Beroepingswerk van studenten Gereformeerde Gemeenten

J.P. van den Brink | 21 reacties | 15-07-2021| 14:45

Vraag

Ik heb enkele vragen over het afgelopen beroepingswerk van de studenten van de Gereformeerde Gemeenten. Een grote gemeente viste achter het net toen ze een kandidaat hadden beroepen. Korte tijd daarna beriepen ze de andere kandidaat die weinig beroepen had gekregen. Deze kandidaat nam het beroep wél aan.

Vraag 1: Waarom beroepen gemeenten in korte tijd een andere kandidaat als de eerste heeft bedankt? Wordt er vooraf een afvinklijstje gemaakt? Verwordt het beroepingswerk zo niet tot een kansberekening? Waar blijft in dit beroepingswerk de afhankelijkheid van God?

Vraag 2: Waarom mag een kandidaat net zo lang wachten tot hij (eindelijk) een beroep van een grote gemeente heeft ontvangen? Dit werkt toch onzuiverheden in de hand? Hierdoor krijgen kleine gemeente toch nooit een kans?


Antwoord

Beste vraagsteller,

Wij geloven dat de Heere “goedertierenlijk verkondigers van de zeer goede boodschap zendt tot wie Hij wil en wanneer Hij wil” (Dordtse Leerregels 1, 3). Laten wij dit bij al onze overwegingen voorop blijven stellen! We weten dat de Heere hierbij ook gebruikt maakt van allerlei gewone en alledaagse omstandigheden. In de leiding van de Heere over de besturing van de kerk is uit de Bijbel bekend dat Hij daarbij soms zelfs gebruik maakt van het werpen van het lot. Bij de verkiezing van ambtsdragers (Handelingen 1:26); Saul, die de eerste koning van Israel zou worden, is eerst(!) door Samuel gezalfd en later door het werpen van het lot aangewezen (1 Sam. 10); Jona werd door het werpen van het lot als schuldige over de storm aangewezen (Jona 1:7) in het Oude Testament gaf de Heere soms licht in duistere zaken door middel van de Urim en de Tummim (Numeri 27; het is uit de Bijbel niet exact duidelijk hoe de Heere daardoor sprak, maar deze ‘orakelstenen’ maakten deel uit van de borstlap van de hogepriester). 

Ondanks (of moet ik zeggen dankzij?) deze Schriftgegevens zou ik over zaken rondom het beroepingswerk niet in termen van ”achter het net vissen” en “kansberekening” willen spreken. Niet mensen, niet het lot, maar God  regeert! Natuurlijk spelen bij de beslissing van de kandidaat allerlei menselijke aspecten een rol. Maar ook die aspecten gebruikt God in Zijn leiding. Als een predikant of kandidaat niet in biddende afhankelijkheid van de Heere zijn beslissing neemt en zijn eigen belangen stelt boven het spreken Gods, ben ik ervan overtuigd dat deze man de Heere tegen krijgt (zie de geschiedenis van Jona).

Als er op een kandidaat of een predikant een beroep wordt uitgebracht, heeft de betrokkene ongeveer een periode van drie weken om het beroep voor de Heere neer te leggen en het biddend en onderzoekend te overwegen om de leiding van de Heere te verstaan. Voor deze periode is geen exact voorgeschreven termijn. In de beroepingsbrief wordt meestal aangegeven voor welke datum de gemeente die het beroep heeft uitgebracht een antwoord verwacht. Deze periode moet behoorlijk zijn zodat het beroep voldoende kan worden overwogen maar aan de andere kant niet onnodig lang om de de gemeente die beroept niet langer dan nodig in het ongewisse te laten. Als een predikant/kandidaat helderheid over het beroep heeft ontvangen, zal hij in de regel de gemeente hiervan op de hoogte brengen, ook al is de beroepingstermijn nog niet verstreken. Kijk onder de tag 'Beroepingswerk' en met name de antwoorden van ds. C. G. Vreugdenhil over dit onderwerp, o.a. 'Verstandelijk besluit bij beroepingswerk'.

Er zijn geen voorschriften hoe vaak een vacante gemeente mag beroepen. Het opnieuw uitschrijven van een verkiezingsavond meteen nadat een uitgebracht beroep is afgewezen is als zodanig kerkordelijk correct. Het beroep is afgewezen, de gemeente is vacant, dus een nieuw beroep kan worden uitgebracht. In de praktijk zien we dit verschijnsel overigens alleen in de periode als kandidaten die nog geen gemeente hebben beroepbaar worden gesteld. Een gemeente die vacant is, ziet uit naar de komst van een predikant, maar als een beroep moet worden afgewezen in het normale beroepingswerk is het goed om niet te snel een nieuw beroep uit te brengen op een andere predikant. Gebruikelijk is dat grote vacante gemeenten maximaal om de twee, drie maanden een beroep uitbrengen, vier tot vijf keer per jaar; kleinere gemeenten doen dit vaak iets minder frequent, meestal zo’n twee keer per jaar. Een beroepingsprocedure vraagt veel van een predikant/kandidaat èn van de gemeente. Vaak is het een periode waarin bij velen de gebeden rond het beroep zich vermenigvuldigen. 

