Gebroken bakken uitgehouwen die geen water houden
Redactie Refoweb | 2 reacties | 03-06-2021| 11:14
Vraag
Wat betekent “gebroken bakken uitgehouwen die geen water houden”? (Jeremia 2: 13) Wat zijn dit voor bakken?
Antwoord
Dit zegt Matthew Henry:
“Zij hebben zichzelf bedrogen. Zij hebben hun weldadigheid verlaten voor liegende ijdelheden. Zij bezorgden zich heel wat moeite, door zichzelf bakken uit te houwen, door gaten of bakken in de aarde te graven of in de rotsen te hakken, waarheen zij het water leiden zouden of die de regen opvangen moesten. Maar die bleken gebroken bakken te zijn, met onsolide bodem, die geen water houden. Wanneer zij daarheen kwamen om hun dorst te lessen, vonden zij niets dan modder en slijk, en de schadelijke producten van stilstaand water. Dat waren de afgoden voor hun aanbidders, en zo’n ruil deden zij, die zich van God tot de afgoden wendden. Indien wij van enig schepsel-rijkdom of vermaak, of eer-onze afgod maken, stellen wij ons geluk daarin en beloven ons daarvan de zegen en de voldoening, die wij alleen in God kunnen hebben. Indien wij de afgod tot onze vreugde en onze liefde maken, daar onze hoop en ons vertrouwen in stellen, zullen wij zien dat hij een waterbak is, die we met grote moeite uitgehouwen en gevuld hebben, en die op z’n best een weinig water houdt, dat dood en vuil is, tot bederf overgaat en spoedig levensgevaarlijk wordt. Neen het is een gebroken waterbak, die kraakt en scheurt bij warm weer, zodat het water verloren gaat juist als we het ‘t meest nodig hebben, Job 6:15. Laat ons daarom met een voornemen des harten de Heere alleen aanhangen, want tot Wien zullen wij anders gaan? Hij heeft de woorden des eeuwigen levens.”
Lees ook: 'Gereformeerde gezindte zou sektarische trekken vertonen'
Dit artikel is beantwoord door
Redactie Refoweb
Bijzonderheden:
Mailadres: vragen@refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Maar de Eeuwige wacht niet totdat hij zijn opleidingsjaren heeft gehad en dat hij tijdens die opleiding zich zou committeren aan de gangbare uitleg van medestudenten en vak volwassen priesters. Eigenlijk weken die af en was er geen krachtig woord meer vanuit de geestelijke leiders van Israël. Allerlei soorten afgodsbeeldjes overspoelden het land en de een prees haar amuletje aan als goed voor de oogst, de vruchtbaarheid, het doorlopende blije gevoel en vrijheid. Men zocht zichtbare en tastbare goden en daarmee vervaagde ook de voorschriften van de Eeuwige. En ja, er was gelukkig ook nog een hele kleine groep die daaraan niet wilde meedoen. Dat was een nietszeggende splintergroep in de ogen van het volk.
Vanwaar de beeldspraak gebroken bakken uitgehouwen die geen water bevatten? Wat is de diepe achtergrond van die uitspraak? Daarvoor moeten wij terug naar de reis door de woestijn. Tijdens die reis, waar de Eeuwige zeer nabij hen was, dronk het volk het water dat uit de rots kwam. Zuiver water, gegeven door de Eeuwige om in leven te blijven. Zo ook de woorden van de Eeuwige, vastgelegd in wetten en gedragsregels met als doel het dienen en eren van de Eeuwige en onze naasten. Die geweldige opdracht verslofte en was bijna in onbruik geraakt met uitzondering van een enkeling die zich met grote moeite staande kon houden in het dagelijkse leven.
De, o zo belangrijke Levensbron werd niet meer geraadpleegd. Het uithakken van de bakken zijn de afgoden die overal in het land te vinden zijn. Als er een tegenslag te verwerken was werd het afgodsbeeldje nog uitbundiger bejubeld om het tevreden te stellen. Afgodsbeeldjes hebben geen enkele levenskracht. Het aanroepen en vereren is eigenlijk een rechtstreekse belediging naar de Eeuwige.
Met de woorden die de profeet Jeremia uit moet spreken zijn "de woorden van de Eeuwige zelf" als een aanklacht tegen Zijn volk. Zouden zij naar die woorden horen en zou de geschiedenis vanuit het verleden hen weer tot besef doen komen dat er betere tijden waren geweest?. Alles van de geschiedenis van Israël was bekend bij de geestelijke leiders. Lazen zij hun perkamenten boekrollen niet meer?
Jeremia, ik noemde het al eerder, moest zich distantiëren van de eigenmachtige opleiding van de geestelijke leiders. Hij moest het alleen doen met de woorden van de Eeuwige. En dat was een harde boodschap, waar helaas mijn volksgenoten in die dagen, niet wilden luisteren. Menigeen gaf eerder commentaar op die woorden en daar bleef het bij. Ook nu heeft deze boodschap van de Eeuwige ons iets te zeggen: waar vertrouwen wij op met onze eigentijdse amuletten en afgoden.