Heenwijzing van de offers (2)
Ds. C. Oorschot | 1 reactie | 26-03-2021| 10:27
Vraag
Aan ds. Oorschot, n.a.v. uw antwoord over de offerdienst. Bedankt daarvoor. Toch vroeg ik mij nog wel af, er zullen bij de woestijnreis en de instelling van de tabernakeldienst toch ook wel ware gelovige Isrealieten geweest zijn, die hun zonden gevoelden en berouw hadden en daardoor met verwondering op het offerdier keken, met de gedachte dat dier in mijn plaats? Maar ook al wisten ze dan niet dat dit dier heenwees naar de Messias, dan waren ze toch behouden door de gedachte God neemt dit offer aan, in plaats van dat zij moesten ‘betalen’? Hoe konden ze anders behouden worden?
Antwoord
Evenals de vraagsteller ben ik ervan overtuigd dat er onder de Israëlieten in de woestijn ware gelovigen waren, die wisten van hun zonde en schuld en ook beleden dat er voor hun zonden bloed moest worden gestort, zodat zij met hun hart betrokken waren bij de offerdienst.
De hele Oud-Testamentische eredienst getuigt hiervan. Om één voorbeeld te noemen: voordat de offeraar zijn offerdier slachtte, legde hij eerst zijn beide handen op de kop ervan en droeg zo zinnebeeldig zijn zonden en schuld over op het dier. Toch geldt dit lang niet allen. Lees hierover Hebr. 3:17-19.
Met broederlijke groet,
Ds. C. Oorschot
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Oorschot
- Geboortedatum:25-08-1933
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Stellendam
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. Oorschot is op 17 april 2021 overleden.
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
De genadetijd van de Amorieten die in het land Kanaän woonde was voltooid. De Eeuwige laat aan mijn volksgenoten en allen die met ons meereisden zien wat genade en verzoening inhoud.
Als eerste het zondebesef en overtreding naar de Eeuwige. Maar ook de overtredingen die binnen eigen familieverband plaats vond diende beleden te worden. Daar moest ook een verzoening plaats vinden. Geen ruzie en onenigheid binnen de familie zorgde voor de juiste harmonie van mijn volk. (Genesis 45:24)
De reguliere offerdiensten en de persoonlijke offers drukten ons op de feiten van verzoening. Naar draagkracht werden de offers ingesteld. Koppigheid komt helaas veel voor en iedere correctie was een aanslag op het dagloon. Een harde leerschool? Nee, het respectvol omgaan met je eigen broertjes en zusjes was de juiste levensstijl.
Wij moeten ons altijd verplaatsen in die tijd. De vraag wordt dan anders die in het kader staat van de toekomstige verlossing. Mijn volksgenoten moesten het in die dagen hebben van de belofte dat de Messias voort zou komen uit de geslachtslijn van Juda.
Pas veel later zou het werk en offer van de Messias beschreven worden. In die dagen was het puur aanschouwelijk onderwijs om zondebesef en wat het je dan moet doen om verzoening te krijgen. Het was dus niet zo: even een offer brengen en dan heb ik een schone lei. De levenshouding diende gericht te zijn op de Eeuwige en de naaste.