Nu je vragen: Waarom beroepen gemeenten in korte tijd een andere kandidaat als de eerste heeft bedankt?

In de gevolgde verkiezingen van de drie kandidaten van dit jaar heb ik geen kerkordelijke onvolkomenheid kunnen ontdekken. De drie kandidaten kregen van diverse kanten beroepen. Er is een groot aantal vacante gemeenten en al die vacante gemeenten organiseren in deze periode verkiezingsavonden. Op deze verkiezingsavond mogen de manslidmaten kiezen uit een tweetal dat de kerkenraad heeft voorgesteld. Dat kunnen twee studenten zijn geweest; soms kan het tweetal ook uit een student en een reeds dienende predikant bestaan. Het feit dat de verkiezing van kandidaten wel erg op een kandidatenjacht lijkt (zo snel mogelijk beroepen als de kandidaten beroepbaar zijn en na afwijzing vrijwel direct een nieuw beroep uitbrengen op de overgebleven kandidaat)  heeft te maken met het ernstige predikanten tekort wat wij in onze gemeenten hebben. Dat je je daarbij ongemakkelijk voelt, kan ik daarom  heel goed begrijpen.

Het predikantentekort maakt, dat de druk op onze predikanten en hun werklast hoog is. Ook de jaarlijkse belronde van scriba’s van vacante gemeenten naar onze predikanten om preekbeurten af te spreken heeft de neiging steeds vroeger plaats te vinden; als je hierin niet in meegaat, zijn de preekbeurten al besproken. Deze jacht op onze predikanten en onze kandidaten siert ons als kerkverband niet.

In ieder geval, twee van de drie kandidaten ontvingen op betrekkelijk korte termijn licht over de beroepen die ze ontvingen. Voor hen was het niet nodig om de beslissing nog langer uit te stellen en zij hebben elk al binnen een week een beroep mogen aannemen. De derde kandidaat was er nog niet uit, maar daar was niets mis mee, want hij zat nog ruim binnen de gebruikelijke beslistermijn van drie weken. 

Een aantal gemeenten, die door de eerste twee kandidaten moest worden afgewezen heeft vervolgens een nieuw tweetal gesteld; ditmaal was er nog maar één kandidaat beroepbaar en tegenover deze kandidaat zullen dan reeds dienende predikanten hebben gestaan. Kennelijk zat tussen deze nieuwe beroepen de gemeente waar deze kandidaat naar toe werd getrokken, en ook hij mocht een beroep aannemen. 

2. De suggestie die van je tweede vraag uitgaat is naar mijn bescheiden oordeel niet juist. Je trekt een ongefundeerde conclusie uit de gang van zaken bij de recente gebeurtenissen. De derde kandidaat die aanvankelijk een aantal beroepen kreeg waarover hij (nog) geen helderheid had ontvangen was nog gewoon binnen de beroepstermijn van de gemeente die hem het eerst had beroepen toen hij het laatste beroep ontving. De beroepen uit de eerste week waren voor hem van wat kleinere gemeenten; in de tweede week kreeg hij ook beroepen uit grotere gemeenten. Er is geen enkele grond voor je conclusie als zou hij “gewacht” hebben op een beroep uit een grotere gemeente.

Onder je vraag proef ik het oprechte verlangen naar meer predikanten die de gemeenten mogen dienen. Veel gemeenten zijn al jarenlang vacant. De nood van het predikantentekort is groot. En als je dan jarenlang in een vacante gemeente bent en je ziet dat er andere gemeenten zijn die vrijwel altijd een predikant hebben dan denk je wel eens: waarom is het zo oneerlijk verdeeld?

Ik herken deze vragen. Ik ben op dit moment 29 jaar ouderling in een kleine vacante gemeente. En daarvoor heb ik in diverse gemeenten gewoond, gedurende welke jaren alles bij elkaar nog geen tien jaar in een gemeente met een eigen predikant. Deze situatie kan, mag en wil ik niet positief beoordelen. En toch... Toen de Heere Jezus naar de hemel ging, heeft Hij de opdracht gegeven om het Evangelie te prediken aan alle creaturen. En daarbij heeft Hij beloofd: Ik zal u geen wezen laten, Ik zal u de Trooster schenken. Die zal u in alle waarheid leiden.

Niet klagen, maar aanhoudend en voortdurend de Heere vragen. Bid je met me mee? Voor die drie broeders, dat de Heere hen een goede ingang geeft in de gemeente die ze straks mogen dienen? En voor meer arbeiders in de oogst?

