. Promise: “Biologisch-dynamisch voedsel is gewijd voedsel; zonder navraag te doen, weet je dat. Weet je niet of voedsel mogelijk biologisch-dynamisch is, dan kan zonder navraag te doen dit voedsel gebruikt worden volgens Paulus”.
Mijn vraag is: mag je hier als christelijk bedrijf reclame voor maken of niet als je hierin een keuze hebt om dit segment wel of niet te dekken?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Huib de Vries publiceerde op 21 april 2012 het artikel “Kosmische mest in een koehoorn”, in het Reformatorisch Dagblad.
Op de website van de Vereniging voor Biologisch-Dynamische Landbouw en Voeding is een brochure van B. C. J. Lievegoed te lezen over planetenkrachten en levensprocessen. De auteur bespreekt ook de gevulde koehoorn (preparaat 500). Het betreft een artikel van iemand die dit gedachtengoed ondersteunt.
Voor een goed overzichtsartikel over de biologisch-dynamische landbouw kan men op Wikipedia terecht. Het artikel is informatief, belicht achtergronden en laat ook critici aan het woord.
De biologisch-dynamische (ook wel biodynamische) landbouw is gestoeld op de antroposofische principes van Rudolf Steiner. Men hanteert een holistische kijk op de natuur en het boerderijleven. De natuur wordt gezien als een overal verbonden geheel. Zo is de landbouw verbonden met klimaat, bodemvruchtbaarheid, watervervuiling, biodiversiteit en luchtkwaliteit.
Steiner hield in 1924 voordrachten over de geesteswetenschappelijke grondslagen voor een vruchtbare ontwikkeling van de landbouw. Deze voordrachten vormen het uitgangspunt van de gepraktiseerde landbouw. Het keurmerk dat wordt gebruikt in de biodynamische landbouw is het Demeter-keurmerk, genaamd naar de Griekse godin van de vruchtbaarheid. Bij de gehanteerde normen en richtlijnen staan bodemvruchtbaarheid en versterking van de natuurlijke groei centraal.
In de biologisch-dynamische landbouw gaat men ervan uit dat hemellichamen invloed uitoefenen op de groei van de gewassen. De Duitse Maria Thun publiceerde in 1963 in een zaaikalender met richtlijnen voor de goede momenten om de diverse gewassen te zaaien of poten.
In deze vorm van landbouw wordt er naast organische mest gewerkt met ‘preparaten’. Deze preparaten zouden de vermeende levenskracht van de gewassen ondersteunen. De kosmische krachten zouden via de organische preparaten naar de aarde geleid worden en zo een positieve invloed hebben op de groei van het gewas.
Er zijn internationale richtlijnen, maar iedere biologisch-dynamische boerderij heeft haar eigen interpretatie. Sommige boerderijen gaan verder in het berekenen van kosmische invloeden dan andere bedrijven. Andere boerderijen focussen voornamelijk op de strenge normen en richtlijnen die een duurzame landbouw, bedrijfsvoering en afzet garanderen. Daarnaast zijn de normen en richtlijnen zoals beschreven door de Demeter-associatie uiteraard een universele vereiste om het Demeter-keurmerk te kunnen behalen.
Vanuit christelijk gezichtspunt zijn er veel bezwaren aan te voeren tegen de antroposofie. Diverse hedendaagse onderzoekers wijzen wel op de positieve kanten van de holistische benadering van de landbouw, maar geven aan dat vergelijkbare resultaten kunnen worden verkregen met standaard biologische landbouwprincipes. In de zorg voor het milieu komen in de biodynamische teelt belangrijke zaken naar voren die vaak vergeten zijn in de westerse landbouw en christenen aan moeten spreken als zorg voor de schepping. Maar heel wat levensbeschouwelijke aspecten, vooral bij het gebruik van de preparaten, werken vervreemdend.
Voor een christelijke bedrijf is het zinvol naar de achtergronden van de genoemde teelt te vragen, met name hoe men omgaat met het gedachtegoed van Steiner.
Het artikel van stichting Promise heb ik niet kunnen vinden. (Het gaat om 'De geest die schuil kan gaan achter Kruidentherapie', red.) Het gaat blijkbaar in op de vraag of je de producten mag eten, vooral in het geval de achtergronden niet bekend zijn. Dat is echter iets anders dan reclame maken voor biologisch-dynamisch geteelde producten. Op grond van het bovenstaande zijn daar duidelijke bezwaren tegen aan te voeren. Tegelijk hoop ik dat het achterliggende gedachtegoed christenen wel aanspoort om op een goede wijze met de schepping om te gaan.
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook: