Onbekeerlijkheid en eigen werk
Ds. A.D. Fokkema | Geen reacties | 30-03-2021| 16:00
Vraag
In mij is een strijd gaande tussen de duivel, de wereld, mijn zondige hart en ikzelf. Sinds corona op deze wereld is ben ik het leven anders gaan zien; hoe vergankelijk, hoe kort, hoe leeg dit leven is. Ik begon te voelen dat ik moest stoppen met zondigen. Dat voelde ik voor het eerst bij mijn boezemzonde, namelijk porno en zelfbevrediging. Toch ging ik daarmee door, al probeerde ik te minderen. Totdat ik weer een keer bezig was en een stem hoorde, niet letterlijk maar in mijn gedachten, die mij vroeg: “Wil je doorgaan met zondigen tot het eind, de dood? Of wil je dat niet?” Toch ging ik door.
Nu ben ik van de porno en zelfbevrediging af en ook van andere verslavingen zoals roken, overmatig mobiel gebruik en ongezond eten en leven. Ik weet alleen niet of ik daar Gods hand in mag zien, want ik ben zo bang dat ik mezelf bedrieg. Ook val ik steeds terug in ongezond eten en leven zoals te weinig slapen en dan de tijd die ik minder slaap opvullen met zonden, alleen maar meer zonden. De duivel, de wereld of mijn eigen begeerte hoeven maar te wenken en ik doe alweer mee, ook al voel ik dat het niet goed is. Ik blijf maar doorgaan, ook al weet ik dat ik me moet bekeren en stoppen met al die zonden.
Mijn hoogmoed en trots zijn zo groot. Ik zou het liefst bij God aankomen van: kijk, ik heb zelf mijn leven gebeterd. Zo bleef ik daarmee doorgaan met in mijn ogen mijn leven ‘beteren’ totdat ik inzag dat ik als een hoogmoedige farizeeër probeerde de hemel te verdienen. Toen werd ik er aan ontdekt dat ik mezelf niet kan en wil bekeren. Maar nu blijf ik maar twijfelen of Jezus nog naar mij om wil zien, want ik blijf maar zondigen en twijfelen en ongelovig en goddeloos zijn. Dit is wat er op het moment in mijn hart afspeelt.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Dank voor je openhartigheid! Als ik jouw vraag goed lees, ben jij voor twee gevaren bang. Aan de ene kant ben je bang voor onbekeerlijkheid, aan de andere kant ben je bang dat jouw bekering jouw eigen werk is. Beide gevaren zijn reëel en daarom is het op zichzelf goed om beide gevaren ook onder ogen te zien.
Vervolgens is het nodig het antwoord op beide gevaren onder ogen te zien. En hét antwoord op beide gevaren is: Christus! Als Christus in je leven komt, kun je onmogelijk onbekeerd blijven. Als Christus in je leven komt, kun je ook onmogelijk blijven bouwen op een zelfgewerkte bekering.
Dan is natuurlijk wel de spannende vraag: ken jij Christus? Met die vraag loop jij zelf ook rond. Je zegt: “Nu blijf ik maar twijfelen of Jezus nog naar mij om wil zien” en “ik weet niet of ik daar Gods hand in mag zien.” Van deze vraag geldt uiteindelijk: ik kan hem voor jou niet beantwoorden. Ik ken jou immers niet eens persoonlijk. En als ik jou wel zou kennen, dan kan ik nog altijd niet in jouw hart kijken.
Toch wil ik graag wel iets meer zeggen dan alleen dat. En daar doe ik dan hierbij een poging toe. Als ik jouw mail lees heb je al belangrijke lessen mogen leren. Ik proef in jouw mail het besef van de ernst van de zonde, het verlangen om met de zonde te breken, het erkennen van de onvolkomenheid van eigen werken. Dat zijn geen kleine zaken. Toch mis ik ook woorden als vergeving en genade. Juist daardoor kun je in die valkuil trappen dat je meent zelf nog van alles te moeten doen. Bid jij om vergeving? Bid jij om genade? Geloof je dat het offer van Jezus Christus jou reinigt van al je zonden? Dáár komt het in de eerste plaats op aan! Waag het met het offer van Christus alleen!
Je zegt in de slotzin dat je twijfelt of Jezus nog naar je om wil zien “want ik blijf maar zondigen en twijfelen.” Daarin kan ik je een hand geven, want bij mij is er ook meer zonde en twijfel dan mij lief is. Ik ben daarom zo dankbaar dat het Avondmaalsformulier mij voorhoudt dat van Avondmaalgangers geldt dat “wij geen volkomen geloof hebben, dat wij ons ook met zulken ijver om God te dienen niet begeven als wij schuldig zijn, maar dagelijks met de zwakheid van ons geloof, en de boze lusten van ons vlees te strijden hebben.” Die woorden zijn o zo herkenbaar. Het formulier zegt daar wel eerlijk bij dat “ons door de genade van de Heilige Geest zulke gebreken van harte leed zijn.” Dat hoort er natuurlijk wel bij!
De vraag of “Jezus naar je om wil zien” hoeft dus geen vraag te zijn. Hoe verkeerd twijfel en zonde ook is, Christus ziet naar zulke mensen om. Dát is genade. Zijn offer is volkomen en daarmee reinigt Hij mensen die in zichzelf knoeiers zijn en knoeiers blijven. Het maakt het wonder alleen maar groter dat de Heere zúlke mensen reinigen wil! Gods Geest zorgt er vervolgens voor dat zulke mensen vervolgens met vallen en opstaan hun leven willen inrichten naar Gods geboden. Geen makkelijke strijd, maar wel een goede strijd.
Ik wens je van harte toe dat jij het juiste zicht op de Heere Jezus mag hebben en vervolgens vanuit het wonder van de vergeving je leven in dienst van de Heere zult besteden!
Ds. A. D. Fokkema
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.D. Fokkema
- Geboortedatum:18-09-1986
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Kerkwerve
- Status:Actief