Is het je al eens een wonder geworden dat de Heere ook in 2021 nog spreekt door de prediking? En dat Hij dat ook nog doet -ons ondanks!- in de hulpmiddelen zoals in de leesdiensten? Want: “Zie, de hand des HEEREN is niet verkort, dat zij niet zou kunnen verlossen; en zijn oor is niet zwaar geworden, dat het niet zou kunnen horen” (Jesaja 59:1). En dan moet je zelf de rest van dat hoofdstuk maar lezen, dan kom je er achter waar de oorzaak van de breuk in de kerk is te vinden. Wat een wonder dat dat hoofdstuk dan toch eindigt met: “Mij aangaande, dit is Mijn verbond met hen, zegt de Heere: Mijn Geest, die op U is, en Mijn woorden die Ik in Uw mond gelegd heb, die zullen van Uw mond niet wijken, noch van de mond Uws zaads, noch van de mond van het zaad Uws zaads, zegt de Heere, van nu aan tot in eeuwigheid toe” (Jes. 59:21)

Hartelijke groet,
J. P. van den Brink

Dit artikel is beantwoord door

J.P. van den Brink

  • Geboortedatum:
    10-06-1960
  • Kerkelijke gezindte:
    Gereformeerde Gemeenten
  • Woon/standplaats:
    Eindhoven
  • Status:
    Inactief
80 artikelen
J.P. van den Brink


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
21 reacties
dorual1
26-07-2021 / 18:03
@Samanthi
Ik snapte hem al niet. Maar los daarvan ik zie wel eens wat discussies hier voorbij komen en ik meen dat RvB1990 en jij elkaar regelmatig irriteren. Doe dat liever prive en niet publiek. Het sticht niemand. De kunst van het deelnemen aan internetdiscussies is dat je ook weet van ophouden. probeer elkaar op te bouwen; je gelijk halen heeft niet zo veel zin en wij maken geen reclame: ziet hoe ze elkaar de loef proberen af te steken. Dat zou moeten zijn: ziet hoe lief ze elkaar hebben ....

@Pannenkoek: ik noem gemiddelde getallen. die 200 is dus per zondag 100 tekort en die tekorten vallen met name in de veelal kleine gemeenten die buiten de Bijbelgordel liggen. Er is dus wel degelijk een ernstig tekort. Maar als je zegt dat het zo treurig is dat het glas voor 1/3 leeg is geef je echt een andere boodschap (je legt de nadruk op het tekort) dan als je zegt dat je zo blij bent dat het glas voor 2/3 vol is. (je legt er de nadruk op wat ons ondanks alles toch nog gegeven is)
Bovendien, dat 1/3 lege glas is gevuld met leesdiensten, waarvan ik niet wil zeggen dat dit geen noodoplossing is, maar uit eigen ervaring weet ik dat we dit niet als "leeg" mogen beschouwen.

@CrA Amen. Maar het zou zo maar kunnen zijn dat de Heilige Geest gebruik gemaakt heeft van hele menselijke en praktische omstandigheden, zoals: (en ik weet absoluut niet of dat dit voorbeeld zich bij br. Beens voordoet) dat bijvoorbeeld een van zijn kinderen een opleiding volgt op een school op enigszins acceptabele reisafstand van Scherpenzeel. Dat enkele gegeven hoeft de uiteindelijke beslissing absoluut niet minder "geestelijk" te maken. Als de Heere roept kan dat in sommige gevallen van het gezin juist een offer vragen, maar het kan ook zo zijn dat de Heere alle omstandigheden laat samenvallen. Daarom vind ik het zo zinloos (dat is een ander woord voor: ijdel, zondig) om allerlei veronderstellingen te doen om de beslissing van individuele broeders in een kwaad daglicht te plaatsen(waarbij wij niet in hun bidvertrek kunnen kijken)
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

(...) Ik kan niet ontkennen dat God een goed werk in mij begonnen is, want dan zou ik tegen Zijn eigen werk ingaan. Dit mag dan alles gebeurd zijn, toch mis ik vaak de zekerheid van het geloof (...)

Ik las onlangs in een van de boekjes van ds. Budding iets over de heiligmaking. Dat trof me zeer. Juist ook omdat mijn hart er zoveel in verklaard werd. Ik kan niet ontkennen dat God een goed werk in ...
Geen reacties
14-07-2007

Erskines

Mijn schoonvader heeft al de werken van Erskines. Zijn dat geen boeken met een ketterse leer? Erskine beschrijft op heel veel plekken dat Gods beloften voor iedereen zijn en iedereen aangezegd moeten ...
6 reacties
14-07-2010

Christen zonder kerkgang

Een vriendin kiest ervoor op zondag naar "Hour of Power" te kijken als vervanging van een kerkdienst. Hoe kijkt u aan tegen mensen die zeggen christen te zijn, maar dat invullen zonder kerkgang? Kan d...
1 reactie
14-07-2016
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering