Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn
Ds. A.A. Egas | Geen reacties | 18-03-2021| 16:24
Vraag
In Markus 16:16 staat: “Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden.” Uit vele teksten in de Bijbel blijkt echter dat het alleen gaat om het geloof in de Heere Jezus Christus. Je kunt toch een kind van God zijn/worden zonder dat je gedoopt bent? Het lijkt erop alsof er in Markus zestien een soort voorwaarde wordt gecreëerd. Hoe moet ik dat zien?
Is het gevaar niet aanwezig dat we de doop gaan zien zoals de joden de besnijdenis zagen? Geldt dan niet wat Paulus schrijft in Galaten 5:2: “Ziet, ik Paulus zeg u, zo gij u laat besnijden, dat Christus u niet nut zal zijn.” Een dopen uit bijgelovigheid dus.
Of wordt er de doop met de Heilige Geest bedoeld, waar Paulus van spreekt in Handelingen 19. Dan wil hij hier slechts zeggen dat het gaat om een waar geloof wat blijkt uit het ontvangen hebben van de Heilige Geest. Een geloof dus wat zich onderscheidt van een historisch geloof en een tijdgeloof, wat blijkt uit het wel of niet hebben ontvangen van de Heilige Geest.
Antwoord
Waarde vriend(in),
Dank voor de vraag. Uit wat de Heere Jezus zegt in Markus 16 vers 16 blijkt inderdaad dat het er op aankomt dat we in Hem geloven. Wie niet in Hem gelooft gaat verloren, ook al is hij of zij gedoopt. De doop is niet bepalend voor het behouden worden. Maar de Heere heeft aan de heidenen de doop gegeven tot bevestiging en versterking van het geloof. Denk maar aan de geschiedenis van de Moorman. Hij kwam tot het geloof en verlangde daarna gedoopt te worden. De doop is het teken van de inlijving in het verbond dat van geen wankelen weet. Is dat niet het troostrijke dat ook de profeet Jesaja onder woorden bracht: “Want bergen zullen wijken en heuvelen wankelen, maar Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken, en het verbond Mijns vredes zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer.”
We zien dat ook bij Lydia en de stokbewaarder, dat ze na het komen tot het geloof dat teken en zegel van Gods verbond ontvangen. Het is dan ook mooi om te lezen dat daarbij dan ook het huisgezin wordt gedoopt. Net als bij Abraham, wanneer hij tot het geloof komt en besneden wordt, dan worden ook allen die bij hem horen besneden, ook zijn kinderen. Dopen is dus geen voorwaarde om in te gaan in het Koninkrijk der hemelen. Maar een troostrijk verzekering dat de Heere getrouw is in de vervulling van Zijn belofte, dat Zijn beloften in Christus ja en amen zijn.
Laten wij er steeds weer beducht voor zijn om niet op het uitwendige teken te vertrouwen, maar komen tot het ware geloof in de vergevende kracht van het bloed van Christus, waarheen ook de doop verwijst en van spreekt. Zijn bloed alleen reinigt immers van alle zonden, niet de doop. Ons doopformulier waarschuwt er ook voor dat wij de doop niet uit bijgelovigheid moeten gebruiken. Ik denk niet dat de Heere Jezus in Markus zestien spreekt over de doop met de Heilige Geest. Het is de parallel met de woorden die Hij spreekt aan het slot van Mattheüs: “Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons en des Heiligen Geestes.”
De vraag die ik tenslotte aan jou hart wil leggen is deze: Heb jij ook door genade de Heere Jezus in het geloof mogen aannemen tot vergeving van al je zonden? Mag je in doop de troost ervaren van een God, Die trouw blijft tot in eeuwigheid?
Met een hartelijk groet en Gode bevolen,
Je ds. A. A. Egas
Lees ook: 'Doop geen grond voor zaligheid'
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.A. Egas
- Geboortedatum:30-05-1957
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Damwoude
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: